Mijn leven in tentoonstellingen, het zou een boek kunnen zijn. Wereldwijd heb ik er inmiddels vele honderden bezocht. Maar zelden was mijn bezoekervaring zo gelaagd als in Leipzig bij Ausgestopft und Ausgestellt? in het GRASSI Museum voor Volkenkunde.*
Ausgestopft und Ausgestellt? Versuch einer Begegnung mit Jüdischen Museen stelt vragen over het fenomeen ‘Joods museum’.
Hoe interpreteren en representeren Joodse musea ‘Joods-zijn’, hoe ‘Joods’ zijn uiteenlopende Joodse musea zelf, en welke maatschappelijke positie kiezen deze musea? Het zijn ook vragen die spelen in mijn onderzoek in de synagogen van het Amsterdamse Joods Cultureel Kwartier. En als deze vragen leven onder lezers van De Vrijdagavond, zie ik uw reacties graag hieronder tegemoet.
Wie laat wie zien, en wie ziet wat?
Ausgestopft und Ausgestellt? toont bijna honderd gebruiksvoorwerpen, ceremoniële objecten en kunstwerken uit collecties van zo’n dertig Joodse musea en andere bruikleengevers uit Europa, de Verenigde Staten, Israël en Australië.
De titel verwijst naar de tegenvraag die Paul Grosz (1925-2009), lang voorzitter van de Joodse Gemeente in Wenen, opwierp toen hem in 1989 werd gevraagd hoe hij dacht over de oprichting van een Joods museum in zijn stad: ‘Moeten Joden en Jodinnen daar worden bewonderd als opgezette [‘Ausgestopfte’] Indianen?’
In Grosz’ reactie klinkt een invoelbaar onbehagen door. Wordt een Joods museum niet al te snel een plek van teloorgang en ongemakkelijke afstandelijkheid? In voorbereiding op Ausgestopft und Ausgestellt? onderzochten de initiatiefnemers hoe Joodse musea wereldwijd zichzelf definiëren, welke thema’s deze musea van belang achten, en hoe zij dat vertalen in hun verzamel- en presentatiebeleid.
Voorbij de koloniale blik
Onder de noemer REINVENTING GRASSI.SKD werken museumdirecteur Meijer-van Mensch en haar team aan de stapsgewijze transformatie van dit klassiek ogende volkenkundige museum in Leipzig. Stel uzelf iets voor als het Tropenmuseum begin jaren negentig, vitrines met veergetooide mannequins en nagebouwde lemen hutten.
Vanaf de negentiende eeuw gaven volkenkundige musea uitdrukking en richting aan een koloniaal wereldbeeld, waartoe zij de niet-westerse ‘Ander’ volgens een evolutionaire ordening in glazen hokjes stopten.
Vandaag de dag presenteren deze musea zich steeds meer als ‘wereldmusea’. Die veranderende positionering vertaalt zich in een kritische benadering van de verwervingsgeschiedenis van collecties, in teruggave van objecten aan herkomstlanden en in het streven naar een meerstemmige programmering.
Een gelaagd verhaal
Voor Ausgestopft und Ausgestellt? kozen de tentoonstellingsmakers de zaal over ‘Centraal Azië’ als drager. Zo ontstaat een interessante wisselwerking: het fenomeen Joods museum wordt bevraagd tegen de achtergrond van een volkenkundige opstelling.
De bestaande vitrines zijn grotendeels afgeplakt. Van de gezichtsloze, tijdloze poppen gehuld in exotisch textiel zijn slecht fragmenten zichtbaar, wat leidt tot een onverwachte dialoog met de objecten uit Ausgestopft und Ausgestellt? Door ook delen van de bestaande zaalteksten af te plakken veranderen de makers het narratief; etnografische classificaties van volken en culturele praktijken maken plaats voor bespiegelingen over mensen.
Deze interventies leiden ertoe dat de bezoeker zowel gevestigde tentoonstellingspraktijken van volkenkundige musea als vanzelfsprekendheden binnen Joodse musea kritisch gaat bezien. Het is overigens niet alleen deze gelaagdheid die Ausgestopft und Ausgestellt? tot een krachtig statement maakt. Het geheel overtuigt ook door de helderheid waarmee de makers de door hen geselecteerde voorwerpen beschrijven en bevragen.
Beladen voorwerpen
Een fragment van de Triomfboog van Titus – te zien zijn uit de Tempel geroofde ceremoniële voorwerpen – symboliseert het begin van de Diaspora.
Daarnaast ligt de catalogus van de Anglo-Jewish Historical Exhibition in Londen (1887), een van de eerste tentoonstellingen van Joodse religieuze ‘kunst’ voor het grote publiek. De catalogus ligt opengeslagen bij een groslijst van voorwerpen; de Tempel lijkt hier nog verder weg.
Het thema ‘Het Joodse Systeem’ toont onder andere kopergravures van de Franse illustrator Bernhard Picart (1673-1733). Picart verbeeldde in zijn Cérémonies et coutumes religieuses de tous les peuples du monde het Jodendom aan de hand van scènes uit onder andere de Portugese Synagoge in Amsterdam.
Jodendom of Joods religieus leven?
‘In Joodse musea’, zo vermeldt het bijschrift, ‘dienden en dienen Picart’s gravures als gezaghebbende, tijdloze en universele illustraties van de Joodse religie.’ De tentoonstelling wijst op de parallellen tussen museologische concepten als het ‘etnografische systeem’ en het ‘Joodse systeem’. In dat laatste geval versmalt het Jodendom tot een religieuze denominatie.
Het is misschien de valkuil van een aparte opstelling ‘Religie’ in een Joods museum. Het kan ook anders: het Jüdisches Museum Berlin en POLIN Muzeum Historii Żydów Polskich verweven het verhaal over Joods religieus leven met de cultuurhistorische opstelling, daarmee de doorgaande wisselwerking met de omgeving en de tijd benadrukkend.
Archetypische stijlkamer
Verderop ligt een Esther-rol als representatie van de feestdagen en tonen foto’s een archetypische stijlkameropstelling met een sjabbestafel. Herkenbare voorstellingen voor wie vaker in Joodse musea verkeert, maar de makers stellen subtiel de vraag of de dynamiek van Joods (religieus) leven wel in deze vormen te vangen is.
Verderop toont Ausgestopft und Ausgestellt? objecten die normaliter in het depot blijven omdat ze te politiek gevoelig zijn, of die als Joods werden gelabeld in een periode waarin ceremoniële voorwerpen steeds meer als verzamelobjecten werden gezien.
Een voorbeeld is een veronderstelde besamim (specerijen) houder in de vorm van een zilveren Hollands windmolentje. Het bijschrift prikkelt om kritischer te kijken dan de verzamelende instelling eertijds: ‘Hoe kun je hier kruidnagels in doen, hoe moet je hieraan ruiken, hoe kun je het weer leegmaken? En hoe zou iemand een zegen moeten uitspreken over een windmolen?’
De tentoonstelling sluit af met ‘Drawings for Triumphs and Laments (Spoils from the Temple of Jerusalem)’, een werk van William Kentridge (2014).
William Kentridge
‘The triomftocht van de één is de weeklacht van de ander’, stellen de tentoonstellingsmakers in de begeleidende tekst.
Ausgestopft und Ausgestellt? presenteert een gevarieerde selectie voorwerpen; toch ontbreekt een presentatievorm die ik in meerdere recent vernieuwde Joodse musea aantrof.
Videoportretten
ANU Museum of the Jewish People in Tel Aviv, het Jüdisches Museum Berlin en het Jüdisches Museum Frankfurt benadrukken de dynamiek en diversiteit van het hedendaagse Joodse leven met videoportretten waarin mensen vertellen wat Joods zijn voor hen betekent: in Tel Aviv is dat de allereerste exhibit in de zaal The Mosaic. Identity and Culture in Our Time (zie mijn eerder blog), Berlijn sluit haar vaste opstelling Jüdische Geschichte und Gegenwart in Deutschland af met Mesubin (De Verzamelden), en Frankfurt doet in haar vaste opstelling Wir sind Jetzt: Jüdisches Frankfurt von der Aufklärung bis zur Gegenwart iets vergelijkbaars met Ask the Rabbi.
Goed om te bedenken dat ook deze multimediale opstellingen door museumprofessionals bedachte representaties zijn. Valt Joods leven of Joods-zijn überhaupt te vangen in objecten en installaties?
Bemiddelende rol Joods museum
Ik denk dat voorwerpen en tentoonstellingsvormen vooral een bemiddelende rol vervullen. Het is zeker zo interessant om te kijken naar wat zich afspeelt rondom en tussen die objecten en installaties, bij bezoekers zelf. Een voorbeeld is de lege vitrine uit de tentoonstelling Die ganze Wahrheit … was Sie schon immer über Juden wissen wollten (in 2013 te zien in het Jüdisches Museum Berlin), die ook in Ausgestopft und Ausgestellt? staat opgesteld.
Het bijschrift legt het gebruik van de lege vitrine uit: ‘Joodse medewerkers en gasten namen om beurten plaats in een vitrine om vragen en opmerkingen van museumbezoekers te beantwoorden. Dit liet de discrepantie zien tussen door anderen worden tentoongesteld en zelf-representatie’ (foto Paul Ariese).
Paul Auster-achtige gelaagdheid
Ausgestopft und Ausgestellt? heeft een Paul Auster-achtige gelaagdheid. Het is een moedige en transparante vorm van nadenken over de rol en de impact van Joodse musea én volkenkundige musea. De makers richten zich met deze experimentele tentoonstelling primair tot hun museumcollega’s.
Toch hebben de vragen over beeldvorming iedere bezoeker iets te zeggen. Wie rondkijkt in musea ziet in het glas in de eerste plaats zichzelf weerspiegeld. Ik beluister dat ook in mijn onderzoek onder museumpubliek in het Joods Cultureel Kwartier: ‘Waarom bezoekt u vandaag het Joods Museum, of de Portugese Synagoge?’
Verruimen en verdiepen
De antwoorden vertellen iets over het Joods Cultureel Kwartier en veel over de respondenten zelf: ‘Omdat mijn familie hier generaties terug woonde. Omdat ik mijn Joodse vrienden beter wil begrijpen. Omdat ik het belangrijk vind om in deze spannende tijd mijn betrokkenheid met Israël en de Joodse gemeenschap te tonen.’
Aan Joodse musea de opdracht om de blik van hun bezoekers steeds weer te verruimen en te verdiepen. GRASSI maakt tastbaar dat over Joodse musea fundamentele vragen te stellen zijn, zonder eenvoudige of eenduidige antwoorden aan te reiken. Maar wacht eens, is het stellen van vragen ook niet juist waar het in Joodse musea om draait?
Verantwoording
Voor het schrijven van deze bijdrage heeft de auteur gebruik gemaakt van de catalogus „Ausgestopfte Juden?“ Geschichte, Gegenwart und Zukunft Jüdisches Museen, de museum-website en notities gemaakt tijdens zijn bezoek op 19 december 2023.
Praktische informatie
* Ausgestopft und Ausgestellt? Versuch einer Begegnung mit Jüdischen Museen is nog tot en met 14 januari 2024 te zien in GRASSI Museum Leipzig
Johannisplatz 5-11
04103 Leipzig
Cover: beeld uit Ausgestopft und Ausgestellt? Versuch einer Begegnung mit Jüdischen Museen in het GRASSI Museum für Völkerkunde zu Leipzig
Geef als eerste een reactie