‘Gaza’ fungeerde in de afgelopen verkiezingen als een soort morele lakmoesproef, vergelijkbaar met Vietnam in de jaren zestig.
In academische kringen is dat wellicht nog sterker: wie niet onmiddellijk en ondubbelzinnig afstand neemt van Israël, wordt verdacht gemaakt.
Sinds 7 oktober 2023 is Gaza in Nederland uitgegroeid tot een sjibbolet*. Je hoort het in de culturele sector, bij universiteitsprotesten, bij het annuleren van sprekers. Joden kijken met groeiende onrust toe. Zelfs uitgesproken linkse Israëlische academici worden geweerd. Zionists not welcome – het is een leus die zich verrassend snel normaliseert.
*een sjibbolet (letterlijk ‘korenaar’, vgl. het verhaal in het Bijbelboek Sjoftim/Richteren 12:4-6) is een onderscheidingsteken waarmee je kunt vaststellen of iemand tot een bepaalde groep behoort of niet.
Het is november 2024. Op de voorlichtingsdag van Geesteswetenschappen in Utrecht zie ik een student met een rood hoofddoekje en blonde krullen, zichtbaar verheugd over een luidruchtig studentenprotest. Het bezette universiteitsgebouw naast ons hangt vol slogans en vlaggen. De demonstranten scanderen leuzen door megafoons en trommelen alsof volume een argument is.
Leslokalen worden door gemaskerde actievoerders ontruimd. De academie, bedoeld als plek voor reflectie en debat, verandert in een ideologisch strijdtoneel.
Het zijn vrijwel uitsluitend niet-Joodse activisten die bepalen wat jodendom is en vooral wat zionisme niet is.
En dan valt mijn oog op een spandoek: Judaism up, Zionism down. Een leus die bedoeld lijkt om het verwijt van antisemitisme te pareren, maar in werkelijkheid de essentie ervan raakt. Want het zijn vrijwel uitsluitend niet-Joodse activisten die hier bepalen wat jodendom is en vooral wat zionisme niet is. Zij tekenen de grenzen waar Joden zich aan zouden moeten houden om ‘geaccepteerd’ te worden. En dat herhaalt zich: even later duikt op een ander gebouw de tekst Zionists not welcome op.
Wie helpt dit eigenlijk? En wat doet het met Joodse én Israëlische studenten?
Nuance maakt verdacht
Sinds 7 oktober organiseer ik gesprekken tussen studenten, docenten en de rector. Wat steeds weer naar voren komt, is het gevoel dat hun politieke bestaan op de universiteit ter discussie staat. Zelfs wie fel tegen de Israëlische regeringspolitiek is, merkt dat nuance verdacht maakt.
Studenten vertellen over vrienden in getroffen kibboetsen, over vrijwilligerswerk voor gewonde Gazanen, over familieleden die tussen hoop en angst leven. Maar dit geluid staat steeds meer onder druk.
Tegelijkertijd hoor ik zelden iemand tijdens de protesten spreken over Hamas’ antisemitische ideologie, over de gijzelaars of over de verantwoordelijkheid van Palestijnse leiders. Het vocabulaire is strikt één richting: Israël is dader, Palestijnen zijn slachtoffer. Alsof geschiedenis, context en morele complexiteit wegvallen zodra het woord ‘Gaza’ valt.
BDS-aanval
Dit alles speelt niet pas sinds 2023. De BDS-aanval op Nederlandse universiteiten in 2022, waarbij zelfs naar banden met Nederlands-Joodse instellingen werd gevraagd, was een voorbode. Toen werd al zichtbaar dat Joden niet alleen als partij in een politiek debat worden gezien, maar als categorie waarover niet-Joden menen te kunnen beschikken.
Legitieme kritiek op Israël is noodzakelijk – zeker op het disproportionele geweld, op het gebruik van honger als wapen, op het rampzalige kolonistenbeleid op de Westbank. Maar kritiek wordt problematisch wanneer ze omslaat in ontkenning van Joods politiek zelfbeschikkingsrecht. Want dan herleeft iets ouds: de vraag of Joden überhaupt wel mogen bestaan als politieke gemeenschap.
En daarin herleeft een denkpatroon dat deel uitmaakt van een religieus en politiek archief, te weten het eeuwenoude christelijke denken over jodendom. (Daarover volgende week meer.)
Terug naar het heden.
Steeds meer Joden in Nederland trekken zich terug. Een keppel of Magen David tonen voelt riskant. Een nieuw sociaal onderscheid duikt op: ‘goede Joden’, zij die ‘met ons’ protesteren. Die normatieve blik van buitenaf – dat anderen bepalen hoe een Jood zich moet verhouden tot Israël – is precies het mechanisme dat de negentiende-eeuwse ‘Joodse kwestie definieerde. Daar ging het over de vraag of en onder welke voorwaarden Joden deel konden uitmaken van de opkomende natiestaat. Nu lijkt die kwestie in de academie herleefd.
Religie wordt gezien als privé- en innerlijk, los van volk, land en geschiedenis – een typisch protestants idee van religie.
Het paradoxale is dat dit vaak gebeurt in progressieve, postkoloniale contexten. Daar wordt religie gezien als privé- en innerlijk, los van volk, land en geschiedenis – een typisch protestants idee van religie. En precies dat wordt op jodendom geprojecteerd. Alsof je Jood kunt zijn zonder historische, culturele of politieke verwevenheid met Israël, en alsof zionisme een exotische, door niet-Joden te beoordelen ideologie is. Loskoppeling van volk, land en staat is net zo problematisch als de volledige identificatie van beiden door niet-Joden.
De gevolgen zijn ernstig. Het conflict wordt teruggebracht tot een simplistisch schema van dader en slachtoffer. Palestijnen worden het eeuwige slachtoffer van kolonialisme. Joden – ook Joden die kritisch zijn, linkse Joden, diaspora-Joden – worden gereduceerd tot collectieve dader. Beide groepen verliezen hun menselijkheid.
Gaza als apocalyptisch kruispunt
In NRC schreven Stefan Paas en Beatrice de Graaf dat Gaza een apocalyptisch kruispunt is geworden. Dat is niet van de ene op de andere dag ontstaan. Extreemrechts zionisme heeft Israël in een messiaanse wurggreep en wordt internationaal gesteund door conservatieve christenen en anti-islambewegingen. Maar dat rechtvaardigt niet de karikaturen aan de andere kant, waar ‘dekolonisatie’ werd bejubeld op de dag van de pogrom – woorden die niets gemeen hebben met wat de daders daadwerkelijk nastreefden.
Tussen de roep om verlossing en de roep om vernietiging is een midden verdwenen. Daar ligt precies de opgave.
We hebben dringend behoefte aan een radicaal midden, een politiek die weigert Joden en Palestijnen tot symbolen te reduceren. Een politiek die ruimte maakt voor menselijkheid en wederkerigheid. Een midden dat begrijpt dat de geschiedenis Joden heeft geleerd dat politieke zelfbeschikking geen luxe is, maar levensnoodzakelijk – en dat Palestijnse verlangens naar waardigheid en vrijheid net zo wezenlijk zijn.
Juist in tijden van schreeuwen is nuance geen luxe, maar moed.
wordt vervolgd
cover: Zionists not welcome, 1 oktober 2025 Universiteitscampus Utrecht, foto Eric Ottenheijm
Geef als eerste een reactie