Op juwelenjacht met Robert en Cathy

novelle deel 1

gouden juweel in roze doosje

Het Maimonides aan de Voormalige Stadstimmertuin, was mijn school, het Joods Lyceum. Om de hoek op het Weesperplein stond de legendarische houten haringstal van Eli de haringman.

Amsterdam, juni 1966

Het gebeurde regelmatig dat leerlingen van onze school die al na een week nadat ze hun zakgeld kregen al platzak waren en naar Eli Abrahams gingen om wat geld te lenen. 

Zijn antwoord was, terwijl hij zich omdraaide richting Diamantbeurs waar eerst de Incassobank, later de Amro, en weer later de ABN-Amro was gevestigd, ‘Ik heb een overeenkomst met de bank: Zij mogen geen haring verkopen en ik geen geld uitlenen’. Dan dropen de leerlingen beduusd af. 

Diamantbeurs

Toen ik op het Maimonides zat ging ik regelmatig met vriendjes naar de Diamantbeurs, waar mijn vader een groot goudsmid atelier had en kantoor hield, om de verhalen aan te horen van oude Joodse diamanthandelaren, veelal voormalige diamantslijpers die zaten altijd vol met slijpersverhalen van voor de oorlog. 

Op enig moment in de zomer kwam ik op een woensdagmorgen bij mijn vader. Ephraim, heb je vanmiddag iets te doen? Wil je geld verdienen? Ja, antwoordde ik, ik wil wel wat verdienen. Zorg dat je hier om twee uur bent. Er komt een echtpaar uit Amerika dat juwelen wil kopen. 

Je weet dat we hier halffabricaten produceren, juwelen die nog gezet moeten worden, die zijn nog niet voor de consument geschikt. Bel een paar juweliershuizen op en zeg dat je met klanten komt en dat je commissie wilt hebben. 

Ik vond het heel spannend en belde eerst ome Herman van Juwelier Herman Schipper. Ik kom straks met klanten en krijg tien procent commissie als ze wat kopen.

Witte nerts

Om 13.30 was ik op kantoor waar even later het Amerikaanse echtpaar verschijnt. 

Robert was een heer op leeftijd, heel charmant, goed in het pak, charismatisch. Zij was een opvallende schoonheid, gehuld in een witte nertsjas met bijpassende muts. Meneer had een taxi besteld die de hele dag tot onze beschikking stond. 

Na een vlotte kennismaking gingen we op pad. Ik liet de taxi ons naar de Heiligeweg brengen waar Herman ons hartelijk verwelkomde. 

Hermans echtgenote Janny zou ons bedienen. Janny vroeg of mevrouw specifieke wensen had. Ik wil graag een paar oorhangers met grote peervormige diamanten, een bijpassende ring met grote peer of marquise diamant en een bijpassend platina of witgouden armband met diamant.

Mevrouw Schipper deed haar uiterste best om haar de mooiste juwelen uit haar collectie te tonen. Het was helaas niet haar smaak en het was allemaal te klein. 

Toen zei mevrouw Schipper: ik weet het al, ik heb een heel bijzonder platina brede armband met heel veel diamanten uit de jaren twintig.

Too Jewish

Janny liep naar de etalage om de armband eruit te halen. Ze kwam terug met een prachtige armband op een plateautje, in de volle overtuiging dat dit de armband zou zijn die mevrouw in gedachten had. This is too Jewish for me, was haar reactie. 

Janny keek me aan. Heb ik het goed gehoord Ephraim? Ik antwoordde dat er niets aan onze oren mankeerde. Maar legde haar uit dat dit een algemene uitdrukking was in de USA. Het betekende dat het te protserig was, zoals vele Joodse vrouwen dit soort sieraden droegen. 

Mijn uitleg werd niet geaccepteerd. Janny ging naar Herman, he was not amused. Ephraim, het spijt me, ik wil ze niet meer bedienen, ze moeten de winkel uit. Mijn klanten keken me aan. 

Wat was er aan de hand? 

Ik legde diplomatiek uit dat ze niet de juiste juwelen in hun collectie hadden die mevrouw graag zou willen kopen. Mijn uitleg werd schoorvoetend geaccepteerd.

Duwtje

Herman deed de deur open om mijn gasten uitgeleide te doen, in zijn opwinding gaf hij mijn klant nog een duwtje na. Hij draaide zich om, keek meneer Schipper vernietigend en diep beledigd aan, waarom raakt u mij aan? Herman wist zich geen raad, mompelde wat, draaide zich om en liep beduusd zijn winkel in. Mijn klant, tot op het bot gekrenkt, zei: nog nooit heeft iemand mij aangeraakt, waarom was dat nodig? Ik ben zo van de kaart. Ik neem mijn taxi naar het hotel. 

Jij gaat op zoek naar sieraden met mijn vrouw Cathy, je belt me in het Hilton op mijn kamernummer dan kom ik naar jullie toe om af te rekenen. Mijn klant vertrok. 

Baccara-rozen en witte nertsjas

Op stap met Cathy 

Ik heb trek en wil wat eten, zei Cathy. Oké, we wandelen naar het Rembrandtplein waar verschillende eethuizen zijn. 

Tegenover Theater Tuschinski was de prachtige bloemenwinkel Frankenhuizen. Er stond altijd een grote vaas met honderd Baccara-rozen in de etalage. 

Houd je moeder van rozen? Ik zei dat mijn moeder gek was op rozen. We stapten de winkel binnen. Stuur het hele boeket rozen naar zijn moeder. Geef je adres aan die dame en vraag wat ik haar moet betalen, ik wil zelf ook tien rozen in folie verpakt en goed schoongemaakt. 

Het totale bedrag was 250 gulden. Ik heb alleen maar dollars, zei ze en gaf de bloemist 250 dollar met keep the change.

Dat was omgerekend negenhonderd gulden. Ik dacht dat ik gek werd, het verschil was meer dan een jaar zakgeld voor mij. Ik was te overrompeld om iets te zeggen.

Rembrandtplein

We liepen verder naar het Rembrandtplein. Het was erg vol in de eettent. We namen plaats aan de bar om een broodje te eten. Cathy vroeg de ober een bepaalde longdrink te maken. 

Weet jij wat ze bedoelt? Ik heb geen idee. Iedereen staarde ons aan.

Deze fraaie dame met haar witte nerts en een jonge jongen naast haar dat vroeg om aandacht. 

Een rondje bier voor de hele zaak. Daar gingen zeker vijftig glazen Heineken van hand tot hand. Cathy dook achter de bar. Ze begon zeer professioneel een longdrink te shaken. 

Toen het drankje klaar was kwam er nog eentje achteraan. Ze was al een beetje aangeschoten. We aten een broodje nadat alle bezoekers op ons hadden getoost. Het waren vooral medewerkers van het hoofdkantoor van de ABN om de hoek. 

Het werd een feestje. Cathy rekende wederom af in dollars met een koers van toen fl.3,60 voor $1.00. We gaan nu een hotel zoeken, zei ze, dan gaan we daarna juweliershuizen bezoeken.

Eigentijdse juwelen

Weet je Cathy, hier gaan de winkels op woensdag om vier uur dicht, loog ik. We moeten opschieten, anders zijn we te laat om nog juwelen te kopen. 

Ik zag mijn commissie al wegvliegen. Oké zei ze. Dan gaan we eerst aan het werk. Premsela & Hamburger was ook een klant van mijn vader. We gingen naar binnen en stonden tien minuten later weer buiten. Zij verkochten uitsluitend antieke juwelen, Cathy wilde eigentijdse juwelen. 

We gingen naar de buren, naar het chique juwelenhuis Bonebakker. Daar was ik nog nooit binnen geweest. Behoorlijk aangeschoten gooide Cathy haar bos rozen over de toonbank. Heer Bonebakker stelde zich voor, onder toeziend oog van zijn assistent in een witte stofjas gehuld. 

Mijn naam is Ephraim Goldstoff. Mijn vader heeft een bedrijf op de Diamantbeurs en heeft mij naar u toegestuurd met een relatie van ons uit New York om bij u juwelen uit te zoeken en te kopen. Ik moet de kwaliteit beoordelen, zei ik. Wat zijn de wensen van mevrouw?

Ik vertelde wat Cathy graag zou willen kopen. Eerst kwam er een schitterend paar witgouden lange oorhangers op tafel met twee 2.00 carats peervormige diamanten aan weerszijden. 

Vervolgens een magnifieke solitaire ring met een 3.00 cts. marquise, dat is een torpedovormige diamant en ten slotte een witgouden armband met afwisselende peren, marquises en daartussen ronde briljanten. Dit is wat ik wil hebben, zei Cathy. 

Commissie

Bel mijn man, Ephraim, en zeg hem zo snel mogelijk hierheen te komen. De heer Bonebakker nam mij mee naar zijn privékantoor. Mijnheer Goldstoff, kunt u iets vertellen over uw cliënt? Ik vertelde hem dat het echtpaar op huwelijksreis was.  

Haar man was oprichter en eigenaar van een bekend computerbedrijf en zeer vermogend. Ook gaf ik aan dat ik een commissie wilde hebben. Ik kreeg de telefoon en belde naar het Hilton. Twintig minuten later kwam meneer. Zo schat heb je hier wat gevonden?

Ja, zei Cathy. Een ring, een paar oorhangers en een armband. Laat eens even zien welke juwelen je hebt uitgezocht. Ik vind ze ook heel erg mooi. Je hebt een goede smaak, Cathy. Meneer Bonebakker, als ik al deze drie juwelen koop, kunt u dan een speciale prijs maken? Meneer, de totale prijs is 65.000 gulden.

Beeld uit de video van de frima Bonebakker

Dat is een exportprijs, u hoeft de belasting niet te betalen bij export. De factuur moet bij de douane afgestempeld worden. Een van onze medewerkers wacht u op bij de douane. Accepteert u ook een cheque van mijn Amerikaanse bank?  

Natuurlijk, het duurt altijd een paar uur voordat de cheque gecleard is, we zullen de juwelen vanavond naar uw hotel bezorgen. Wacht even, zegt Cathy, lieve schat ik wil deze armband nooit meer uitdoen, die moet nu aan mijn arm zo gesoldeerd worden, zodat hij nooit meer af kan. 

Tien juwelenzaken

Geheel vertwijfeld kijkt haar echtgenoot haar aan. Schat dat doen we dan morgenochtend. Nu moet eerst de cheque naar de bank en oké zijn. Jij kan tien van deze juwelierszaken kopen, die mensen weten niet wie je bent. Schat, ik heb al eerder vandaag een vernedering meegemaakt, laat mij met rust. 

We doen het volgens de regels van het huis hier. We gaan naar ons hotel en straks heb je je juwelen.

Nee, nee dan wil ik ze niet meer. Cathy schuift de ring van haar vinger, en gooit die door de winkel, doet de armband af en smijt die ook door de winkel en rent de winkel uit. 

Meneer Bonebakker schreeuwt tegen zijn assistent ‘ga achter mevrouw aan ze heeft de oorhangers nog in haar oren.’ 

Wordt vervolgd


Promotievideo van juwelier Bonebakker

Cover: Bracelet, brooch and earrings and set with seed pearls in presentation box, Auckland, 1979, collection of Auckland War Memorial Museum

Over Ephraïm Goldstoff 64 Artikelen
Ephraïm Goldstoff (1949) groeide op in de oude Joodse Plantagebuurt tegenover Artis. Na het Maimonides volgde hij verschillende opleidingen in de diamantwereld. Goldstoff vervult vele bestuurlijke functies onder meer voor Bnei Akiwa, Oost-Joods Verbond, OSE (Organisation Secours aux Enfants), Young Leadership CIA, The Feuerstein Institute (Jerusalem). Hij is bestuurslid van Maccabi tennis en van de RAS (Rav Aron Schuster Synagoge) en de Stichting Eerherstel Joodse Begraafplaats Zeeburg. Goldstoff is voorzitter Stichting Naleving Washington Principles, raadslid NIHS, lid ledenraad Joods Maatschappelijk Werk, voorzitter Stichting Dutch Friends of The Feuerstein Institute. Ephraïm Goldstoff is zelfstandig ondernemer in oude en antieke juwelen en edelstenen. Nog steeds werkzaam en kantoorhoudend in de Diamantbeurs.

2 Comments

  1. Heel leuk verhaaltje. Maar wat een lange tenen die man, en een kinderlijk verwende vrouw. Komt me niet typisch jiddisch voor. Integendeel.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*