Gekkenthuis
Het motto ‘morgen wordt het wel beter’ was niet aan hem besteed. Een gelaten Brabo zoals zijn bedaagde vader, was hij evenmin. Hij had de hoofdstedelijke drukte, het ongeduld en felheid van zijn orkaanachtige moeder. Als de meeste hulp nodig is in gezinnen van hulpverleners zelf, was zijn ouderlijk huis daarop geen uitzondering. Nimmer rust in het gekkenhuis dat thuis heette. Zelden zag men twee orthopedagogen, gespecialiseerd in verwarde of achtergebleven kinderen, zo onhandig klootviolen … [Lees verder]