“En u zult mijn regels en mijn rechtswetten in acht nemen die de mens vervult en erdoor in leven blijft” (Wajikra 18:5)
613 voorschriften heeft de Eeuwige ons geopenbaard op de berg Sinaï. En deze zijn er niet om er zo nu en dan een blik op te werpen of om iets uit te plukken om deze even te gaan vervullen. Nee, het is een totaalstelsel waarvan elk onderdeel onlosmakelijk verbonden is met het rest van het systeem.
Maar allemaal wel om, en dat vertelt de Tora ons deze week om “erdoor in leven te blijven”.
Zou er ooit G’d verhoede een situatie ontstaan waarin het naleven van de geboden de voortgang van leven in het gedrang zou komen, dan gaat het leven altijd voort. Vasten op Jom Kippoer is een plicht. Zou hierdoor een dreigende levenssituatie ontstaan, dan mag er niet alleen niet gevast worden. Dan móét er gegeten worden. Op sjabbat geen licht maken, geen gebruik van vervoermiddelen. Daar waar dit een bedreiging van het leven kan veroorzaken, dan dwingt te Tora ons om alles te doen om het leven voortgang te laten vinden. ‘Erdoor in leven blijven’.
Na de bevrijding
Drie volgelingen van Rabbijn Hager, de Rebbe uit het Hongaarse Vizhnitzer, ontmoeten in Boedapest hun Rebbe voor het eerste keer direct na hun bevrijding uit de kampen.
‘Rebbe, huilt een van hen: ‘daar in die afschuwelijke plaatsen moesten wij eten om in leven te blijven. Maar er was niets wat ons was toegestaan. En toch hebben wij gegeten…’. Hoe kunnen wij dit verantwoorden tegenover de Eeuwige?’
De Rebbe richt zijn blik op de drie mensen die voor hem staan. Ze zijn broodmager, ze kunnen nauwelijks rechtop staan. Inderdaad, moeten zij die hel op aarde ternauwernood hebben overleefd.
Zachtjes spreekt hij hen toe. ‘Lieve mensen. Ik heb twee vragen. Was er werkelijk niets anders te eten dan het voedsel dat niet koosjer was?’ Zij knikken. ‘En hebben jullie ooit een moment gehad dat jullie juist van dat voedsel meer hebben gegeten dan nodig was om in leven te blijven?’ Nu schudden zij hun hoofd. ‘Nooit. Want er was altijd tekort. Dat wat wij in onze mond stopten was net genoeg om hier vandaag voor u te kunnen staan’.
Devote gedachten
Nu laat de Rebbe ook zijn tranen de vrije loop. Tussen het snikken door zegt hij. ‘Halewai, was het maar zo, dat ik mijn matsa op Pesach kan eten en kan vasten op Jom Kippoer met dezelfde devote gedachten en intenties waarop jullie door het eten van niet-koosjer voedsel het G’ddelijk gebod van ‘erdoor in leven te blijven’ zijn nagekomen.
‘Kinderen Israëls, jullie zijn geheiligd door de Eeuwige’.
Geef als eerste een reactie