Van Eeghenstraat 187 was het ouderlijk huis van alleskunner Bob Hanf (Amsterdam, 1894-1944 Auschwitz), zoon van de Duits-joodse handelaar in zaden en oliën Joseph Hanf.
Bob ging in Delft studeren, conform diens vaders wens een gedegen opleiding te volgen. Behalve gestraald student scheikunde en bouwkunde was hij componist (na les van Cornelis Dopper), violist (na les van de eerste concertmeester van het Concertgebouworkest Louis Zimmermann), tekenaar (ontdekt door Breitner), roman- en toneelschrijver en dichter.
In Delft maakte hij vanaf 1919 deel uit van ‘In die Coornschuere’, een expressionistische studentengroep. Op de tentoonstelling die ze daar organiseerden kwam de Utrechtse dichter Henny Marsman af.
In zijn autobiografische Zelfportret van J.F. schetst hij Hanf:
‘Zij hadden in Delft een iets oudere vriend, een schilder, die bovendien veel gelezen had en goed viool speelde. Hij was een rustig en bedachtzaam iemand, die aarzelend sprak, maar toch een bescheiden vaderlijk overwicht uitoefende […]. Later op den avond liet hij mij een aantal zwartkrijttekeningen zien die mij bevestigden dat ik in hem een verwante natuur had gevonden, of althans een wezen dat verwant was aan de nacht-zijde van mijn natuur. De sfeer van het donker onder een Delftse brug zag hij bewolkt met giftige dromen, die mij onmiddellijk herinnerden aan mijn eigen gedichten.’
Hanf ging na zijn studietijd weer bij zijn ouders wonen. Simon Vestdijk portretteerde Hanf in zijn laatste Anton Wachter-roman, De laatste kans uit 1960, maar spelend in 1927:
‘Bob Neumann, een iets oudere blonde jood, van wie Anton in het eerst geen hoogte kon krijgen. Tot dusverre had Boesterd maar één keer zijn naam genoemd, en nu bleek deze vriend, of verre vriend, een dikke, zakkige knaap met een ongelooflijk geestig en intelligent gezicht, behalve violist […] ook schilder, schrijver en gesjeesd Delfts student te zijn. […] Bovendien was Bob Neumann een aardige vent, een bierdrinker, een goede psycholoog, en de zoon van een rijke bankier op de Willemsparkweg, die hem ook zijn gang liet gaan. Zelf zei de aldus in het geheim bewierookte niet veel, hij scheen meer van luisteren te houden, toeluisteren. Een ietwat mysterieuze, oosters aandoende glimlach verliet zijn gelaatstrekken zelden […].’
Links: Bob Hanf met aan de muur een door zijn nicht Ise Hanf-Weinholt geschilderd portret, circa 1935. Foto Joods Museum; rechts: Bob Hanf, Zelfportret, houtskool ca. 1920, Rijksmuseum
De Cultuuratlas van Amsterdam Oud-Zuid is te bestellen bij uitgever Tijd/Ruimte
Cultuuratlas Oud-Zuid in De Vrijdagavond
deel 1: Helden uit de Cultuuratlas Amsterdam Oud-Zuid
deel 2: Abraham Elzas, ontwerper van de Lekstraatsjoel en 36 Hema’s
cover: fragment uit: Bob Hanf, Figuren op een terras, Olieverf op board, courtesy Studio 2000
Geef als eerste een reactie