De Dam. Het Paleis. Mensen lopen door elkaar heen. Het beeld verkleurt naar sepia en zwart-wit. Ronkende motoren met zijspan en een reeks auto’s scheuren de bocht om naar het Rokin: de inval van de Duitsers in 1940 lijkt een triomftocht in Amsterdam met duizenden toeschouwers.
Heilgroeten schieten voorbij. Dan horen we het piepen van tramwielen. Nummer 8 ontwaakt uit de remise. Een oude blauwe tram met een houten interieur, een mooi exemplaar dat een zwarte geschiedenis kent.
Tramroute door de hoofdstad
Twee coryfeeën, kenners van de Holocaust. Willy Lindwer, documentairemaker, fotograaf en publicist en schrijver en onderzoeker Guus Luijters. Zij nemen ons mee op de tramroute door de hoofdstad.
Zij hebben de onderste tegels gelicht waarmee de antisemitische medewerking van de Amsterdam Tram, later omgedoopt tot Gemeentevervoerbedrijf het GVB, is aangetoond.
Schuldige plekken
Lindwer en Luijters zijn nog even onthutst als wij tijdens de film als ze stops maken bij ‘schuldige plekken’. Halte Beethovenstraat: 18.000 joden bracht de tram hier voor een voettocht door de Euterpestraat (nu Gerrit van der Veen, naar de verzetsheld) naar de Zentralstelle aan het Adama van Scheltemaplein in Amsterdam-Zuid, een van de verzamelplaatsen voor het vervolg van de deportaties.
Tussen de beelden door zijn er kraakheldere interviews met gewone Amsterdammers, oud nu, maar toen Joodse kinderen en jongeren. Zij delen hun herinneringen.
“Mijn ouders maakten er een uitje van. Mijn moeder bakte met alles wat er in de keuken was nog snel een groot brood voor onderweg.”
Zo zei Izak Salomons.* Alsof ze moesten vluchten uit Egypte.
“Ik was een jongetje van vijf. Joden mochten nooit in de tram, dus ik vond het een buitenkansje dat ik in de tram mocht rijden.“
Hollandsche Schouwburg en Polderweg
Als twee oudere jongens rijden de filmmakers Guus en Willy in die oude lijn 8 langs de Hollandsche Schouwburg en andere Amsterdamse locaties waar joden werden verzameld voor transport. Zoals het Centraal Station en de Polderweg bij het Muiderpoortstation. Daarnaast was de bovengenoemde Euterpestraat een beruchte verzamelplek.
In een ruim jaar van juni 1942 tot november 1943 werd vijftig procent van alle vermoorde joden in Nederland met trams in Amsterdam bijeen geveegd en vervoerd naar de plekken die hen verder brachten naar de vernietigingskampen.
Hulp van veel Nederlanders
De nazi’s kregen bij deze omvangrijke operatie hulp van veel Nederlanders: politieagenten, SS’ers, NSB’ers, verraders, die vaak feller waren dan de Duitsers. Maar de trams en spoorwegen deden de rest.
De NS heeft al jaren geleden vanwege dit verleden een bijdrage aan Joodse doelen gegeven, maar tot nu toe zweeg het GVB over het meewerken aan een JUDENFREI Amsterdam.
Er werd al die tijd betaald voor al die ritten. We zien de facturen. Er werden extra trams besteld om deze deportaties uit te voeren. We zien de rekeningen groeien, ondertekend door GVB-directeur I. Hofman. Na de oorlog kwam hij weer terug in functie, ook al regelde hij het vervoer na de razzia’s.
Ogenschijnlijk geweldloze afvoer
De historische beelden vermengd met de huidige tramrit van de twee filmmakers brengen samen met de sprekende interviews de massale deportatie heel dichtbij.
Deze ogenschijnlijk geweldloze afvoer laat zien hoe gedwee men was, hoe de Nederlanders zwegen of meewerkten. Hoe medeplichtig de bevolking was toen ze zich de bezittingen van hun weggevoerde buren toe-eigenden.
Haag van mensen
Een ooggetuige ervoer hoe er een haag van mensen buiten stond, toen zij met haar vader en moeder werd weggevoerd. Niemand zei iets. Ze ervaarde het als het meest vernederende dat ze zich herinnert.
Cinematografisch zien we het onderstel van een tram die door de stad snijdt. De beelden van Nederlandse overlevenden die als kind in het Judenviertel leefden, maken dit tot een indrukwekkend monument. Zelf gered, werd er aan een getuige uit het Judenviertel gevraagd. Ja, omdat hij blauwe ogen had, en dus geen Joodse jongen kon zijn. Hij herinnert zich nog de muur van drie meter hoog prikkeldraad die de Wallen en Waag tot Judenviertel maakte. Hij vertelt:
Tegen mijn kleinzoon van zes vertelde ik dat ik in de oorlog naar een kamp was.’ Hoe dat was? Nou, er waren toen geen aardige Duitsers. Mijn kleinzoon werd verdrietig, en ik voegde eraan toe dat er nu weer aardige Duitsers zijn. Hij keek op en zei: “Maar ze schamen zich nog steeds!”
Hitler Jugend
Een vrouw met Amsterdams accent werd aangemeld voor de Hitler Jugend. Ze marcheerde mee, ze wist niet beter. Ze kreeg een ring met een meeuw erop, het teken van deze jeugdbeweging. Ze aait over de ring en lijkt er trots op omdat ze de ring van haar ‘vader’ had gekregen.
Toen kreeg ze te horen dat ze was geadopteerd omdat haar joodse moeder moest zeggen waar haar kind woonde. Niemand die daar ooit over had gesproken. Ze werd naar Theresienstadt gedeporteerd. Haar familie is geheel omgebracht. Na de oorlog, terug bij haar adoptieouders, beet haar vader haar soms in een boze bui toe: “Ze hadden je moeten vergassen.”
Route van Anne Frank en haar familie
Lindwer en Luijters rijden in de richting van het Centraal Station. Halte Westerkerk. Ze kijken elkaar aan. Dit is de route die Anne Frank en haar familie als laatste rit door Amsterdam maakten. Ze konden hun onderduikadres vanaf hier hebben gezien. Schrijnend.
Schrijnender was dat vader Otto Frank na de oorlog tot twee keer toe een aanmaning kreeg van de GVB wegens wanbetaling: hij had na de oorlog deze laatste rit alsnog moeten betalen.
Boek en Film:
Willy Lindwer & Guus Luijters Verdwenen stad, Hoe de Joodse bevolking met de tram uit Amsterdam werd gehaald. ISBN 9789463822893 (paperback); 256 pagina’s; Uitgever Balans, €24,95
De film Verdwenen Stad is vanaf 14 maart te zien in veertig bioscopen in het gehele land.
Trailer Verdwenen Stad
Over de filmakers en scenarist:
Willy Lindwer is vooral bekend om zijn films over de Holocaust, Israël en het Midden-Oosten, het jodendom en het christendom. Zijn joodse familie in Oekraïne werd tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord. Zijn ouders en broer overleefden de oorlog door onderduik in de Achterhoek en waren in 1940 naar Nederland gevlucht. Lindwer woont tegenwoordig met zijn vrouw in Jeruzalem.
In 1988 won hij de International Emmy Award voor zijn film De Laatste Zeven Maanden van Anne Frank. In 1993 kreeg Willy Lindwer uit handen van Bert Haanstra een Gouden Kalf voor Kind in Twee Werelden, zijn documentaire over Joodse oorlogspleegkinderen. In 2010 werd hij als filmmaker benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau
Lindwer heeft een reeks boeken gepubliceerd waaronder De Laatste Zeven Maanden van Anne Frank, Getuigen van Westerbork; Het fatale dilemma (1995) over de Joodse Raad en Bernie’s oorlog, dagboek van een joodse boerenknecht 1942-1945. In 2018 kwam De Treinreis uit samen met de historica Aline Pennewaard. In 2019 ‘Wolf en Ryfka, Kroniek van een Joodse familie‘, over Lindwers familie in Galicië en hun komst naar Amsterdam.
Guus Luijters is schrijver en columnist. Hij publiceerde romans, novellen, non-fictie en poëzie. Publicaties onder andere Klein geluk en het indrukwekkende In Memoriam, Kinderkroniek 1940-1945. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen 1942-1945.
In Memoriam werd samengesteld door Guus Luijters met beeldredactie van Aline Pennewaard en een voorwoord van David Barnouw.
*zie ook het artikel van Izak Salomons over deze tram in De Vrijdagavond:
In april 1943 hoorden we weer het vertrouwde geluid van tram 8.
cover en overige beelden met dank aan Lindwer en Uitgeverij Balans
Pijnlijjk. Vergelijk dit met hoe Denemarken met hun Joden is omgegaan: het verschil tussen dag en nacht.
Verdwenen Stad ging gisteren (maandag 11 maart) in premiere – en de zaal was stil na afloop. Zo’n indrukwekkende film, met archiefmateriaal en nu levende getuigen door elkaar gemonteerd waardoor je wordt meegenomen in deze ‘schuldige ritten’ van lijn 8. Ik zag dat het doel van de nazi’s was Amsterdam Judenrein te maken (niet ‘frei’), tsja een klein verschil in een ongekende genocide.