‘Vergeet-ons-niet’ fluistert het Nationaal Holocaust Museum (vervolg)

druppels op de wand NHM met zichtbaar de naam Salo Muller

Holocaust-wetenschapper Diana Popescu stelt in de publicatie Visitor Experience at Holocaust Memorials and Museums (2023) drie lijnen voor om de bezoekersbeleving in holocaustmusea te duiden: (1) de emotie die bezoekers ervaren in hun ontmoeting met de plek, de objecten en de getuigenissen, (2) de transformatie die bezoekers in reactie daarop in doen en denken doormaken en (3) de mate waarin bezoekers zelf regie krijgen en nemen in deze ervaring. Aan de hand van de door Popescu aangedragen thema’s beschrijf ik in twee afleveringen mijn gang door het NHM en de Hollandse Schouwburg – Dit is deel 2. 

Verdiept bewustzijn

Tien dagen na de persopening in het NHM op 5 maart volgt een tweede bezoek.

Mijn collega en ik beginnen ditmaal in de Hollandse Schouwburg. We ervaren de leegte waar zich ooit de theaterzaal bevond als een transitieruimte. De plek gaat spreken, krachtiger dan toen we eerder direct in de voormalige Hervormde Kweekschool begonnen.

De zacht oplichtende ‘druppels’ ontsluiten verhalen die, in de woorden van conservator Annemiek Gringold, de slachtoffers ‘hermenselijken’. Als we even later de straat oversteken naar NHM zijn we ons bewust van iedere voetstap. Hetzelfde streven naar ‘hermenselijken’ wordt in de vaste tentoonstelling uitgewerkt in negentien individueel vormgegeven installaties, die evenzoveel persoonlijke verhalen representeren met een object, een ingekleurd portret en een audiofragment. ‘Vergeet-me-niet’, fluisteren ze ons toe, een zachte roep die ons bijblijft tijdens en na de rondgang door de Kweekschool. 

Tegenover deze installaties staat de eindeloze reeks maatregelen waarmee Joodse Nederlanders vanaf zomer 1940 te maken kregen, in strakke typografie weergegeven op de licht hellende kap en muren van de Kweekschool. De partituur van uitsluiting, deportatie en moord. De eerste schrille tonen richten zich tegen de rituele slacht. Dat maakt alert. Inhoudelijk vergelijkbaar, maar in mijn beleving scenografisch wat minder indringend toont het Jüdisches Museum Berlin in haar vaste opstelling hoe Joden in Duitsland stapsgewijs het leven onmogelijk werd gemaakt.

Lange stroken vol onrecht, met daartussen verweesde objecten: ceremoniële voorwerpen, bestekcassettes, of naamborden met afgeplakte dokterstitels.   

Nationaal Holocaustmuseum met ‘Vergeet-me-niet’ voor Esther Mendes da Costa en het Misdadenbehang. Foto Mike Bink.

Jüdisches Museum Berlin, tentoonstellingszaal ‘Katastrophe’. Foto Paul Ariese

Stille muren

Met redelijk wat voorkennis stap ik over de drempel van het NHM en de Hollandse Schouwburg. Toch zijn er details die ineens raken, zoals de namen op de schutting die de tuin van de Schouwburg scheidt van de omringende percelen. Van de 22 families die hier begin 1940 woonden waren er 19 Joods. Zo wordt op een paar vierkante meter de enormiteit van de vernietiging zichtbaar.

Ik denk terug aan de Pinkas Synagoge in Praag, waarvan de stille muren de 77.000 Tsjechisch-Joodse slachtoffers van de Sjoa in herinnering roepen. Of aan de Raum der Namen in het Denkmal für die Ermordeten Juden Europas in Berlijn, waar de namen van de slachtoffers worden voorgelezen, steeds met een korte levensschets. Het voorlezen duurt ca. zes jaar, zeven maanden en 27 dagen. Van massa naar individu. We noemen de namen.   

Beleven of bezinnen

De vaste opstelling in het United States Holocaust Memorial Museum is op onderdelen heel anekdotisch ontworpen: de route voert bezoekers letterlijk door een wagon en een barak. Die suggestie van ‘er zijn’ versluiert naar mijn idee de werkelijkheid. In het Jüdisches Museum Berlin daarentegen ontregelt architect Daniel Liebeskind de bezoekers: het gebouw is een aaneenschakeling van leegte, een metafoor die bezoekers tot nadenken dwingt.

Ook het Dansk Jødisk Museum in Kopenhagen draagt Liebeskind’s stempel, maar het uitgangspunt is lichter: de meerderheid van de Deense joden werd door hun Deense medeburgers gered van nazivervolging. De vorm, structuur en lichtinval van het museum zijn Libeskind’s vertaling van deze geschiedenis. Vergeleken met deze musea zijn de ingrepen van de vormgevers in de voormalige Hervormde Kweekschool en de Hollandse Schouwburg veel subtieler.

Vluchtgang

In de Vluchtgang volstaan enkele projecties om de verbeelding te prikkelen. De klaarlichte leegte van de Hollandse Schouwburg schept ruimte waarin ik mijzelf moet verhouden tot wat hier plaatsvond, zonder dat de architect of ontwerper mij expliciet dirigeert. 

Dansk Jødisk Museum. Foto: Bjarke MacCarthy

De Vluchtgang in de voormalige Hervormde Kweekschool. Foto: Mike Bink

Sacred secular spaces

De Australische holocaust-wetenschapper Avril Alba beschrijft holocaustmusea als ‘sacred secular spaces’. Het zijn plekken die de zoektocht naar een verhouding tot de onbevattelijke Sjoa geleiden. Het Israël Museum in Jeruzalem maakt wat dat betreft in haar opstelling The Cycle of the Jewish Year opvallende keuzes. Omgeven door ceremoniële objecten die de traditionele religieuze feestdagen representeren, trof ik hier door pogroms geblakerde objecten, en video kunstwerken die Yom HaZikaron, Yom HaShoa en Yom Ha’atzmaut verbeelden – een representatie van de weg van vernietiging naar verlossing.

Museoloog Hilda Nissimi duidt het bezoek aan deze tentoonstelling als een rituele handeling, gericht op identificatie met het hier belichaamde narratief van natievorming. In andere musea blijven educatie, identiteitsvorming en herdenken meer gescheiden. Zo houdt het Melbourne Holocaust Museum de herinnering aan individuele mensen, families en gemeenschappen levend in een afzonderlijke Memorial Room

Foucaults heterotopie

In de Portugese Synagoge kwam het op 10 maart tot een kritisch bevragen van de dagelijksheid, als in Foucaults heterotopie. In antwoord op de toespraken van de Duitse en Oostenrijkse vertegenwoordigers klonk het ‘Erbarme Dich’. Een indringend samenspel tussen plek en handeling.

Zonder expliciet religieus te worden gaf het openingsritueel in woord en klank uitdrukking aan wat het betekent om nu verantwoordelijkheid te nemen. Het NHM daagt haar bezoekers uit om vervolgstappen te zetten.

Sta stil bij de mezoeza op de deurpost. En bevraag dan jezelf, je stad, je land.  


Dit is deel 2 van een tweedelige bijdrage aan De Vrijdagavond.
Deel 1 van Vergeet ons niet, fluistert het Nationaal Holocaust Museum.

cover: Hollandsche Schouwburg, de Druppels op de buitenwanden van de voormalige theaterzaal. Foto: Thijs Wolzak.

Over Paul Ariese 7 Artikelen
Paul Ariese is senior docent aan de Reinwardt Academie (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) en promovendus aan de Amsterdam School for Heritage, Memory and Material Culture (UvA). Hij doet promotieonderzoek naar de verwevenheid van erfgoed en religie in de synagogen van het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam. Voor dit onderzoek ontving hij in 2022 een Promotiebeurs voor Leraren van NWO. In zijn bijdragen aan De Vrijdagavond deelt hij persoonlijke observaties met betrekking tot Joods religieus erfgoed.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*