Het portret van mijn opa Monne de Miranda keerde 21 maart jongstleden terug naar het stadhuis. Op zijn 150ste geboortedag kreeg hij een ereplaats bij de ingang van de raadszaal.
Naast dit prachtige schilderij van Elie Neuburger* hangt een informatiebord waarop de grote verdiensten van De Miranda staan vermeld. Evenals het onrecht wat hem werd aangedaan en de vreselijke moord op mijn opa in kamp Amersfoort.
Salomon Rodrigues (Monne) de Miranda (1875-1942) was de eerste Joodse wethouder van Amsterdam. Hij bestuurde als SDAPer (de voorloper van de PvdA) de stad twintig jaar als wethouder van levensmiddelen, volkshuisvesting en stadsontwikkeling tussen 1919 en 1939. Hij werd bekend dankzij de stadsuitbreiding, de tunnel onder het IJ en vele projecten voor mensen met een kleine beurs zoals de bouw van het Amstelparkbad (het latere De Mirandabad) en gratis zwemlessen voor kinderen.
*Elie Eliazer Neuburger, Amsterdam, 1891 – 1972, zie het Jewish Virtual Museum.
Rivierenbuurt, Amsterdamse bos, IJtunnel
Vanaf mijn vroegste jeugd hoorde ik over de verdiensten en het leven van De Miranda. Mijn moeder heet Floortje de Miranda, zij was de oudste dochter van Monne en ik dus een kleindochter. Dat is geen verdienste, het voelt wel als een eer en een verantwoordelijkheid.
Mijn moeder wees me vanuit de tram op alles wat dankzij mijn opa tot stand gebracht was in Amsterdam. “Kijk, de tuinsteden, van opa. Net als de Rivierenbuurt, Tuindorp Oostzaan en de Transvaalbuurt. Het Amsterdamse bos! De tunnel onder het IJ, het idee kwam van opa”.
En natuurlijk het De Mirandabad waar ik in 1960 afzwom voor diploma C en daarvoor zakte omdat mijn zweefduik mislukte. Noch mijn bittere tranen, noch mijn moeders scheldpartij op de badmeester (had ze ook van opa geleerd) mochten baten.
Monne de Miranda door Elie Eliazer Neuburger, ca. 1948. Bron Hart Museum
Roem en beschuldigingen
Het drama van de valse beschuldigingen van corruptie bij de uitgifte van bouwgronden en de smerige rol van De Telegraaf in 1939 las ik pas in de biografie van Gilles Borrie, in 1993. Toen las ik ook de details van de gruwelijke mishandelingen en moord, gepleegd door Nederlandse medegevangenen in kamp Amersfoort.
Zijn roem drukte op mijn verantwoordelijkheidsgevoel. Was het jegens mijn grootvader niet mijn plicht om politiek actief te worden? Ik deed een poging, maar helaas miste ik zijn uithoudingsvermogen om de eindeloze vergaderingen en conflicten het hoofd te bieden.
Wat ik wel van hem kreeg: inspiratie. Bij grote beslissingen op politiek of persoonlijk niveau vroeg ik hem in gedachten om raad. En die kreeg ik altijd.
Amsterdam, 22 december 2019
In de bioscoop Kriterion gaat de film ‘Zoon van Mokum’ in première, die later vertoond zou worden door de Joodse redactie van de EO. In de film komen zijn kleinkinderen aan het woord, ik dus ook. Met enige verbazing zie ik in de film hoe in het depot van het Amsterdam museum het schilderij van Neuburger uit een enorm rek tevoorschijn wordt getrokken.
Na de voorstelling tikt mijn goede vriendin Simone Haller op mijn schouder: “Zullen wij er eens voor zorgen dat dat schilderij terugkomt in het stadhuis?”
Start Monneclub in café Wildschut
met van L>R: Hannah Raaff, Simone Haller, Karen de Jager en Maria Cuartas
Wegen vol struikelsteentjes
Dat ik daar zelf niet opgekomen was! Simone gaat meteen op zoek naar medestanders. Op 22 december 2019 komen we voor het eerst bij elkaar en café Wildschut. Simone, met haar uitgebreide netwerk in de liberaal joodse gemeente, Maria Elena Cuartas, voormalig chef-kabinet van de burgemeester en journalist Karen de Jager. En ik in mijn hoedanigheid van kleindochter. Samen zijn we de ‘Monneclub’.
Maria weet de weg in de gemeente, maar de wegen die moeten leiden tot een terugkeer van de Miranda zijn vol struikelsteentjes. Bijvoorbeeld: ‘Er worden alleen schilderijen van burgemeesters opgehangen, als we De Miranda ophangen dan moeten andere wethouders ook’, zo redeneert men. ‘Het stadhuis wordt verbouwd dus we hangen niets op’ en we horen: ‘daar gaat de kunstcommissie over’.
De commissie wil wel ter ere van 75 jaar bevrijding een kleine tentoonstelling organiseren waar het schilderij een plaats krijgt, maar daar zien we niets in. De burgemeester heeft het druk.
‘Laat me nog meer even het depot hangen tot betere tijden’
Eindelijk komt het verlossende telefoontje: we krijgen een afspraak met burgemeester Halsema. Maar dan breekt de corona-epidemie uit.
“Laat dat meisje nu maar even met rust Sjein”, zegt mijn grootvader tegen me. “Als burgemeester heeft ze nu wel belangrijkere zaken aan haar hoofd, een gevaarlijke epidemie en lekkende kademuren, ik moet er niet aan denken! Laat me nog meer even het depot hangen tot betere tijden”. Dat duurde tot 2024.
Wordt vervolgd
cover: fragment portret Monne de Miranda door Elie Neuburger
Het was een leerzame en avontuurlijke weg die we samen hebben afgelegd (jij voorop), vol verrassingen en met een goed resultaat. Het schilderij hangt prachtig in het stadhuis, met een indringende tekst ernaast, en als bonus krijgen we nu ook nog jouw mooie verhaal. Dank je wel. Simone