Het tweede boek van de Tora, het boek Sjemot wordt ook Sefer Hage’ula genoemd – het boek der verlossing.
Het gaat over de uittocht uit Egypte. Toch lijkt het onderwerp van de laatste vijftien hoofdstukken over iets heel anders te gaan, namelijk de bouw van een Misjkan, een tijdelijke heiligdom voor de Eeuwige.
Het derde boek, Wajikra gaat over de dienst die in deze heiligdom verricht zou worden. Zou het niet logischer zijn geweest om de geschiedenis over de bouw van de Misjkan in het derde boek te vertellen?
De laatste woorden van de Parasja van deze week en van het boek Sjemot zijn:
כִּי֩ עֲנַ֨ן ה עַל־הַמִּשְׁכָּן֙ יוֹמָ֔ם וְאֵ֕שׁ תִּֽהְיֶ֥ה לַ֖יְלָה בּ֑וֹ לְעֵינֵ֥י כָל־בֵּֽית־יִשְׂרָאֵ֖ל בְּכָל־מַסְעֵיהֶֽם:
De wolk van de Eeuwige rustte over de Misjkan (Tabernakel) overdag, ’s Nachts verscheen er een vuur, voor de ogen van heel het huis Israël, in al hun reizen.
Zoals alles in de Tora heeft ook de bouw van de Misjkan vele betekenislagen. Er is ook een Tabernakel in ieder van ons, in ons hart waar het licht van G’d gevonden kan worden. Dit laatste detail komt ons leren dat over deze heilige plaats een wolk overdag moet rusten en ’s nachts een vuur. Onder deze omstandigheden kan men ‘reizen’.
Iedere mensenleven kent ‘dagen’ en ‘nachten’ – momenten van licht en momenten van duisternis, tijden van geluk en tevredenheid en tijden van pijn en onrust.
Voor sommigen zijn de dagen langer dan de nachten; voor anderen zijn de nachten helaas langer dan de dagen.
Wanneer het goed met ons gaat, als we de rekeningen netjes betalen, de kinderen gezond zijn, onze echtgenoten er voor ons zijn en we zitten lekker in ons vel, vergeten we vaak hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn in deze wereld. We hebben soms de neiging om zo zelfverzekerd te worden, denkend dat het eeuwig zo zal blijven. Aan de andere kant, wanneer dingen moeilijk en ellendig worden, vallen we vaak snel in wanhoop en eenzaamheid. We zakken weg in het moeras ontbering en roepen: “Het is donker en het zal alleen maar donkerder worden.”
Figuratieve wolk boven je
Zo leert ons de Tora: om met je menselijke tabernakel te kunnen reizen, als je de zegen van G’ds aanwezigheid in je hart wilt ontplooien, moet je op heldere en zonnige dagen de figuratieve wolk die boven je zweeft niet vergeten. Niets in het leven kan men voor lief nemen, het leven is een geschenk, liefde is een geschenk, kinderen zijn geschenken. Men mag nooit uit het oog verliezen dat het wiel zo kan omdraaien.
Het denken aan de wolk voorkomt arrogantie en hoogmoedigheid.
Het gloeiende licht dat boven ons zweeft
Tegelijkertijd zegt de Tora, wanneer de nacht ons overvalt, wanneer wij geconfronteerd worden met donkere aspecten van het leven, moeten we het gloeiende licht dat boven ons zweeft ook onthouden.
We moeten ervan bewust zijn dat elke ervaring die we doorstaan onmisbaar is voor onze levensreis. Elke uitdaging is een kans voor diepere groei. Elke wolk heeft ook een vlam van binnen. Dit bewustzijn is pas de echte verlossing. Zolang wij niet doordrongen zijn van deze waarheid, zijn wij nog gevangene van ‘omstandigheden’.
Het tijdperk waarin wij leven kan zeker omschreven worden als een ‘goede tijd voor de joden’ vergeleken met wat onze voorouders hebben meegemaakt.
Nationaal Holocaust Museum
Het is dan goed dat juist wanneer de zon schijnt ook een museum gebouwd wordt die de donkere wolken in ons vizier houdt.
Ik doel op het oprichten en opening van het Nationaal Holocaust Museum deze week. Hoe triest was het om te zien (en horen) dat die wolk niet slechts een herinnering aan een vroegere tijd is, maar spreidt zijn pikdonkere schaduw over ons hier en nu.
Juist nu moeten wij onze ogen richten op het vuur, op de licht, die warmte geeft en richting wijst naar de ultieme verlossing!
Parochet juit 1944
De Tora is ons leven, tekst op Parochet (voorhang) gemaakt in het Japanse krijgsgevangenkamp Changi bij Singapore, waar het dienst doet in een door gevangenen opgerichte synagoge.
141 cm x 100 cm , 1944
Geschonken door Rabbijn Chaim Nussbaum.
Collectie Joods Museum, Amsterdam
Ik mocht het nieuwe museum bezoeken en tussen de vele voorwerpen die er te zien zijn, vielen mijn ogen op een Parochet (voorhangsel) dat in het krijgsgevangenkamp Changi in Singapore hing (*). Misschien omdat het woord Parochet ook een verwijzing is naar de Misjkan, misschien omdat het geschonken is door Rabbijn Chaim Nussbaum die in Scheveningen opgegroeide of misschien wegens de tekst dat op de Parochet staat: “De Tora is ons leven!”
“Zelfs hun eigen feestdagen respecteren ze niet.”
Tot slot, met al dat geroep en de meest krankzinnige beschuldigingen die tegen ons werden geuit, moest ik wel aan het volgende denken:
Een antisemiet slaat een Jood in het gezicht. De Jood lacht en geeft hem een briefje van tien euro.
“Waarom geef je me geld?” vraagt de antisemiet.
“Je hebt mazzel” antwoordt de Jood. “Toevallig vieren wij vandaag een feestdag waarop we geacht worden nederig te zijn en het is gebruikelijk om geld te geven aan iedereen die ons slaat.”
De antisemiet besluit om Rothschild op te zoeken en hem een paar klappen te geven…
Bij Rothschild ging de reactie anders. De bewakers van de bankier hebben hem onmiddellijk beet gepakt en in elkaar geslagen.
De teleurgestelde antisemiet mompelde: “Wat zijn die Joden toch vreselijk; zelfs hun eigen feestdagen respecteren ze niet.”
cover collage Bloom
Geef als eerste een reactie