Onlangs ontving ik – via de redactie van De Vrijdagavond – een mailtje van Kelvin Wilson. Hij is een onderzoeker uit Ridderkerk en zocht contact met familie van Janka Kleinberger.
Janka was de in 1945 in Bergen-Belsen overleden zuster van mijn moeder.
Dankzij een verhaal dat ik schreef voor De Vrijdagavond over mijn grootvader Aron Kleinberger z’l en zijn zwarte Sjofar, kwam Kelvin mij op het spoor.* Ik nam meteen contact met hem op.
De onderzoeker vertelde me dat hij bezig was met het in kaart brengen van tweehonderd vrouwen die op het laatste transport werden gesteld naar Auschwitz. Hij was bezig om alles te beschrijven wat hij terug kon vinden over die vrouwen. Hij had tweehonderd bestanden gemaakt met aantekeningen.
Kelvin mailde mij een opsporingsverzoek van na de oorlog, betreffende een zekere mevrouw Magda Levy. Op dat document verscheen ook de naam van mijn tante Janka Kleinberger.
Wie was mevrouw Magda Levy? En wat weet ze te vertellen over je tante Janka? Dat was de vraag van de onderzoeker.
Janka werd Bep genoemd
Van mevrouw Levy had ik nog nooit gehoord. Mijn moeder was niet erg spraakzaam. Ik vermoed dat dat kwam doordat ze tijdens de onderduikperiode overdag niet of nauwelijks mocht praten. Ik vertelde Kelvin dat mijn moeder een paar dingen vertelde over haar zus.
Mama vertelde dat Janka tijdens de hele oorlog Bep werd genoemd omdat zij rondliep met geblondeerd haar.
Zij was werkster of hulp in de huishouding in Amsterdam. Tijdens een busrit naar haar werk werd Bep, in september 1944, herkend en verraden. Op 3 september werd zij samen met Anne Frank op het laatste transport gesteld naar Auschwitz en is later in oktober naar Bergen-Belsen getransporteerd. Daar overleed zij aan tyfus, waarschijnlijk begin 1945, in de armen van mijn tante Pola Schulkind.
Goede contacten met bezetter
Kelvin wist mij te vertellen dat Magda goede contacten onderhield met de bezetter. Men vertelde dat zij prostituee was in Amsterdam. Zij verkocht privileges aan Joodse medeburgers samen met haar vriend. Zij vroeg daar enorme bedragen voor, gemiddeld 25.000 gulden. Dat geld moest zij weliswaar onmiddellijk afdragen aan de SD. Als de wensen erg groot waren, moest ook het woonhuis worden overgedragen.
Desalniettemin werd zij ook opgepakt en naar het Oosten getransporteerd met het laatste transport.
Mevrouw Levy ging door met haar job in Auschwitz en onderhield innige contacten met de nazi’s. Ik wist zeker dat mijn moeder mij vertelde dat Bep in Bergen-Belsen was overleden.
Kelvin dacht dat ze naar Auschwitz was vervoerd. Hij ging het nog eens na. Het bleek dat mijn tante vanuit Auschwitz eind oktober 1944 naar Bergen-Belsen werd getransporteerd. In Auschwitz waren de gaskamers inmiddels al vernietigd in november 1944 om de sporen te wissen. Mijn verhaal klopte.
Later heeft een tante me verteld dat Bep in haar armen was overleden in Bergen-Belsen.
Kelvin had via een kaart van het Rode Kruis kunnen bevestigen dat Janka hulp in de huishouding was geweest en in Bergen-Belsen was overleden.
Veel komt bovendrijven
Er komt veel boven water drijven als je je begint af te vertellen aan een onderzoeker over het verleden van je familie.
Er is weinig wat niet ergens opduikt als je eenmaal begint te graven in het verleden. Velen hebben getuigenissen afgelegd, al die verklaringen zijn geregistreerd en dus ook vindbaar.
Het is wonderlijk dat alles nog leeft wat dood is.
Zolang de herinneringen worden doorverteld blijft de naam in leven.
Mogen al deze bijzondere herinneringen tot zegen zijn.
* Indringende tonen uit kleine zwarte sjofar, door Ephraim Goldstoff, september 2022
cover illustratie Françoise Nick
Geef als eerste een reactie