Onlangs reed ik naar huis en moest stevig op de rem staan omdat de auto voor mij plotseling remde. De bestuurder van de auto achter mij was net te langzaam en botste op mij.
Behalve blikschade, een beetje schrik en wat werk voor de verzekeringsmaatschappij was er niet veel aan de hand. De vrouw die achter mij reed, stapte keurig uit, we wisselden gegevens uit en konden onze weg vervolgen.
Ik besefte hoeveel geluk we hadden dat het niet erger was afgelopen en moest aan Sjemot denken, de parasja van deze week. De vraag rijst: wat als?
Heus volk
De eerste parasja van het gelijknamige boek begint waar het boek Beresjiet is gebleven. Onze voorvader Ja’akov en zijn zonen zijn dood, maar de familie van zeventig personen die naar Egypte kwam groeit uit tot een heus volk. Een volk bestaande uit twaalf (eigenlijk dertien als je Levie meetelt) stammen.
Er komt een nieuwe farao in Egypte die Josef niet heeft gekend. Deze Farao maakt slaven van het volk om haar groei te onderdrukken want: …”stel dat er oorlog uitbreekt en zij zich aansluiten bij onze vijanden, de strijd tegen ons aanbinden en uit het land wegtrekken!” (Sjemot 1:10).
Het is het begin van de slavernij in Egypte. De Farao stelt ook dat alle Hebreeuwse jongens bij de geboorte dienen te worden gedood, een bevel dat genegeerd wordt door de vroedvrouwen Shifra en Poea. Vervolgens wordt verteld over een man uit de stam Levie die een vrouw uit dezelfde stam trouwt (de namen Amram en Jocheved worden pas later vrijgegeven) en desondanks samen met haar een kind ter wereld brengt. Zo begint het verhaal van onze grote leider Mosje.
Wat als
‘Wat als’ speelt wat mij betreft een gigantische rol in het verhaal van Mosje. Wat als de vroedvrouwen hun opdracht wél uitgevoerd zouden hebben? Wat als Jocheved het niet voor elkaar gekregen zou hebben om hem drie maanden lang te verbergen? Wat als de dochter van de Farao niet precies op dat moment was gaan baden in de rivier? Wat als ze niet had besloten om Mosje uit het water te halen en hem als haar eigen kind op te voeden? Of als ze Jocheved niet de kans zou hebben gegeven om Mosje te zogen? Had hij dan nog wel geweten dat hij een Hebreeër was?
Wat als Mosje niet getuige was van het slaan van de Hebreeuwse slaaf door de Egyptische opzichter en de opzichter niet gedood had? Wat als een andere Hebreeër het niet gezien zou hebben? Wat als precies die Hebreeër niet ruziede met een andere Hebreeër en wat als Mosje zich daar niet mee bemoeid had?
Zou hij dan op een ander moment erachter gekomen zijn dat er getuigen waren? Zou Mosje Egypte dan moeten ontvluchten, zou hij naar Midjan zijn gegaan en met de dochter van Jithro trouwen? Zou hij als verwende Egyptische prins nog steeds zo een goede leider kunnen zijn (met alle menselijke gebreken van dien)?
Dajeenoe
Op Seideravond zingen we Dajeenoe wanneer we het hebben over hoe goed de Eeuwige voor ons is geweest. Parasjat Sjemot leest weg als een grote Dajeenoe die ons leidt naar het hoogtepunt: de openbaring van de Eeuwige aan Mosje bij de brandende struik en de opdracht aan Mosje om het volk Israël te bevrijden uit de slavernij van Egypte (Sjemot, hoofdstukken 3 en 4).
Zien we hier een directe inmenging van de Eeuwige in hoe dit alles verloopt? De Tora is daar niet heel uitgesproken over, maar lijkt die suggestie wel te willen wekken.
Kleine toevalligheden bepalen vaak de loop van onze levens, ten goede en ten kwade, of men gelooft dat de Eeuwige zich er direct in mengt of niet.
Geluk
Bij de aanrijding die ik eerder beschreef had ik het geluk dat de auto voor mij niet iets verder naar achteren stopte en dat de auto achter mij relatief langzaam reed, zodat de schade erg meeviel. Ik kies ervoor om in die toevalligheden het goddelijke in onze wereld te zien.
Hagomel lechajawiem tov, Sjegemalani kol tov, die de mens Zijn goedheid laat ervaren en die nu mij heeft bijgestaan in deze tijd.
Sjabbat sjalom
Geef als eerste een reactie