Deze week naderen we het einde van de serie toespraken van Mosje.
Vorige week nog lazen we 74 mitswot volgens de telling van Maimonides. Geen andere parasja heeft zoveel mitswot. Na dit spervuur verandert de toon van de toespraken.
Mosje geeft het volk een aantal instructies voor handelingen die jaarlijks of eenmalig moeten worden gedaan. De jaarlijkse handelingen sluiten nog aan op de mitswot van de afgelopen weken: hoe moet iemand zijn eerste vruchten en de tienden voor de armen en levi’iem naar Jeruzalem brengen? Na een kort intermezzo over de relatie tussen G’d en het joodse volk, geeft Mosje de instructie om na het oversteken van de Jordaan de tekst van de tora op grote stenen te schrijven. Ook instrueert hij de kohaniem om het volk later op de bergen Gerizim en Eval een serie zegeningen en vervloekingen uit te spreken. Dit als naderende climax van zijn toespraak.
Waarschuwing
Hierna volgt de pièce de résistance: de langste aliya (stuk waarbij iemand naar de tora wordt geroepen) uit de hele tora van bijna drie kolommen lang, met daarin vooral de tochacha, de ‘tuchtiging’. De tochacha is een waarschuwing van wat er zal gebeuren als we ons niet aan de mitswot van G’d houden.
Er zijn twee tochachot in de tora. De eerste is in de parasja Bechoekotai. Als we de twee teksten vergelijken, vallen een paar zaken op. Ten eerste is de tochacha in Kie Tawo twee keer zo lang. Ook is de tekst veel explicieter en plastischer over de rampspoed die over ons uitgestort zal worden. Tot slot is het einde verschillend. De tochacha in Bechoekotai eindigt met de positieve noot dat G’d ons en onze voorouders zal herinneren. In Kie tawo eindigt de tekst dat we in ballingschap zullen gaan in Egypte, we onszelf als slaven aanbieden, maar niemand ervoor wil betalen. Einde oefening, zo lijkt het.
Uiteindelijk volgt ook na de tochacha in Kie Tawo een/de verlossing. Maar pas in de parasja van volgende week gaat Mosje er uitgebreid op in en beschrijft hoe wij tesjoewa zullen doen en tot G’d zullen terugkeren en G’d ons dan zal terugbrengen naar het beloofde land.
Bewaak de woorden van dit verbond en voer ze uit zodat je wijs zal handelen.
Mosje blijkt in zijn versie van de tochacha gebruik te maken van een cliffhanger. Op het heftigste punt maakt hij een onderbreking en richt zich rechtstreeks tot het volk:
“Mosje riep het hele volk bijeen en zei tegen hen: ‘jullie hebben gezien wat G’d voor jullie ogen heeft gedaan in Egypte: met Pharao, met zijn dienaren en zijn land. De grote beproevingen die jullie ogen hebben aanschouwd, de tekenen en deze grote wonderen. Heeft G’d jullie tot nu toe geen hart (verstand) gegeven om het te begrijpen en ogen om het te zien?! Ik heb jullie veertig jaar door de woestijn geleid: jullie kleding is niet versleten en jullie schoenen zijn niet van jullie voeten gevallen. Jullie hebben geen brood gegeten en geen wijn gedronken [want er was manna en een waterbron, MH]. […]. Bewaak dus de woorden van dit verbond en voer ze uit, zodat je wijs zal handelen [en succesvol zult zijn, MH] in alles wat je doet.’” Dewariem 29:1-5, 8, eigen vertaling
Mosje lijkt een laatste, ultieme poging te doen om tot het volk door te dringen. We hebben gezien dat het volk ondanks alle wonderen, groot en klein, blijft twijfelen aan G’d en verkeerde keuzes maakt. Het maakt niet uit of ze grote wonderen te zien kregen, of kleine wonderen, zoals de schoenen. Het dringt niet tot het volk door. Zullen de vermanende woorden van de tochacha dan wel het verschil maken?
Gevolgen onze daden
Door te pauzeren na het dieptepunt en het volk nogmaals op zijn eigen verantwoordelijkheid aan te spreken, benadrukt Mosje dat onze daden gevolgen hebben. We kunnen ons niet zomaar van de tora onttrekken. In het tweede deel van dit intermezzo, volgende week in parasja Nitsawiem, zegt Mosje dan ook expliciet, dat je niet moet denken: “het zal mij goed gaan, ik volg mijn eigen hart (verstand) wel” (29:18). We ronden niet meteen af met de uiteindelijke verlossing, maar blijven een weekje stilstaan (letterlijk, Nitsawiem betekent staan) bij de consequenties van onze acties.
Deze parasjiot lezen we altijd vlak voor Rosj Hasjana. We kunnen dit makkelijk zien als een oproep om onze eigen daden te overdenken en vooruit te kijken naar welke keuzes we voor het komend jaar willen maken.
Scala aan communicatievormen
In deze parasja zien we dat Mosje een groot scala aan communicatievormen uit de kast haalt om tot ons door te dringen: hij schetst een lonkend perspectief van de zegeningen, maar houdt ook straffen in het vooruitzicht. Hij instrueert het volk welke acties ze moeten doen, maar geeft ook een spirituele, mystiek beeld van de relatie tussen het volk en G’d. En tot slot probeert hij het nog op hun/ons gemoed te spelen.
Welke variant spreekt u als lezer het meest aan? Welke vorm van communicatie raakt u het meest? Wat zet u voor Rosj Hasjana en Jom Kipoer het meest aan het denken?
Laat het weten in de reacties hieronder.
Cover: collage Bloom
Geef als eerste een reactie