Plechtig opende op 10 maart het Nationaal Holocaustmuseum (NHM) in de Portugese Synagoge, de plek waar op 9 mei 1945 de eerste naoorlogse synagogedienst plaatsvond.
Naast deze synagoge en het nieuwe NHM maken ook de vernieuwde Hollandsche Schouwburg, het Joods Museum (+ junior) deel uit van het Joods Cultureel Kwartier. Dit bijzondere stadsdeel verhaalt over vier eeuwen Joods leven in Nederland. Het gaat hier om meer dan een cluster historische gebouwen – je zou er het begrip heterotopie aan kunnen verbinden van de Franse filosoof Foucault: het is een plek die de dagelijksheid kritisch bevraagt.
Nationaal Holocaustmuseum, Lokaal 1. Foto Mike Bink
Luister je of doe je dat niet?
In een holocaustmuseum komt alles samen wat een museum maar kan zijn: het is een plek die verleden en heden, herinnering en educatie, erkenning en verzoening beleefbaar en bevraagbaar maakt. In een holocaustmuseum is niet het perspectief van de geweldenaar leidend, maar de stem van hen die geweld zijn aangedaan. Daardoor kun je in een holocaustmuseum als bezoeker niet op afstand blijven. Luister je of doe je dat niet? Hoe is de wisselwerking tussen ‘plekken’, verhalen en bezoekers vormgegeven in het NHM en de Hollandsche Schouwburg? En hoe verhouden de hier gemaakte keuzes zich tot die in andere holocaustmusea?
Holocaust-wetenschapper Diana Popescu stelt in de publicatie Visitor Experience at Holocaust Memorials and Museums (2023) drie lijnen voor om de bezoekersbeleving in holocaustmusea te duiden: (1) de emotie die bezoekers ervaren in hun ontmoeting met de plek, de objecten en de getuigenissen
(2) de transformatie die bezoekers in reactie daarop in doen en denken doormaken en
(3) de mate waarin bezoekers zelf regie krijgen en nemen in deze ervaring.
Aan de hand van de door Popescu aangedragen thema’s beschrijf ik in twee afleveringen mijn gang door het NHM en de Hollandse Schouwburg.
Resonerende ontmoetingen
De vaste tentoonstelling in het NHM ‘Nederland en de Sjoa’ begint met Joods leven voor de oorlog. Ook de naoorlogse doorwerking van de Holocaust komt aan bod. Die aandacht voor de continuïteit in het Nederlands Joodse leven benadrukt de diepe breuklijn die de Sjoa veroorzaakte.
Het NHM onderscheidt oorlogsgeschiedenis van Holocaustgeschiedenis. Joden, Sinti en Roma en anderen waren geen slachtoffer van oorlogshandelingen, maar doelwit van het door de Nazi’s geïnitieerde vernietigingsproject.
De tentoonstelling is ook een statement dat uitsluiting, deportatie en moord zich niet afspeelden in een andere werkelijkheid. Dat overwegende hebben museumstaf en de tentoonstellingsmakers van OPERA en Studio Louter bewust afgezien van een repertoire van donkere kleuren en harde materialen zoals wel gehanteerd in het United States Holocaust Memorial Museum in Washington, in Kazerne Dossin in Mechelen en in veel Europese herinneringscentra. Beklemming, onrecht en angst ontwikkelden zich in full colour, in woonwijken en in culturele, academische en publieke instellingen.
United States Holocaust Memorial Museum, ‘Kristallnacht’. Foto USHMM
Overeenkomsten met Londen
De insteek van de Holocaust Galleries in het Imperial War Museum (IWM) in Londen, geopend in 2021, toont overeenkomsten met die in Amsterdam: het is een eigenstandige presentatie, los van de Second World War Galleries, met veel aandacht voor persoonlijke verhalen.
Portretten zijn zo geplaatst dat je mensen in de ogen kijkt. De Londense tentoonstellingsmakers Casson Mann en Squint/Opera kozen, net als hun Amsterdamse collega’s, voor een licht kleurenpalet en een ruimtelijke presentatie van beeldmateriaal. In het IWM vormen grote videoschermen vensters op de schuldige landschappen van Auschwitz, Ravensbrück of Sobibor. Ondanks de overeenkomsten in ontwerpbenadering maakt de doorwerking van de ‘plek’ het bezoek in Amsterdam indringender. Een blik door de half geblindeerde ramen leert: de Hollandse Schouwburg en de voormalige Hervormde Kweekschool liggen midden in Mokum.
Links/boven: Imperial War Museum, Holocaust Galleries. Foto Squint/Opera, rechts/onder: Nationaal Holocaustmuseum, tentoonstellingszaal ‘Geen weg terug’. Foto Mike Bink.
Wie keek toe en wie kijkt weg?
Waar veel holocaustmusea ervoor kiezen om beeldmateriaal en documenten binnen evocatieve ensceneringen of theatrale nabouw te presenteren, plaatst het NHM de objecten op de voorgrond.
Neem de zaal ‘Geen weg terug’ op de eerste verdieping. De inrichting dwingt bezoekers met een U-bocht om een verzameling voorwerpen heen te lopen. Individuele levens worden tastbaar in het voetbalspel van Nico Kroese, de handschoenen van Mary de Jongh, het uniform van Ellen van Oven en de mezoeza van Wilhelmina Frenk-Labzowski. Filmbeelden tonen straten in de vertrouwde Rivierenbuurt, groepen mensen met koffers, vrachtwagens. Wiens blik volg je hier? Wie kijkt hier weg? De ontmoetingen op zaal resoneren terwijl ik dit opschrijf.
Dit is deel 1 van een tweedelige bijdrage. Deel 2 verschijnt volgende week.
Verantwoording: Alle bronnen waarvan de auteur gebruik heeft gemaakt zijn vermeld in de tekst.
cover: Nationaal Holocaustmuseum, tentoonstellingszaal ‘Verwoest leven’. Foto Mike Bink
Als je je ter plekke realiseert, dat je in de voormalige Hervormde Kweekschool staat, waarvan de ramen licht geblindeerd zijn, als je je herinnert, hoe je in deze lokalen les kreeg om later een goede juf of meester te worden, als je de gang inloopt waardoor je vroeger naar buiten ging en waar doorheen in de oorlog de kinderen werden weggesmokkeld, als je nu nog steeds de trambel hoort rinkelen, als je je realiseert, dat alles op klaarlichte dag gebeurde…. dan grijpt het je nog steeds bij de strot.