Afgelopen zondag was ik, ondanks de waarschuwingen, even gaan kijken op de Dam waar pro-Palestijnse demonstranten de confrontatie met het plaatselijke gezag aangingen.
Het was vervreemdend: er waren op het eerste gezicht meer politieagenten dan demonstranten en het winkelend publiek ging zijn gewone gang, nauwelijks of niet gealarmeerd door al die politiebusjes. Verder was het een vrijwel volkomen ‘witte’ aangelegenheid, deze zondag de 10de november.
Het vertrouwde beeld van goedbedoelende wereldverbeteraars uit de traditionele marxistiese hoek. Verbeten gezichten, heilig overtuigd van hun eigen morele gelijk. Toch viel me iets op wat volgens mij de kern van dit kleine theater op de Dam raakt.
‘Wij willen onze straten terug!’
Dat had een jonge witte vrouw met een keffiyeh om op een kartonnen bordje geschreven. Het trof me onmiddellijk als rechthaberisch: er wordt al het hele jaar bijna dagelijks tegen Israël geprotesteerd in stations en op pleinen en straten. Hoe erg is het om de boel even op pauze te zetten? Een soort ceasefire? Of overleeft het ‘anti-Israël enthousiasme’ niet als het vuur niet voortdurend laaiend wordt gehouden?
Er ligt nog iets diepers aan ten grondslag. Dat werd me duidelijk in de stortvloed aan opiniërende artikelen en in het debat van de Amsterdamse gemeenteraad afgelopen dinsdag.
Kapers op de kust
Zodra de Joden even kans lijken te maken op een beetje begrip in de publieke opinie, springen hun tegenstanders in de bres en eisen zogezegd het slachtofferschap op. Een pruilerig meisje meldt in de krant dat ze haast niet meer met een Palestijnse sjaal over straat durft. De moskeeën beklagen zich over de ‘eenzijdige berichtgeving in politiek en media’, et cetera.
Sorry, maar dit alles komt op mij zeer kleinzerig over, in een land waar Joodse instellingen en gebedshuizen al decennialang door de marechaussee beveiligd moeten worden. In een stad waar je twintig jaar geleden al op klaarlichte dag in een gewone winkelstraat voor “Jahoed! Jahoed! Vuile kankerjood!” werd uitgescholden door Marokkaanse jongens, als je het lef had een keppeltje te dragen.
Zeker het afgelopen jaar durven Joden om begrijpelijke reden niet zichtbaar te zijn op straat, laat staan zo provocerend als al die pro-Palestijnse supporters. Het zijn bovenal kapers van de aandacht, als de eerste de beste narcist, die niet kan verdragen dat het even over iemand anders gaat.
Woke narratief
De afgelopen jaren is er veel commotie geweest over de Amsterdamse Pride, waar de woke jongere generatie, zat van de kapitalistische pinkwashing en homonationalisme, zich meester van wou maken. Ook daar probeert het Palestijnse narratief het podium te kapen. De klimaatbeweging raakte veel aanhang kwijt toen Greta Thunberg hier in Amsterdam Let’s crush Zionism! riep. Op de universiteiten heeft het open academisch debat het veld moeten ruimen toen studenten en (godbetert!) docenten hun dekolonisatie theologie gingen preken, zonder bereidheid naar andere meningen te luisteren. Om van het geweld en de vernielingen nog maar te zwijgen.
Saul Bellow: To Jerusalem and Back
Ik ben bang dat de uitwassen die we dit jaar hebben gezien niet aan ‘rotte appels’ zijn te wijten, maar aan buikrot – een term uit de fruitteelt, zoek maar op. En wie denkt dat het allemaal aan de recente ontwikkelingen in Gaza en Libanon ligt, zou ik willen vragen over mijn schouder mee te lezen. Een citaat uit To Jerusalem and Back: A Personal Account van Nobelprijswinnaar Saul Bellow, geschreven in 1976:
“Tegen het einde van de maaltijd komt het gesprek uit bij een belangrijk en vaak verwaarloods onderwerp: de publieke opinie. Rabin geeft toe dat Israël niet erg succesvol is geweest met zijn PR. Ik zeg dat de Arabische propaganda uiterst effectief is geworden en dat de Arabieren erin zijn geslaagd wereldwijd veel publieke steun te vergaren. Ja, ze hebben een talent voor dat soort dingen, zegt Mr. Rabin; daarmee impliceert hij dat dit niet een van Israëls grootste problemen is. Daar ben ik het niet mee eens.
De Arabieren genieten een beduidende voorsprong door de sympathie van links. Raymond Aron zei ooit dat van de Franse intellectuelen “80% Marxianised” is. (…) In Frankrijk, Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten blijven de linkse intellectuelen in de discussie over Israël de oude Marxistisch-leninistische termen gebruiken: kapitalisme, kolonialisme en imperialisme. Arabische nationalisten hoeven alleen maar de antikapitalistische en anti-imperialistische leuzen te roepen om steun in het Westen te winnen. (…) Er is in Europa een grote voorraad van linkse sympathieën, waaruit Egypte, Syrië en de PLO zo kunnen putten, en dat doen ze ook. Veel Amerikaanse radicalen delen die sympathieën.”
Saul Bellow pagina uit To Jerusalem and Back: A Personal Account
cover: street art met Anne Frank, foto Channa Kistemaker
Uitstekend stuk Channa, ik heb het gedeeld. Saul Bellow’s ‘To Jerusalem and Back’ is blijvend actueel.