Langs het spoor in Amsterdam-Oost staat een rij van vijf bijzondere woningblokken die daar vlak na de Eerste Wereldoorlog werden gebouwd door Handwerkers Vriendenkring. Deze dreigen nu te worden gesloopt.
De vijf blokken waren het antwoord in steen op de sanering van de verkrottende huizen in de Jodenbuurt. Het was een voorbeeld van moderne stadsvernieuwing met ruime woningen, waar mensen zich al snel in thuis voelden. De buurt werd in de oorlog ook de verplichte verblijfplaats voor de Joden van buiten Amsterdam die uit hun woningen waren verdreven.
Het was het voorportaal van de deportatie naar de vernietigingskampen. Meer dan negentig procent van de Joden in de Transvaalbuurt werden vermoord. De mensen zijn weg, maar de woningen staan er nog. Met nieuwe bewoners en met struikelstenen op het trottoir die herinneren aan de mensen die er gewoond hebben.
De vijf blokken liggen op een rij aan de Tugelaweg, direct naast de spoorlijn en het viaduct dat in de jaren dertig is gebouwd. Tussen de drie oorspronkelijke blokken die er nog staan zijn twee kleine nieuwe blokjes zorgvuldig ingepast zodat het een stedenbouwkundig geheel gebleven is. Aan de Maritzstraat staat het eerste blok van de vijf. Het is maar een bescheiden blokje, het enige dat nog niet is gerenoveerd of vernieuwd. De vraag van dit moment is of Ymere, de huidige eigenaar en beheerder van de vijf blokken, de verleiding kan weerstaan om daar iets heel nieuws neer te zetten. Daarmee zou een nog concreet stuk geschiedenis van de stad verloren gaan.
Bouwfonds van de Handwerkers Vriendenkring
Kort nadat het gemeentebestuur had aangekondigd de oude Amsterdamse Jodenhoek te gaan saneren, besloot het bestuur van Handwerkers Vriendenkring (HWV) in 1912 tot oprichting van een eigen Bouwfonds. HWV werkte al vanaf 1869 voor de belangenbehartiging van arbeiders (veelal in de diamantindustrie) en kleine zelfstandigen (meest kooplui). De vereniging was politiek en religieus neutraal en zette zich in voor de maatschappelijke en culturele verheffing van haar voornamelijk joodse leden. Het verenigingsgebouw kwam aan de Nieuwe Achtergracht en de Roetersstraat. Een belangrijk succes van HWV was de oprichting in 1895 van een ziekenfonds, het eerste in Amsterdam. Ook zorgde HWV voor een badhuis.
Het Bouwfonds kwam tot stand met steun van burgemeester Tellegen die commissaris werd. Een van de toen nieuwe uitbreidingswijken van de stad was de Transvaalbuurt. Het stedenbouwkundig plan was in 1903 – op voorspraak van Henri Polak – ontworpen door de bekende architect H.P. Berlage. Hij zou het plan nog in 1915 aanpassen.
Hier liet het bestuur van het Bouwfonds circa 540 woningen, enkele winkels en winkelwoningen bouwen. In de korte periode van 1917-1924 werden deze woningen in vijf bouwblokken langs de Tugelaweg gerealiseerd. Een enorme prestatie voor zo’n jonge corporatie.
Architect J.H.W. Leliman
Als architect werd aangezocht J.H.W. Leliman, die naam had gemaakt met moderne en goede woningen aan de Meeuwenlaan in Noord en in de Indische Buurt. De woningplattegronden waren functioneel, de architectuur was zorgvuldig, maar niet al te uitbundig zoals bij de architectuur van de Amsterdamse School. De bouwblokken hadden ruime binnenhoven met gemeenschappelijke tuinen, destijds een luxe. Leliman stierf nog voor het laatste blok was gebouwd; zijn taak werd overgenomen door het architectenbureau van A.J. van der Steur en G.H. Kleinhout.
Prominent in de gevels werden tegeltableaus met de letters HWV aangebracht. Bij de eerstesteenlegging van het eerste blok in 1917 was al een gedenksteen geplaatst in de gevel aan de Maritzstraat. Later zou HWV ook een wooncomplex realiseren aan de Nieuwe Uilenburgerstraat. Maar het complex aan de Tugelaweg was het eerste, grootste en meest spraakmakende project.
Verzamelen op het Transvaalplein
Gedurende de bezetting was de Transvaalbuurt ‘concentratiebuurt’, joden uit andere stadsdelen en uit de provincie moesten zich hier vestigen. Ab Caransa heeft deze periode beschreven in zijn boek Verzamelen op het Transvaalplein (1992). Ook aan zijn boek over Handwerkers Vriendenkring 1869-1942 (1998) kan veel over de Transvaalbuurt en het bijzondere wooncomplex aan de Tugelaweg worden ontleend.
Na de deportaties kwamen veel woningen leeg te staan. Tijdens de hongerwinter werd uit de verlaten woningen het hout gesloopt waardoor panden gedeeltelijk zijn ingestort. In de Spitskopstraat tussen de bouwblokken I en II is die oorlogsschade nog zichtbaar. Na de oorlog is in de jaren 1949-1951 het complex overgedragen aan het Gemeentelijk Woningbedrijf en provisorisch opgeknapt: de woningen werden weer bewoonbaar, maar beide bouwblokken werden niet meer tot de oorspronkelijke hoogte opgetrokken. Dat is nog altijd zichtbaar.
Opvolger van het Woningbedrijf is Ymere, en deze heeft in 2014/15 de blokken III en IV door nieuwbouw laten vervangen om de woningdifferentiatie in de buurt te verbeteren. Daarna is in 2018/19 blok V gerenoveerd. Als we nu dat imposante blok V bekijken is het niet meer voor te stellen dat destijds een directeur bij Ymere alle vijf de woonblokken wilde slopen ten behoeve van nieuwbouw. Maar tijden veranderen en er is inmiddels een meer duurzame omgang met de gebouwde omgeving, met meer respect voor zowel het stedenbouwkundig/architectonisch als het cultuurhistorisch erfgoed.
Renovatie of sloop-nieuwbouw?
De renovatie van blok II is op dit moment in uitvoering, voor blok I is nog niet gekozen of het renovatie of sloop-nieuwbouw wordt. Maar juist het eerste blok is van groot belang. Erfgoedverenigingen Bond Heemschut en het Cuypersgenootschap pleiten daarom bij Ymere al geruime tijd voor het behoud van blok I. Ook joodse organisaties, als Centraal Joods Overleg en Joods Maatschappelijk Werk zetten zich in voor behoud van dit stuk joodse buurt in Amsterdam-Oost.
De erfgoedverenigingen pleiten vooral voor het zo volledig mogelijk behoud van de woningblokken. Samen vormen ze nog steeds een gave stedenbouwkundige eenheid met de karakteristieke architectuur van J.H.W. Leliman en vormen een indrukwekkend monument voor de bewogen geschiedenis van Handwerkers Vriendenkring en de mensen die hier leefden.
In de Spitskopstraat tussen blok I en blok II is de oorlogsschade nog zichtbaar. Dat zou zo moeten blijven als een unieke en bittere herinnering aan de geschiedenis van de buurt en bewoners.
Hetzelfde geldt voor blok I. De verleiding is groot om er meer woningen te bouwen in een nieuw en groter blok. Maar Berlage had de rooilijn daar juist met opzet teruggelegd zodat er een groen plein zou ontstaan.
Authentiek en beladen
Het eerste blok markeert vanouds de ingang van de buurt. Op de gevel aan het plein staan nog steeds trots de groene tegeltableaus van HWV. Ooit waren er buurtwinkels langs het trottoir aan het plein. Dat zou nu een uitstekende plek zijn als informatiepunt voor bezoekers van de buurt en familieleden van de mensen die er ooit hebben gewoond. Het is een stukje authentieke stad met een beladen geschiedenis die nog steeds voelbaar en zichtbaar is. Laten staan dus en niet afbreken of omvormen, ook niet met de beste bedoelingen.
Auteurs: Izak Salomons in samenwerking met Paul D. Meijer
Paul D. Meijer is secretaris van Heemschut Amsterdam en medeauteur van onder meer Harry Elte Phzn (1880-1944), Architect van de joodse gemeenschap tijdens het interbellum (2001) en van Synagogen van Nederland (2006).
cover: Woningblok II nu: de renovatie is bijna gereed. In het midden de poort naar het binnenterrein. (Foto: Izak Salomons, 2024)
Mijn tante, waar ik ben opgegroeid, was Annie Kropveld-Plas.
Annie heeft met haar ouders Levie Plas en Rosette Plas-Noot op Vlooienburg achter het waterlooplein gewoond. Vader, moeder en 6 kinderen in een kamer met het “gemak” op de gang. Daar maakten ook de buren aan de andere kant van de overloop gebruik van. Annie vertelde vaak dat de verhuizing van het gezin naar de Tugelaweg de grote gebeurtenis van haar leven was.Een driekamerwoning met aparte keuken en toilet. Een paleisje. Levie had een oogziekte waardoor hij blind werd. Hij heeft toen werk gekregen bij Handwerkers Vriendenkring. Als mandenvlechter. Levie Plas en zijn vrouw zijn al overleden voor de vervolgingen begon. Van de 6 kinderen hebben 3 de oorlog overleefd door onderduik.
Ik heb dit mooie stuk doorgestuurd naar het bestuur van Stadsdeel-Oost dat zeer begaan is met zijn Joodse geschiedenis. Samen met het Geheugen van Oost werk ik momenteel aan een monument voor de voormalige Synagoge aan de Linnaeusstraat.