3 september 2023 – 17 Tisjrie 5783, Amstelveen
Een langgerekt lint aan mensen die rabbijn dr. Leo Mock, Morenoe harav rabbi Jehoeda ben hechaver rabbi Chaim veMinni Chavva, zwijgend begeleiden naar het Rodeamentoshuis over het pad met links en rechts eikenhagen dat als je even door zou lopen je bij een poort brengt.
Als je daar doorheen zou gaan sta je aan het water van het riviertje de Bullewijk, een zijtak van de Amstel. Zo voer men vroeger vanuit de stad naar de begraafplaats. Wie dan vanaf het water de begraafplaats zou betreden, dus niet zoals wij nu doen, gaat onder de poorttekst door uit Jechezkel (Ezechiël) 37:12:
Ko amar H’ Elokiem Hine anie poteach et kivrotechem vehe’elitie etchem mikivrotechem, amie, veheveti etchem el admat Jisrael.
Aldus zegt de Eeuwige God, zie Ik open je graven en Ik zal je uit je graven doen opkomen, o mijn volk, en je brengen naar het land Israel – el admat Jisrael, adama = grond en dus eigenlijk: ik zal je brengen naar de grond van Jisrael.
Menachem Avel
Mij is gevraagd door Michel Waterman om zondag te leren, dus vrijwel de eerste dag van de sjiwwe dat men in het huis van Leo en Yael bijeenkomt, om Harry, David, Hester, Yael, Sarai, Hadar, Naor en Ronie Menachem Avel te zijn, te komen om jullie, ieder van jullie, te troosten.
Wil je dan ’s ochtends, ’s middags of nu, vanavond, vroeg Michel mij. Ik koos voor dit moment, om wat mij gevraagd is zover mogelijk voor me uit te schuiven. Onbewust, omdat ik en wie niet, geen wereld, geen leven, zonder Leo kan bevatten. Wie niet, en dat is misschien, heel misschien, een heel, heel kleine steun, of als het zelfs geen steun is, een gedeelde gedachte dan, voor ieder van jullie.
Leo deelde royaal uit
Mgr. Woorts schreef namens de Nederlandse Bisschoppenconferentie een brief aan de familie. Ik citeer daaruit: “Leo was gesprekspartner, leraar en vraagbaak, maar bovenal was hij een fijn en hartelijk mens.”
OJEC-voorzitter dr. Piet van Midden, predikant in de Protestantse kerk, zegt: “Een mens heb je nooit alleen. Je moet delen met anderen. Jarenlang mochten we gebruik maken van Leo’s kennis, betrokkenheid en humor. Leo deelde royaal uit.”
Dat een leven zonder Leo zo’n diepe insnede maakt, op zovelen.
Tot zover mijn onbewuste keuze om dit moment vooruit te schuiven. Een moment van confrontatie dat ik zo lang mogelijk uit de weg had willen gaan. Er is nog een tweede reden, die is niet onbewust, maar welbewust.
Ex cathedra
Mijnheer Seijffers, de chazzan van Rotterdam, was mijn eerste godsdienstleraar. Wanneer er geen rabbijn was in Rotterdam om een droosje te houden, dan beklom hij de doechan om een predicatie te houden. Maar dan stond hij niet achter de lessenaar de sjoelbezoekers toe te spreken. Hij stond ernaast. Ex cathedra, dat was voor de rabbijn. Dat zie je bijna niet meer, maar zo hoort het wel.
Ik kan hier ook moeilijk staan, voorleren in het huis van Leo.
Joram Rookmaaker en Tamarah Benima hebben het vrijdagochtend op het Beth Haim te Ouderkerk zo treffend gezegd. Joram die aangaf hoe fenomenaal breed en diepgaand Leo’s Joodse kennis is en Tamarah die ons voorhield en deed beseffen in welk een Joods-intellectueel isolement Leo eigenlijk verkeerde.
Wie ben ik om dan in Leo’s huis, in zijn plaats, wat men noemt voor te leren.
Nederlands Asjkenazische gebedstraditie
Net als Joram, legde ik mijn teksten geregeld aan Leo voor. Het boek dat ik schrijf over de geschiedenis van de Nederlands Asjkenazische gebedstraditie heeft hij in gevorderd (maar nog niet vergevorderd) stadium beoordeeld.
Dat deed hij met mildheid en stimulerend. Wat goed, zei hij keer op keer, dat de secretaris van het NIK zich met onderzoek bezighoudt. Zijn mildheid zat in zijn correcties. Het moest allemaal wat voorzichtiger worden geponeerd.
Ruimte bieden aan andere opvattingen
In al zijn vrijbuiterschap heeft hij, in ieder geval mij, beïnvloed om meer of nog meer ruimte te bieden aan andere opvattingen. Ik denk dat daarin of in ieder geval daarin Leo’s kracht lag. Hij wist natuurlijk veel en veel meer, maar die kennis zette hij niet in om zijn gelijk te krijgen, hoogstens om je te motiveren de zaak eens van een andere kant te bekijken. Leo bedolf je niet met zijn waarheid, terwijl hij die wel in pacht had.
Tijdens het waken las ik enkele Tehilliem, Psalmen. De volgende ochtend stonden we dicht opeengepakt in de uitvaartzaal en lazen opnieuw Tehilliem. We lezen vanaf Psalm 1 totdat het tijd is. Het is geen keuze uit het Psalmenboek, maar een opsomming. Door één passage werd ik geraakt.
Holeech tamiem oefo’el tsedek, vedover emmet bilvavo.
De vijftiende Mizmor, een psalm van David.
Mie Jagoer be’ohalècha, Mie jisjkon behar kodsjècha
Wie mag verblijven in Uw tent, wie mag wonen op Uw heilige berg?
En dan volgt die zin waardoor ik werd getroffen, die antwoord geeft op de vraag wie bij HKB”H mag wonen.
Holeech tamiem oefo’el tsedek, vedover emmet bilvavo.
Die onberispelijk door het leven gaat, doet wat recht is, en waarheid spreekt in zijn hart. Die met zijn tong geen laster verspreidt Die zijn naaste geen kwaad doet. En wie in zijn nabijheid verkeert geen verwijt maakt.
Asée ele lo jimot le’olam.
Wie aldus doet zal nimmer wankelen.
Hij die Holeech Tamiem zich gedraagt, voor hem geldt dat hij Lagoer, mag verblijven, be’ohalècha – in Uw tenten.
Tam en Ohel, die combinatie vinden we bij Ja’akow avienoe waarvan de Tora in Bereesjiet zegt dat hij, in tegenstelling tot zijn tweelingbroer Esav, een Iesj Tam Josjev Ohaliem was.
Een Iesj Tam, een bescheiden mens
Dat was Leo. Een Iesj Tam, een bescheiden mens, die verbleef in de tenten; waarmee in Bereesjiet wordt aangeduid dat Jacob zich bezighield met leren. Net als Leo.
De Psalmdichter vraagt Mie Jagoer, wie is het, wie heeft de kwaliteiten om in Uw tent te verblijven? Jagoer, waarin het woordje Geer zit. Een geer is een vreemdeling, niet een honderd procent ingezetene.
Een vreemdeling heeft twee karakteristieken. Hij is toch steeds weer onder de indruk van waar hij terecht is gekomen en ten tweede, hij bekijkt daar waar hij terecht kwam nog steeds een beetje als buitenstaander. Daarin is Leo te herkennen; onder de indruk van de inhoud van het Jodendom dat hij zich steeds meer eigen maakte en tegelijkertijd in staat om er een relativerende kijk op te hebben. In die zin bleef hij steeds die Geer.
Hij doet wat recht is
Mie Jagoer, wie mag als vreemdeling verblijven in G’ds tenten?
Holeech tamiem oefo’el tsedek, vedover emmet bilvavo.
Die onberispelijk door het leven gaat, doet wat recht is, en waarheid spreekt in zijn hart.
Zo was Leo. Hij was weliswaar een buitenissige verschijning, maar dat maakte niet dat hij niet onberispelijk was in zijn gedrag. Oefo’eel tsedek – hij doet wat recht is, en vedover emmet bilvavo – hij zag weliswaar de waarheid, maar hij zal vaak genoeg die waarheid uit hebben gesproken – bilvavo – in zijn hart, niet luid verkondigend. Dat te kunnen, is weggelegd voor de ware Holeech tamiem.
Die met zijn tong geen laster verspreidt; Die zijn naaste geen kwaad doet; En wie in zijn nabijheid verkeert geen verwijt maakt.
Asée ele lo jimot le’olam.
Wie aldus doet zal nimmer wankelen. En zo is het Leo in deze wereld vergaan.
Mie Jagoer be’ohalècha, Mie jisjkon behar kodsjècha
Hij is het die nu mag verblijven in Uw tent, die mag wonen op Uw heilige berg.
Vier sleutels
Dit brengt ons terug bij de Pasoek in Jechezkeel – Ezechiël op de poort van het Beth Haim waar Leo te rusten is gelegd.
Vier sleutels, zegt Midrasj Rabba, heeft HKB”H. Eén ervan is de sleutel tot het openen van graven.
Ko amar H’ Elokiem Hine anie poteach et kivrotechem vehe’elitie etchem mikivrotechem, amie, veheveti etchem el admat Jisrael.
Aldus zegt de Eeuwige God, zie Ik open je graven en Ik zal je uit je graven doen opkomen, o mijn volk, en je brengen naar het land Israel – el admat Jisrael.
G’ds tent staat in het land Israel, beadmat Jisraeel.
Vriend en leraar voor velen
Een man, een vader, een zoon, een broer, en voor velen een vriend en leraar voor wie de karakteristieken gelden zoals we ze lezen in Mizmor 15.
Moge Leo, Morenoe harav rabbi Jehoeda ben hechaver rabbi Chaim veMinni Chavva op spirituele wijze gebracht worden el admat Jisrael. Om er te verblijven in G’ds tent en te wonen op Diens heilige berg.
Tehee Zichro Baroech – Moge zijn aandenken tot zegen strekken.
Laat ons nu voor Leo een herdenkingsgebed uitspreken, voor Morenoe harav rabbi Jehoeda ben hechaver rabbi Chaim veMinni Chavva.
cover: detail uit Inleiding in de Talmoed, Amphora Books
Mooi en bekowedlich!