In de documentaire Werktuig van de nazi’s wordt de betekenis van de Joodse Raad geduid en de dilemma’s geschetst waar deze Raad mee werd geconfronteerd.
Aanklagen noch vergoelijken
Het verdriet wordt invoelbaar gemaakt en de ontwikkeling van de naoorlogse beoordeling van dit fenomeen opgetekend. Aanleiding is de dramaserie die binnenkort op de Nederlandse tv komt met Pierre Bokma in de hoofdrol. Deze documentaire wil niet aanklagen noch vergoelijken, maar dit gecompliceerde verschijnsel uit de periode 1940 – 1945 verhelderen. Doelstelling is om de geïnteresseerde kijkers van de dramareeks van achtergrondinformatie te voorzien. Werktuig van de nazi’s is als informatief programma ook zeer goed los van de serie te bekijken.
Lasterlijke aantijgingen
Over de Joodse Raad doen bijna tachtig jaar na de Sjoa allerlei verhalen de ronde, doorgaans negatief. Al tijdens de Jodenvervolging spraken sommige Joodse Nederlanders over dit instituut als ‘Joods verraad’, maar ook in onze dagen geldt de Joodse Raad in bredere kring vaak nog als iets verwerpelijks uit het verleden. En dit ondanks het feit dat velen onbekend zijn met de precieze status en betekenis van dit orgaan dat 2,5 jaar heeft gefunctioneerd.
Zo ontving Lodewijk Asscher, vicepremier in het kabinet Rutte II, met enige regelmaat lasterlijke aantijgingen waarin hij werd vergeleken met zijn overgrootvader Abraham Asscher, een van de beide voorzitters van de Joodse Raad.
Tumult in de Joodse gemeenschap
Toen journalist Hans Knoop in de jaren tachtig zijn boek De Joodse Raad, het drama van Abraham Asscher en David Cohen uitbracht, leidde dat tot het nodige tumult in de Joodse gemeenschap. Hoewel Knoop aanmerkelijk gematigder over de Raad oordeelde dan de historici Presser en De Jong voor hem, werd zijn oordeel over de toenmalige bestuurders van de Raad in Joodse kring niet overal geapprecieerd.
Bovendien werd Knoop verweten met zijn boek de vuile was buiten te hangen. Het was in de tijd dat Nederland nog vele overlevenden van de Sjoa telde die ofwel hadden meegemaakt hoe hun geliefden met praktische medewerking van de Joodse Raad door de nazi’s waren gedeporteerd of hun leven – of dat van familieleden – te danken hadden aan een vrijstelling van deportatie die door de Joodse Raad was verstrekt.
Hans Knoop: De bestuurders opereerden in een vacuüm.
De tijd doet zijn werk, ook bij Hans Knoop. In het programma wijst hij erop dat de Raad niet bestond uit slechte, maar uit goede mensen die een volkomen verkeerd beleid voerden, maar zich daarvan niet bewust waren. En die iedere keer weer opnieuw redenen vonden om hun handelwijze voort te zetten.
Volgens Knoop is het hierbij elementair te beseffen dat deze bestuurders in een vacuüm opereerden. Want waar waren de koningin en het kabinet? Hoe had bijvoorbeeld de rechterlijke macht gereageerd op het ontslag van hun hoogste baas, de voorzitter van de Hoge Raad, mr. Lodewijk Visser?
Angstvallig stil
Het bleef angstvallig stil. En hadden niet vrijwel alle Amsterdamse politieagenten een loyaliteitsverklaring ondertekend? Toen in de zomer van 1942 de deportaties eenmaal waren begonnen, werd er in sommige weken gemiddeld iedere twee minuten een Jood uit zijn huis gehaald. In verreweg de meeste gevallen was daar een Amsterdamse politieagent bij betrokken. En om nog maar niet te spreken over de situatie buiten de hoofdstad, de vernietiging van de mediene. Dus wat was de armslag van de Joodse Raad?
Iedere twee minuten werd een Jood uit zijn huis gehaald.
“Achteraf zijn ze een werktuig van de bezetter geweest en hebben ze de plannen van de nazi’s in de kaart gespeeld, maar dat is niet wat ze op dat moment denken.”
Met de ogen van toen heeft de historicus Bart van der Boom een diepgaande studie verricht naar het fenomeen van de Joodse Raad, beschreven in zijn boek De politiek van het kleinste kwaad uit 2022.
Van der Boom staat voor een vernieuwde visie op de Raad. Hij hekelt de oordelen van de historici Jacques Presser en Lou de Jong en in hun voetspoor grote delen van het publiek. In Van der Booms optiek hadden Asscher en Cohen alle reden om met de nieuwe machthebbers, een vijandige overheid, te blijven overleggen.
Nog enige invloed
Dat het uiteindelijk volkomen onbetrouwbare moordenaars blijken te zijn, konden ze toen niet weten. Hun doel was om hoe dan ook tenminste nog enige invloed te kunnen uitoefenen. Van der Boom heeft zich bij zijn studie uitsluitend gebaseerd op primaire bronnen, dat wil zeggen documenten en getuigenverklaringen uit de periode waarin de Joodse Raad actief was. Voor de vaak gebezigde stelling dat de Raad het zogeheten proletariaat heeft geofferd ten faveure van de elite in Joods Nederland, is volgens Van der Boom geen bewijs.
Naast Hans Knoop en Bart van der Boom verklaren vanuit hun positie en achtergrond de twee kleinzoons van de voorzitters het aangrijpende fenomeen van de Joodse Raad.
Mirjam Bolle-Levie, Frank Diamand en Rob Oudkerk
De cineast Frank Diamand en oud-politicus Rob Oudkerk spreken zich uit over hun beide grootvaders. Mirjam Bolle-Levie, inmiddels 106 (!), brengt haar werk als secretaresse van voorzitter David Cohen in herinnering. Al tijdens haar werk bij de Raad voorzag ze dat het op een dag allemaal afgelopen zou zijn. Ze had een vooruitziende blik.
Werktuig van de nazi’s
Achtergronden bij de dramaserie De Joodse Raad
Woensdag 6 maart om 22.15 uur via NPO 2
cover uit de Dramaserie De Joodse Raad met dank aan de EO
Geef als eerste een reactie