‘Struikelen’ over herinneringen aan Joodse buren 

Plantage Middenlaan oude foto

De opening dit voorjaar van het Nationaal Holocaust Museum in de Plantage Middenlaan was de aanleiding om rondom de voormalige Hollandsche Schouwburg en de tegenoverliggende Hervormde Kweekschool en crèche zo’n honderd Stolpersteine te plaatsen. 

Ze accentueren het Joodse karakter van de buurt. Naar verwachting zal het aantal struikelstenen verder toenemen. De herinnering aan hen wordt zo beter zichtbaar. 

Ruim dertig jaar geleden begon de Duitse kunstenaar Günter Demnig met het project Stolpersteine. 

Gedenkstenen

De messing Stolpersteine zijn nadrukkelijk geen grafstenen, maar gedenkstenen om even stil te staan bij het lot van slachtoffers en gezinnen die plotseling uit elkaar zijn gerukt onder het nazisme. Ze worden in de stoep geplaatst voor de laatste vrij gekozen woning van slachtoffers. Het is een aanvulling op andere vormen van herdenking van de holocaust. 

Zoals het Joods digitaal monument, dat vanaf 2005 online is, waarin alle – meer dan 100 duizend – vervolgingsslachtoffers zijn opgenomen. Sinds september 2021 kennen we ook het Nationaal Namenmonument in de Weesperstraat waar iedere slachtoffer een eigen herinneringssteen heeft*. En sinds kort dus het Nationaal Holocaustmuseum waar in brede zin kennis kan worden genomen van de omstandigheden waaronder al die ‘namen’ zijn omgekomen. 

Creche Plantage Middenlaan, 1941, beeldbank JCK

Stiltes in het straatbeeld 

Die aandacht kan niet verhelen dat het verdwijnen van een groot deel van de Joodse gemeenschap tot stiltes heeft geleid in straten en buurten waar ze ooit hebben geleefd. Struikelstenen in het gewone straatbeeld komen daaraan in bescheiden mate tegemoet. 

Wie in de afgelopen jaren het Joods (Historisch) Museum in de Nieuwe Amstelstraat heeft bezocht, zal het waarschijnlijk niet zijn ontgaan dat bij de buren voor de deur struikelstenen zijn geplaatst. Nu zijn ze – op verzoek van de directie – ook voor de deur van de buren van het Holocaustmuseum geplaatst. Zij versterken de herinnering aan de Joodse buurt die de Plantage ooit was. 

Aangevraagd door kinderen en kleinkinderen

Sinds 2007 zijn er in Nederland meer dan zevenduizend Stolpersteine geplaatst. In Amsterdam liggen er 2500. 

Gewoonlijk worden Stolpersteine aangevraagd door kinderen en kleinkinderen. Of door nieuwe bewoners van huizen die ontdekken dat vorige bewoners slachtoffer zijn geworden van de Holocaust-terreur. Dan zijn al veel genealogische gegevens bekend. In dit geval is er uitgegaan van het digitaal monument, waarin ook gezocht kan worden op het laatste woonadres. De adressen en bijbehorende namen van bewoners laten zich goed combineren met het bevolkingsregister in het Amsterdamse stadsarchief, met de algemene website WieWasWie en de krantensite Delpher. De zoektocht naar omgekomen familieleden is zo enigszins vereenvoudigd. Andere internethulpmiddelen – social media als Facebook, LinkedIn, X en genealogische sites als MyHeritage en Geneanet – worden vervolgens ingezet op zoek naar familieleden en afstammelingen. In een enkel geval, zoals die van pensionhouder Leendert Halberstadt, blijkt er al een familielid te zijn die een uitgebreide stamboom heeft ontwikkeld. Langs die weg is het betrekken van nabestaanden bij de plaatsingsceremonie eenvoudig. 

Pension Frank en prensions van Isaäc Naphtalie Kleerekoper, Fredrik Groente en Leendert Halberstadt

Uit de verzamelde gegevens blijkt dat in de panden naast het huidige museum enkele pensions gevestigd waren, zoals Daniël Metz beschrijft in een overzichtsartikel uit 2010

“De meeste pensions vinden we in Amsterdam. Dat is niet verwonderlijk voor de stad met de grootste Joodse populatie. (…) Op de Plantage Middenlaan bevond zich een aantal grote pensions vlak bij elkaar. Op nummer 16 zat bijvoorbeeld het pension van Isaäc Naphtalie Kleerekoper (7 inwoners) met daarnaast, op nummer 18, het pension van Fredrik Groente (14 inwoners). Aan de overkant, op nummer 17, had Leendert Halberstadt een groot huis voor alleenstaande Joodse vrouwen. Op het moment van registratie had hij maar liefst 25 huurders.” 

Wie nu langs deze adressen loopt, vindt voor de hoofdingang van het Holocaustmuseum een struikelsteen voor Pension Frank, dat door Metz niet wordt genoemd. Het pension zat ingeklemd tussen de Kweekschool en de Crèche. De veertien gasten die daar de eerste oorlogsjaren verbleven, hebben de oorlog niet overleefd. 

Pand en tuin van Pension Frank speelden een rol in de ontsnappingen die onder strakke regie van Henriëtte Pimentel zijn uitgevoerd. Zie over Pimentel, de directrice van de crèche: Tante Jet, een leven voor haar kinderen.

De bewoners van dit stukje Plantage Middenlaan komen, net als de pensiongasten, uit verschillende delen van het land of van ver daarbuiten. De Amsterdamse bedrijvigheid zoals de diamantindustrie had hen tot deze stad aangetrokken. 

Anderen ontvluchten in de jaren dertig hun geboorteland in de hoop daarmee veilig te zijn voor het nazisme. En enkeling wilde zich als Palestina Pionier voorbereiden op emigratie naar het ‘beloofde land’. De diversiteit was net zo groot als in heel Amsterdam. 

Stolpersteine gelegd in 2024

Op 20 en 23 februari 2024 zijn de eerste Stolpersteine geplaatst op dit stuk van de Plantage Middenlaan. Op 8 maart volgde de herdenkingssteen voor Henriëtte Pimentel, op nummer 31, het adres van de crèche. 

Bij het pension Halberstadt (nr 17) en de tandartsenpraktijk van Henri Schaap (nr 9) vinden thans bouwwerkzaamheden plaats, zodat de onthullingsceremonie waarschijnlijk na de bouwvakvakantie plaatsvindt. 

Het is kenmerkend voor de praktische problemen waarmee de plaatsing gepaard gaat. Zoals bijvoorbeeld ook onderhoud aan trottoirs en aanleg van glasvezelkabels voor problemen zorgen. Dat leidt er soms toe dat de koperen stenen enige tijd weg zijn.

Stolpersteine voor het voormalige pension Frank, gelegd 20 februari 2024 Deze stenen liggen voor de hoofdingang van het Nationaal Holocaust Museum. Foto Robin Adamek

Respect

Het aantal Stolpersteine in Amsterdam groeit gestaag. Een wedstrijd is het niet. Maar het duurt nog wel even voordat het aantal Stolpersteine in verhouding staat tot de tachtigduizend Joden die voor de Tweede Wereldoorlog voor zo veel levendigheid in de stad zorgden.

Zij krijgen zo de herinnering en het respect voor de bijdrage die de bewoners aan Mokum hebben geleverd. 


*noot van de redactie: niet alle namen staan op het Nationale Namenmonument, zie: Ontbrekende Namen, in gesprek met Jacques Grishaver.

Meer informatie, ook over het aanvragen van Stolpersteine: Stichting Stolpersteine 


cover: Stadsarchief Amsterdam, beeldbank. Olie, Jacob (1834-1905). Plantage Middenlaan 88-86-84

Over Jeroen Sprenger 21 Artikelen
Jeroen Sprenger was van 2016 tot zomer 2022 voorzitter van de Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie (NKvJG). In die hoedanigheid was hij eindredacteur van 'Gezichten van Joods Verzet' (2020). Van 1999 tot 2015 was hij werkzaam voor de rijksoverheid, eerst als directeur Communicatie van het ministerie van Financiën (1999-2009). Als zodanig was hij verantwoordelijk voor de voorlichting over de invoering van de euro. Daarna was hij directeur Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl voor bouwprojecten van de Rijksoverheid. Vóór zijn werk bij de Rijksoverheid was hij voorlichter bij de FNV. Jarenlang was hij binnen de NVJ voorzitter van de sectie Voorlichters. Sinds 2012 is hij webmaster van de website Het geheugen van de vakbeweging.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*