Bijbelse Balken? Als de balken konden babbelen…

verwoesting van de Tempel

Donderdag 6 juli was het Sjiwa Asar beTammoez, het begin van de drie weken durende rouwperiode voor de verwoesting van de Tempel. Een gepast moment om je te verdiepen in de betekenis van de Tempel en de Tempelbouw. Met een sterk verlangen om de verwoesting niet meer te moeten herdenken, doch het herstel te vieren.  

Een bericht, onlangs in de Times of Israel, over verwaarloosde houten balken biedt een fascinerend historisch beeld van het oude Jeruzalem. Het deed me denken aan het gezegde: “Als bomen konden spreken…” of anders geformuleerd “als de balken konden babbelen…” 

Balken van de Tempelberg

Zouden ze maar kunnen spreken, wat zouden ze vertellen? Het gaat om balken die afkomstig zijn van de Tempelberg en bevinden zich nu deels in het Rockefeller Museum, deels nog op de Tempelberg en een derde deel in een bergruimte in het plaatsje Ofra.   

Volgens deskundigen zouden de moslims die de moskeeën op de Tempelberg in de zevende eeuw van de gebruikelijke jaartelling bouwden, hout hebben hergebruikt uit oudere structuren. 

Een gangbare praktijk in de oude wereld. Door het analyseren van de jaarringen en met behulp van een nieuwe methode om de leeftijd van hout te kunnen bepalen, de koolstof-14 methode, zijn archeologen er achter gekomen dat sommige van die balken zijn gekapt in de Byzantijnse tijd, of zelfs in de Romeinse tijdperk. Zou het kunnen dat die balken deel uitmaakten van de Tempel zelf? 

Uitsluitend natuursteen

Het is natuurlijk verheugend om zo’n bericht te lezen. Iets tastbaar van de Tempel is niet niks! Maar de cynicus in mij zei: het is allemaal sensatie, schenk er geen aandacht aan. De twijfel groeide sterker toen ik dacht aan wat Rambam schrijft [Hilchot beet Habechira 1;8-9] over de bouw van Tempel. 

Bij het bouwen van de tempel en het binnenhof wordt uitsluitend gebruik gemaakt van natuurstenen. Wanneer natuursteen niet beschikbaar is, mogen bakstenen gebruikt worden …Er mag niet gebouwd worden met uitpuilend hout. Alleen steen, baksteen of cement. Zo werden geen houten kamers gebouwd op de binnenplaats. Integendeel, [ze werden gebouwd] van steen of van baksteen. 

Wij weten dat de vroegere heidenen bomen vereerd hebben. De Tora waarschuwt herhaaldelijk tegen dit gebruik. In het bijzonder schrijft de Tora [Dewarim 16;21] 

“U mag naast het altaar dat u voor de Eeuwige, uw G’d, gaat bouwen geen Asjerapaal of wat voor gewijde paal ook plaatsen” 

Op grond hiervan stelden onze geleerden vast dat er in het hele complex rondom de altaar geen hout gebruikt mag worden. Dus, balken van de Tempel… dat kan je vergeten. 

Bedden gezocht, geschiedenis gevonden 

Maar eerst het verhaal afmaken. 

In de jaren dertig van de vorige eeuw werd de Tempelberg getroffen door een aantal aardbevingen. Tijdens de renovatie van de moskeeën die hierop volgden, hebben Britse wetenschappers een aantal van de balken meegenomen naar het Rockefeller Museum voor onderzoek. In de jaren zestig werd er weer gerenoveerd, nu waren er geen Britten meer bij en het oud hout werd voor hergebruik te koop aangeboden. 

In het plaatsje Ofra waren ze op zoek naar bedden voor een internaat dat ze aan het oprichten waren. Zo kwamen ze in contact met een Armeense houthandelaar Mussa Baziyan. Toen een van de inwoners van Ofra, Ze’ev Ehrlich, de magazijn van Baziyan binnen liep, vielen zijn ogen op die grote balken. 

Shrine of the Book, onderdeel Israel Museum, screenshot Bloom

Balken in het Rockefeller Archeaological Museum

Kort daarvoor woonde Ehrlich een lezing bij van dr. N. Liphschitz, een onderzoekster verbonden aan het Tel Aviv University, over haar onderzoek naar de leeftijd van de balken in het Rockefeller Museum. 

Dr. Liphschitz vertelde dat een van de cipres-balken 2600 jaar oud bleek te zijn. Dat betekent dat de boom was gekapt ongeveer vijftig jaar vóór de verwoesting van de Eerste Tempel. Een van de eiken balken was nog ouder, 2860 jaar! Met andere woorden, aan het begin van de Eerste Tempelperiode. 

“Zouden die balken, hier in het magazijn, ook van de Tempelberg afkomstig zijn?” Vroeg Ze’ev zich af. 

Beam 13

Voor de inwoners van Ofra was hun volgende stap duidelijk; al die balken kopen en goed bewaren. Enkele van die balken worden door het Weitzman Institute onderzocht. 

In een artikel dat verscheen in het mei/juni 2013 nummer van Biblical Archaeology Review, vertelt Israëlische archeoloog Peretz Reuven over een derde bundel balken die zich momenteel nog steeds op de Tempelberg bevinden, oneerbiedig opgestapeld naast de Golden Gate. Eén specifieke balk werd gecatalogiseerd door Britse Mandaat-ambtenaren in de jaren 1930 als nummer 13. 

Beam 13 heeft niet alleen decoraties in Romeinse stijl, maar ook tekenen van kolommen met tussenruimten van 10,8 meter. “Er was een gelijkaardig interval tussen de kolommen in Herodes’ Koninklijke Stoa, een prachtige basiliek die stond aan de zuidkant van de Tempelberg,” merkt Reuven op. “Zouden die balken deel hebben gemaakt van het Tempelcomplex van Herodes?” Vraagt Reuven retorisch. “Ik denk dat het antwoord is ‘ja’,” beantwoordt hij zijn eigen vraag. “Sommige van de balken kunnen zelfs uit de Tempel stammen.”

Koninklijke Stoa langs de Zuidwand van Temple Mount, model gemaakt door Edmund Gall in 2014, Wikimedia Commons

Koninklijke Stoa

Met betrekking tot de eerste stelling wil ik hem zonder meer gelijk geven. Ondanks de eerder uitgesproken twijfel op grond van de voorschriften van Maimonides. De oplettende lezer zal gemerkt hebben dat het verbod om hout te gebruiken beperkt zich tot de Tempel zelf en het binnenhof, niet voor het hele complex. Er is geen Halachische reden om te twijfelen aan Reuvens conclusies over de Koninklijke Stoa. 

Balken die verbinden

Voor wat betreft zijn vermoeden dat er balken zijn die van het Tempelcomplex zelf afkomstig zijn, moeten wij nog eerst een stukje lernen

De Chassidische Meesters wijzen ons op een merkwaardige curiositeit. In wezen was de bouw van de Tempel een voortzetting van de Tabernakel dat door Mosje werd gebouwd. 

Hoe komt het, vragen zij, dat de Tora het ontwerp van de Tabernakel tot in de kleinste detail beschrijft, doch dat het ontwerp van de Tempel zo enorm van afweek? Met name als het gaat om het gebouw zelf. Het vloerplan bleef – in grote lijnen – ongewijzigd, alleen werd het veel groter. De constructies zijn echter niet te vergelijken. Neem bijvoorbeeld het bouwmateriaal. De Tabernakel werd samengesteld met een breed scala aan materialen, van goud en zilver tot cederhout en dierenhuid.

De Tempel daarentegen, zoals aangegeven in de eerder geciteerde tekst van Rambam, werd uitsluitend met natuursteen en cement gebouwd.  

De simpele uitleg is dat de Tabernakel zo gemaakt moest worden dat het makkelijk verplaatst kon worden, de Tempel was permanent. Er ligt ook een mystieke achtergrond voor dit fenomeen. Het mystieke inzicht maakt duidelijk dat de Tabernakel niet alleen een noodoplossing was, maar feitelijk een voorbereiding en een noodzakelijk eerste stap is voor de Tempel. 

In hun midden wonen

G’d is niet woningzoekende. Wanneer G-d verzoekt het Joodse volk om een ‘heiligdom’ voor Hem te bouwen, geeft Hij als reden aan: “Zodat Ik in hun midden zal wonen.” Met andere woorden, de Tabernakel/Tempel diende om de kloof tussen het fysieke en het G’ddelijke te overbruggen. 

Om een woonoord voor Hem te maken, hier in de aardse realiteit. Het is niet alleen binnen de muren van de Tempel waar dit doeleinde nagestreefd moet worden. Ons hele wezen, waar dan ook ter wereld, dienen wij hiervoor inzetten. Het heiligdom, de Tabernakel/Tempel, is het prototype en model waarop wij alle andere pogingen om een woonoord voor Hem te maken, baseren.  

Model Tweede Tempel, Israel Museum, Jeruzalem

 Vier rijken of koninkrijken

Er zijn twee benaderingen denkbaar; (a) G’d daalt neer om Zich in het fysieke te manifesteren. Of (b) wij verfijnen en raffineren het fysieke zodanig, totdat het geschikt wordt om G’ddelijkheid in zich op te nemen.   

Het geheel van de schepping is verdeeld in vier rijken of koninkrijken: דומם, de stille of levenloze creaties; צומח, plantenrijk, חי, het dierenrijk, en מדבר, de sprekende – mens. 

De Tabernakel volgde een duidelijke neerdalende cyclus. De bovenste laag, het dak, was gemaakt van wol en dierenhuid. Producten van het dierenrijk. De muren bestonden uit planken van acaciahout. Een product van het plantenrijk. Het waren slechts de voetstukken en eindelijk de grond die tot de stilstaand levenloze schepselen toebehoren. Hier zien wij de eerste route (a) zich ontwikkelen, van hoger naar lager, een toenadering van boven.   

In de Tabernakel werd de weg gewezen

De Tempel werd alleen van steen דומם, gemaakt. Hier was het zuiver de ondernemende mens die de verste elementen transformeerde om ze geschikt te maken om G’ddelijkheid uit te stralen. Hier zien wij geen procedurele overgang, maar een totale transformatie; van levenloze stenen tot een heiligdom voor G’d. Een prestatie dat slechts door de mens gerealiseerd kan worden middels zijn dienst voor de Schepper. De keuze van verschillende materialen in Tabernakel en Tempel kwam niet alleen voort uit praktische overwegingen, maar was juist inhoudelijk. In de Tabernakel werd de weg gewezen, in de Tempel werd het gerealiseerd. De Tabernakel was tijdelijk, de Tempel is permanent. 

Steunbalken van cederhout

Is de conclusie dan dat er helemaal geen hout in de Tempel werd verwerkt? Neen. 

Er is één bron waar over hout gesproken wordt. De Misjna [Midot 3;8] zegt dat tussen de muur van  het heiligdom (=Heichal) en de wand van de veranda (=Oelam) steunbalken van cederhout werden ingebouwd, opdat zij niet zouden uitdijen! U ziet duidelijk dat het hout aanwezig was, maar het mocht geen hoofdrol spelen. Ook in de tekst van Rambam wordt ‘uitdijend hout’ verboden, maar niet hout dat binnenin wordt verwerkt. De nadruk bij de Tempel was op steen, het hout was slechts voor steun en versteviging. 

Weerselementen

Dat komt overeen met de bevindingen van de archeologen. Hout dat bloot zou hebben gestaan aan de weerselementen in het gebied van de Middellandse zee zou nooit zo lang kunnen ‘overleven’. Het is alleen mogelijk om te vermoeden dat die balken zo oud zijn, als men ervan uitgaat dat ze ingebouwd waren en ‘beschermd’ van het buitenklimaat.      

Als de balken konden babbelen…  wat zouden ze hebben verteld?


cover: Ze’ev Erlich, in Ofra met de balken uit de oudheid gevonden op een afvalplek even ten Noorden van Jeruzalem, foto: Matti Friedman, courtesy Times of Israel

Over Shmuel Katzman 24 Artikelen
Rabbijn Shmuel Katzman is geboren in Brooklyn, New York en groeide op in Crown Heights, waar hij ook zijn rabbinale opleiding volgde. In 1994 werd hij als sjaliach van de Lubavitcher Rebbe uitgezonden naar Nederland. Hij is rabbijn van de NIG Den Haag en coördinator van JLI, het Joods Lern Instituut, de Nederlandse tak van Chabad-organisatie The Rohr Jewish Learning Institute.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*