Jakov vertrok uit Be’er Sjewa en ging naar Charan, precies in de omgekeerde richting van zijn grootvader Awraham. Dit is geen normaal afscheid van een zoon van zijn ouders. Dit is een kind dat op de vlucht slaat. Een kind dat eigenlijk nog aan het begin van zijn leven en volledige identiteitsontwikkeling staat.
Parasja Wajetsee begint op het moment dat de crisis in de familie van Jitschak naar een climax gaat. Met zijn haastig vertrek verbreekt Jacov de fysieke band met zijn vader Jitschak, zijn moeder Rivkah en zijn broer Esav. Ja’akov vlucht om verschillende redenen voor zijn beide ouders.
Zijn moeder kent haar tweelingzonen maar al te goed, ze bevochten elkaar al in haar baarmoeder. Zij voorziet dat Esav wraak zal willen nemen wegens het ontfutselen van de brachot die bestemd zijn voor de eerstgeborene. Zijn vader vreest dat Ja’akov een Kenanitische vrouw zal trouwen en zal overgaan tot afgoderij.
Ja’akov wordt vluchteling
Ja’akov begrijpt dat het menens is en redt het vege lijf. Hij wordt een vluchteling die ver van huis en haard er in zijn eentje voorstaat.
Als derde en laatste van de drie aartsvaders belichaamt Ja’akov hier een essentieel aspect van de Joodse geschiedenis. Een voorspelling: hij is een vreemdeling en zal vele jaren van zijn leven in fysieke ballingschap leven.
De interactie tussen een persoon en de plaats waar hij leeft of vanwaar hij vertrekt is een terugkerend thema. Een tsaddik, rechtvaardig mens, verleent aan diens woonplaats zegeningen, grandeur en waardigheid. Een ‘slechte’ plaats kan, omgekeerd, de mens in een neerwaartse draaikolk doen belanden.
HaMakom, De Plaats
In de vallende duisternis komt Ja’akov aan op ‘de plaats’ HaMakom. Dit is raadselachtig.
Wat is De Plaats? Waar verwijst deze uitdrukking naar? Rasji verklaart dat De Plaats nergens anders geweest kan zijn dan op de berg Moriah, waar zijn grootvader Awraham bereid was geweest zijn zoon Jitschak te offeren. Deze plaats zou voor eeuwig heilig zijn. De plaats van de eeuwen later gebouwde Tempel.
Een talmoedische verklaring die op een midrasj (mondelinge overlevering) is gebaseerd zegt: HaMakom is een verwijzing naar God zelf en de goddelijke aanwezigheid toonde zich aan hem. Met het aankomen op deze locatie in de avondschemering is Ja’akov de eerste aartsvader die Ma’ariv dawwent. Hij spreekt de woorden van de Tefilla, het avondgebed uit. Rasji verklaart de uitdrukkelijke vermelding van de zonsondergang als een manipulatie van tijd.
God doet het licht uit zodat er van verder reizen geen sprake meer kan zijn. Een bijzondere nacht op een bijzondere plaats.
Het verhaal in de Torah vervolgt met de nacht die hierop volgt. Als hij zich te ruste legt op een hoofdkussen van stenen heeft hij een indringende en gedetailleerde droom.
De ladder en de engelen
In zijn droom ziet Ja’akov een verticaal geplaatste ladder waarop engelen zich bewegen. De engelen gaan van beneden naar boven: de malachim die over de heilige plaatsen waken, wat later Erets Jisrael, het land Israël is gaan heten, bewegen zich omhoog, terug naar de hemelse regionen. De engelen die afdalen zijn de engelen die anderen beschermen.
Jakobs droom door William Blake (c. 1805, Brits Museum, Londen)
Menselijke gedaante
Ja’akov herkende blijkbaar de boodschappers die een menselijke gedaante kunnen aannemen als engelen. Zijn grootvader Awraham kon dat onderscheid nog niet maken. Naast zich ziet hij God zelf verschijnen die zich bekendmaakt als de God van zijn voorouders. Hij wordt in zijn eigen taal toegesproken.
Hij krijgt beloftes: het land zal hij erven, zijn nakomelingen zullen talrijk zijn en zich verspreiden en nee, hij is niet alleen, hij zal beschermd en begeleid worden waarheen hij maar zal gaan.
In zijn diepste eenzaamheid heeft Ja’akov nu een droom waaraan hij zich kan vasthouden.
Traumdeutung
Freud verklaart dromen als de versleutelde berichten uit onbewuste verborgen verlangens en onderdrukte impulsen.
De manifeste droom, zoals deze wordt naverteld, verhult de latente droom die de oorspronkelijke betekenis bevat.
Welke elementen bevat de droom van Ja’akov?
De verticale relatie met de hogere werelden, een ladder verbindt de aarde met de hemel. Hij ziet de oorsprong van de schepping. De menselijke realiteit speelt zich op aarde af maar de mens is niet alleen en afgesneden van hogere werelden.
Bescherming door zijn ouders is voor Ja’akov voorgoed verleden tijd. God zelf zal hem nu beschermen. En het is allemaal niet voor niets: de broedertwist, de leugen om bestwil notabene tegen zijn vader over de erfenis. Het schuldgevoel?De angst voor Esav. De vlucht, de eenzaamheid.
Met hoop en moed
Ja’akov zal de vader worden van de twaalf stammen, de oorsprong van het joodse volk en zij zullen het land erven. Er wacht hem een zware taak maar een toekomst waarin hij een synthese tot stand brengt tussen de weg van zijn grootvader en vader.
Awraham: uitreikend, open, warm en gastvrij. Jitschak: introvert, teruggetrokken en godvrezend.
Ja’akov die later als tweede naam Jisrael krijgt zal leiderschap tonen om van zijn familie een volk-in-wording te maken. Een klein volk waarmee hij zal terugkeren naar zijn geboortegrond. Hij zal zowel verstandig en strategisch naar zijn familie en vijanden moeten kunnen handelen.
Het land en de aspiraties in de moderne tijd
De gehavende moderne zionistische droom… wat zou Freud erover zeggen? In elk geval was het Wenen van Herzl een ander Wenen dan dat van Freud. Nooit zouden ze elkaar hebben ontmoet, al waren ze bijna buren. Freud moest niets van nationalisme hebben.
Ja’akov, identiteit in ontwikkeling
Voordat Ja’akov bij zijn familie in Charan aankomt is hij nog een eenling die moet uitgroeien tot de aartsvader Ja’akov van wie de roem van zijn tweede naam Israël later tot ontwikkeling zal komen. Alleen voor zijn familie is hij een bekende.
De prijs van bekendheid
“Bekend-zijn betekent dat men je aanwezigheid opmerkt; beroemdheid betekent dat men je afwezigheid opmerkt”.
Een uitspraak van Georges Wolinski, cartoonist van Charlie Hebdo. Een man die levenslang voor zijn kunst en de vrijheid van meningsuiting streed (1934-2015). Zoon van Joodse ouders uit Polen en Tunesië. Bekend was hij zeker, zijn roem nam cynisch genoeg toe na zijn dood.
Hij werd vermoord in de derde en grootste aanslag tegen het satirische Franse blad Charlie Hebdo in 2015.
Je suis Charlie, Je suis Israël
In de enorme hausse aan protesten tegen deze aanslag op het vrije woord droegen geschokte en woedende Fransen de leus ‘Je suis Charlie’. Op borden, vlaggen T-shirts: Je Suis Charlie! Ook buiten Frankrijk werd het een gevleugeld woord.
Sinds 7 oktober 2023 is het alsof Joden wereldwijd een zichtbare of onzichtbare leus meedragen:
Je suis Israël, ik ben Israël.
Hoe we individueel over het Midden-Oosten denken lijkt irrelevant geworden.
- Halachische Joods of niet.
- Religieus of vrijdenker.
- Inwoner van de staat Israël of niet.
- Zionistisch of niet.
Wij zijn Israël.
- Met liefde, angst en vrees.
- En hoop.
- Wellicht soms zelfs tegen wil en dank.
Sjabbat sjalom
Geef als eerste een reactie