Toespraak van Ephraïm Goldstoff op de Rosj Hasjana receptie van de Cultuurkring van De Vrijdagavond in de Obrechtsjoel. De Cultuurkring verzorgt wekelijks de verhalen over joodse kunst en cultuur in De Vrijdagavond.
Geachte aanwezigen,
Graag stel ik me even voor. Mijn naam is Ephraim Goldstoff, auteur van De Vrijdagavond en bestuurslid van de Rav Aron Schuster synagoge (Ras) ofwel de Obrechtsjoel.
Namens het bestuur van de Ras heet ik u van harte welkom. Het bestuur van de Ras-sjoel heeft deze ruimte voor deze gelegenheid belangeloos ter beschikking gesteld.
Wat is mijn betrokkenheid bij De Vrijdagavond?
Ongeveer zestig jaar geleden kwam ik in aanraking met De Vrijdagavond.
Ik heb hier een groot boek bij me, u kunt hier allen straks doorheen bladeren. Er staan twee originele jaargangen in van het gedrukte weekblad De Vrijdagavond uit 1926 en 1927. Ik vond deze verzameling in de boekenkast van mijn grootvader die bij ons inwoonde.
Terug naar 2021
Terug naar 2021 toen ik bij een of andere gelegenheid Channa Kistemaker ontmoette met wie ik uitvoerig sprak. Ik vertelde haar een verhaal. Dat doe ik vaker. Ze zei ‘dit is een heel bijzonder verhaal, dat moet je opschrijven en insturen naar de redactie van De Vrijdagavond.’
Wacht even, we leven in 2021 en niet in 1926? Toch? Ze klaarde me op. Ik vond een mailadres, en stuurde een mail met mijn verhaal naar de redactie. Kreeg onmiddellijk antwoord. Maar dat gaat zomaar niet, schreef eindredacteur Wanda Bloemgarten me. Het is een goed verhaal en ik zal het voor deze keer redigeren, maar voortaan kun je je verhalen niet op deze manier aanleveren.
Ongeveer achthonderd
Je moet ze in Word zetten. Schrijf je verhalen in ongeveer achthonderd woorden, drieduizend is echt veel te lang.
Is het de bedoeling dat ik dan al die woorden ga tellen? Was mijn vraag. Nee hoor, dat zie je wel als je Word gaat gebruiken, daar zit een woordtelfunctie in.
Wanda en ik kregen een band zonder dat we elkaar ooit hadden ontmoet. Die band werd versterkt toen we elkaar voor het eerst ontmoetten. Ik begon te schrijven, bijna wekelijks rolde er een verhaal uit mijn pen. Ik kreeg er plezier in. Ik kreeg bekendheid en heel veel positieve reacties uit binnen- en buitenland. Ik ben er zojuist pas achter gekomen dat ik ook kan, en eigenlijk ook moet, antwoorden op de reacties op mijn artikelen.
Antwerpen
Mijn jongste broer Tali woont in Antwerpen. Hij kreeg, inmiddels drie weken geleden, een telefoontje uit Nederland van een voor hem onbekend nummer. De meneer vroeg hem: ‘Bent u de broer van Ephraim?’ ‘Ja,’ bevestigde Tali. ‘Neemt u mij niet kwalijk dat ik u stoor, maar ik ben een grote fan van uw broer.’
Tali had geen idee waar die man het over had. ‘Ik kan zijn telefoonnummer niet vinden, maar wel het uwe. Ik wil uw broer een cadeau sturen. Hij werkt toch op de Diamantbeurs? Kan ik daar een cadeau naartoe sturen?’
Nou ik dacht het niet, was zijn antwoord. Maar met uw goedvinden zal ik uw nummer aan Ephraim geven dan wordt u door hem teruggebeld. Ik belde deze meneer in Woerden. Met De Jong. U spreekt met Ephraim. Oh meneer Ephraim, ik ben een grote fan van u. Ik geniet van uw verhalen en kan niet wachten totdat ik een nieuw verhaal van u kan lezen. Ik ben zo blij met u dat ik u een cadeau wil geven.
Woerden
Ik woon in Woerden, daar zijn verschillende kaasfabrieken die hun koosjere kazen leveren aan Mouwes. Mag ik u een kaas sturen? Ik geef mijn adres af. Een week later. Met De Jong uit Woerden, meneer Ephraim, ik heb een probleem. Ik was bij een kaasfabriek, maar die produceert alleen maar kazen van zeventien kilogram. En ze konden hun kaas niet kleiner maken of delen in kleinere stukken. Maar ik heb de oplossing gevonden. Op twee passen afstand van mijn huis produceert een andere kaasfabriek koosjere kazen van 4.5 kilogram, daar zal ik u er een van sturen.
Met grote dankbaarheid heb ik inmiddels de kaas ontvangen en smul ervan. Dank, dank meneer De Jong voor de heel bijzondere traktatie. Die geeft mij een extra stimulans om door te gaan met dit mooie werk, om mensen blij te maken.
Blij
Dank De Vrijdagavond voor je bestaan en ik wens je nog vele jaren van publiceren en het blij maken van mensen.
foto’s cover en van receptie: ©Patrick Auerhaan
De Vrijdagavond
uw wekelijkse kwaliteitskrant
donaties gaan naar de ANBI-Stichting Hallo Joods, de uitgever van
De Vrijdagavond, en zijn aftrekbaar als gift goede doelen
Geef als eerste een reactie