Leo Mock z”l heeft ons een fraaie bundel nagelaten over magie, een niet alledaags onderwerp. Of juist wel alledaags, maar beseffen we het niet?
We zijn meer door magie omringd dan we denken. Afkloppen op ongeverfd hout, wanneer zeggen we dat? Gaat u eens bij uzelf te rade wanneer dat wordt gezegd. Een voorbeeld, stel dat ik zeg: ‘ik heb het hele jaar nog geen ziekte gekregen’. Op zo’n moment zeggen we afkloppen.
Antropologen, kenners van magie, leggen uit dat deze gewoonte wellicht teruggaat naar het leven in de natuur. Bosgeesten horen jou iets zeggen dat als hovaardig zou kunnen worden opgevat. Daarmee nodig je het boze oog of kwade demonen uit. Door te kloppen op een boom (ongeverfd hout) jaag je de demonen weg.
Gebroken glas
We kunnen nu ook een vermoeden krijgen waarom het gebruik bestaat om een stukje van een huis ongeverfd te laten. Perfectie trekt het boze oog aan. Ook het breken van een glas bij het huwelijk kan zo worden geduid: het geluk van het bruidspaar dient te worden beschermd tegen jaloezie, zeg maar het boze oog. Dat rabbijnen het gebroken glas liever met de herinnering aan de verwoesting van de tempel verbinden is begrijpelijk. Er is al in de bijbel een sterke neiging om natuurrituelen – en feesten te transformeren tot het gedenken van momenten in de geschiedenis. We noemen dit appropriatie: het toeëigenen van een bestaand ritueel en er een nieuwe duiding aan geven overeenkomstig de eigen identiteit. We zullen nog andere voorbeelden daarvan zien.
Is die duiding van het wegjagen van een boze geest de juiste verklaring? Kenmerkend is dat we ons in elk geval niet meer bewust zijn, maar dat het gebruik is blijven bestaan. Dat noemen we een atavisme. Zo kunt u ook eens nadenken over de vraag waarom we losse haren en afgeknipte nagels zo vies vinden. Hygiëne, zo’n typisch rationele verklaring is vast niet de oorspronkelijke verklaring. Ik geef u een kleine hint: in sommige culturen begraven mensen hun afgeknipte nagels…
Magie als Aberglaube
Toch leidt magie een marginaal bestaan. De religie mag graag betogen dat magie is wat andere religies praktiseren, niet de eigen gelovigen. En rationele mensen spreken van bijgeloof en beschouwen magie als een primitief verschijnsel. Zelfs de wereld van de dromen waar de Talmoed zoveel aandacht aan schenkt werd in de rationeel georiënteerde Wissenschaft des Judentums als Aberglaube, bijgeloof bestempeld. Toch zijn er altijd denkers geweest die juist de ‘nachtzijde’ van het bestaan bijzondere aandacht willen schenken.
Dit boek van Leo getuigt daarvan: de wereld van dromen is de Talmoed vertrouwd, want “een droom die niet wordt uitgelegd is als een brief die niet wordt gelezen”.
Deze bundel over magie is een hommage aan de auteur Leo Mock, die ons veel te vroeg is ontvallen. Hij was kenner bij uitstek van de klassieke Joodse geschriften van Midrasj, Talmoed en Kabbala Deze verzamelde artikelen wijzen dan ook op allerhande magische rituelen in het traditionele Jodendom. Zo wordt een ritueel besproken dat een slechte droom ten goede weet te keren. Of een droom goed kon worden uitgelegd hing ook wel af van het gegeven honorarium. De collectiviteit van de synagoge kon ook bij de uitleg ten goede een belangrijke rol, als een soort van groepstherapie.
Magie? Of inderdaad therapie avant la lettre, vaak effectief en altijd goedkoper dan de huidige therapeuten.
Handen wassen en Nagelwater
De nachtzijde van het bestaan komt ook ter sprake in het gebruik om bij het wakker worden de handen te wassen, het onderwerp van Leo’s dissertatie én van een charmant boekje Nagelwater van Minnie Mock, Leo’s moeder, de antropologe. Niet zomaar hygiëne, dat handenwassen: het nachtelijke bestaan kent een onbegrensde droomwereld waarin de ziel kan ronddwalen tot aan de uiteinden der aarde en verder, in verleden en toekomst.
Het lichaam blijft evenwel hulpeloos achter en wordt daarom beschouwd als extra kwetsbaar voor ‘de kwade geest’. Vandaar het wassen van de handen in de ochtend. Demonen houden niet van water: dat weten ze zelfs op het Twentse platteland als het stoepje geschrobd wordt bij een overlijden. Ook wijst Leo terecht op de evangeliën waar Jezus keer op keer demonen uitdrijft. Tegenwoordig zouden we over psychosomatische aandoeningen spreken, maar is er werkelijk zoveel verschil?
Er liggen verbanden tussen geneeswijzen alternatief of niet en magie. Interessant is dat Leo ook wijst op een sociologische dimensie. In Afrika is de afstand tot een kliniek vaak groot, zodat de gezondheidszorg in het dorp zelf door een plaatselijke genezer wordt gedaan. De gemeenschap speelt daarbij een grote rol. Leo wijst op een interessant fenomeen in de Joodse magie die hiervoor een parallel vormt: sommige amuletten bevatten geen tekst.
Kracht van Hebreeuwse woorden
Ongeletterde mensen hebben daar toch iets aan. Sterker nog: zelfs amuletten met teksten bieden bescherming zonder dat die teksten hoeven te worden begrepen. Allerhande godsnamen en zelfs esoterische Hebreeuwse woorden of nomina barbara zijn te vinden in magische papyri, zelfs ver buiten het Jodendom zelf. Zozeer werd waarde gehecht aan de kracht van Hebreeuwse woorden, ook als je die niet kunt lezen.
Toch horen we ook van Leo dat Noach wordt opgedragen zijn geneeskundeboek op te schrijven. Hier zien we een parallel met hermetische geschriften waarin een oerfiguur, Toth of Hermes, wordt gezien als de eerste schrijver van letters van goddelijke oorsprong. Het zijn waarschijnlijk de dichters die deze magische lading van de letters en woorden nog weten aan te voelen. Leo wijst er op dat iets geneeswijze noemen, zelfs al is de werking niet aantoonbaar voor de rabbijnen, ook een middel is om bepaalde vormen van magie toe te staan: denk ook aan het verschil tussen witte magie en zwarte magie.
Rituelen en magie
Naast magie en geneeswijzen hebben we nog een Dritte im Bunde: rituelen. Rituelen hebben bij uitstek te maken met het lichamelijk handelen. We denken misschien dat rituelen op hun retour zijn, maar vanaf het elkaar een hand geven tot allerhande rituelen rond eten, drinken, geboorte en dood treffen we rituelen aan. Kenmerk van al die rituelen is dat ze geen praktisch nut hebben. Sterke nog: juist als handelingen niet langer functioneel zijn kunnen ze ritueel worden: de doop is niet een schoonmaakactie, wel een spirituele reiniging, zelfs de besnijdenis is niet louter een hygiënische maatregel, al denken medici dat al gauw. Uiteraard is het voor onze tijd – die zo op nuttigheid en functionaliteit is ingesteld – moeilijk om rituelen serieus te blijven nemen. Verdwenen zijn ze echter allerminst.
Ook het gebouw speelt een grote rol bij het grensgebied tussen magie en rituelen. Leo wijdt er een heel hoofdstuk aan. Alhoewel voor de rationele stroming van Talmoedgeleerden de synagoge een gewoon gebouw is, werd in de middeleeuwen de sacraliteit ervan wel degelijk gevoeld, als voortzetting van de tempel en zelfs als imitatie van een kerkgebouw. Geen wonder dat bepaalde rituelen juist daar werden uitgevoerd.
Rondgang van Maria en de Torarol
Leo wijst op een wonderlijk ritueel waarbij jonge jongens koeken aten in de synagoge met teksten erop. Zo werd de Torah pas echt een zaak van het hart! Het openen van de ark bij een zwangerschap is een ander voorbeeld van de sacraliteit van de synagoge. Dit is goed vergelijkbaar met het mediterrane gaan naar Maria om vruchtbaarheid af te smeken. Ik zie persoonlijk nogal overeenkomsten tussen Maria, rondgedragen in een mantel gekleed en met een kroon op het hoofd, en de rondgang van de Torarol met mantel en kroon in de synagoge, maar dat zou nader onderzoek verdienen.
Magie hangt dus in elk geval samen met de lichamelijke dimensie van de religie, alweer een nogal verwaarloosd terrein. Ook gender is een essentieel element in magie en niet altijd onschuldig, zo laat Mock zien aan de hand van de beschuldiging van hekserij aan het adres van vrouwen. Maar Leo zou Leo niet zijn als hij dit niet wat zou relativeren: er bestaan in de Talmoed ook mannelijke tovenaars.
Gevaarlijker nog voor de Talmoed is een christelijke genezer, vooral als die succes heeft.
Toch zijn er al in het boek Deuteronomium krachtige verboden van magie. Het lijkt er op dat de rabbijnse traditie wat meer ruimte geeft aan volksdevotie. Feitelijk zien we twee houdingen: de eerste is appropriatie: de toeëigening van een ritueel in de eigen religie en getransformeerd tot de eigen identiteit.
Behalve rond geboorte en huwelijk floreren magische rituelen ook rond de dood. Zo is het zeven keer stoppen van een begrafenisstoet wellicht herinnering aan de val van Jericho. Vergelijkbare rituelen in Afrikaanse culturen laten zien dat het is om boze geesten het spoor bijster te laten zijn. Ook in Groningen op het platteland is er een rondje om de kerk door de begrafenisstoet. Ik laat de voorbeelden van het bedekken van de spiegel en het niet zitten op stoelen tijdens de rouw aan uw verbeelding over: mijn student Roman Nazarenko uit OekraÏne kent beide rituelen uit eigen waarneming van oosters-orthodoxe christenen.
Naast appropriatie is er ook afwijzing: de Kitsoer verbiedt het achterstevoren dragen van een jas bij een begrafenis. Een wonderlijk verbod! Behalve als we bedenken dat een boze geest kan denken dat je die kant op loopt terwijl je feitelijk de andere kant op loopt. Maar het kan rabbijnen dus ook soms te ver gaan!
Reinheidsregels als afgrenzing
Hedendaagse vormen van magie vinden we vooral in de responsaliteratuur die eerder toeneemt dan afneemt, onder meer door internet. Magie is ook sociologisch te duiden zoals Mary Douglas heeft laten zien in haar boek Purity and danger: als je een ultra-orthodoxe gemeenschap wil afgrenzen kunnen reinheidsregels daarvoor prima dienst doen. Leo illustreert dat met de drie weken tussen de rouw om de eerste tempel en de tweede tempel. Die hang naar grotere striktheid is niet zomaar conservatisme: zowel die striktere regels als de meer toegeeflijke benadering kunnen worden gezien als een reactie op de moderniteit.
Zijn piercings afgoderij? Zijn Joodse onderduikers in kerken en kloosters zondaars geweest? En wat te denken van cursussen in traditioneel-Joodse context over andere religies? Films kijken? Enzovoort, het lijkt wel een rubriek: Leo weet raad!
Leo heeft de responsa-literatuur keer op keer uitgeplozen. Daarbij ontstond een verrassend samengaan van traditie en uiterst moderne problemen.
Adembenemende tocht
Dit boek combineert academische geleerdheid met een adembenemende tocht door de wereld van de magie. Niet zomaar achterhaald door wetenschap en techniek; wellicht is de techniek zelf niet ontbloot van magische trekken. Een uitvoerige bespreking van de videogame Wolfenstein in dit boek lijkt dat te bevestigen.
Dit boek laat een onontgonnen gebied van de religie zien, met name van het Jodendom, een gebied dat ook Joden zelf niet altijd bekend is. Om dit goed te kunnen bestuderen is zowel openheid als kritische zin nodig. Leo beschikte op bewonderenswaardige wijze over beide.
Het is mij een eer en een vreugde om het eerste exemplaar van dit boek: Een onttoverde wereld? Over magie in het jodendom, uitgegeven bij Amphora books, aan Leo’s vrouw Yael te overhandigen.
Een onttoverde wereld? Over magie in het jodendom
Leo Mock
Uitgeverij Amphora books, 2024
cover:Jewish Amulets, Design by Avital Dayanim, heyAlma
Geef als eerste een reactie