Balak, de koning van het land Moab, vat het plan op om het Joodse Volk te vervloeken.
Dit deel van onze geschiedenis is een klassiek voorbeeld van hoever de Tora en andere Joodse bronnen gaan om een boodschap tot ook de latere generaties van de Kinderen Israëls door te laten dringen.
Balak krijgt niet alleen de ruimte de kwaadaardige profeet Bilam in te zetten om zo de vloek effectief te laten zijn. Nee, al vanaf het begin van de schepping worden voorzieningen geschapen zodat de profeet hoe dan ook zijn werk kan gaan doen. Dat de vloek uiteindelijk door G’ddelijke interventie niet effectief is en wordt omgezet in een zegen is daaraan ondergeschikt.
Allereerst de profeet Bilam zelf. De volkeren die zich bedreigt weten door de aanwezigheid van het Joodse Volk in hun midden klagen tegen over G’d: “Als wij een grootse profeet hadden gehad als Mozes dan hadden wij op dezelfde manier tot een hoger geestelijk niveau kunnen groeien!” De Eeuwige gaat hierop in. “Prima, hier is Bilam, een profeet die hogere profetische gaven heeft dan Mozes”. De Eeuwige leunt nu als het ware achterover en gaat zien wat Balak er met zijn profeet van terechtbrengt.
De profeet gaat op weg om zijn vloekende taak te vervullen. Hij zal koning Balak laten zien hoe krachtig zijn gaven wel niet zijn. En hij heeft een heel krachtig medium meegekregen. Wat is dat? Een sprekende ezel. En niet zomaar een sprekende ezel. Een ezel die al tijdens de schepping van de wereld klaar werd gezet om generaties later de profeet Bilam als gezant van de koning van Moab te dienen.
Natuurlijk was het niet de bedoeling van de Eeuwige om een sprekende ezel te scheppen om het Joodse Volk kwaad te doen. De bedoeling was om het volk Moab behulpzaam te zijn bij haar ontwikkeling zoals het Joodse volk ook haar middelen meekreeg. Als daar een sprekende ezel voor nodig is, dan wordt dat dier geschapen.
Wat is de boodschap voor de Jood die deze aanstaande Sjabbat deze geschiedenis zoals elk jaar weer krijgt voorgelezen? De boodschap is hoever de Eeuwige gaat in het scheppen van voorzieningen voor ook ons geestelijk welzijn. Als Hij dit al doet voor de volkeren om ons heen, dan zal Hij dat ook voor ons doen.
Tegenover een als het ware achteroverleunende Eeuwige is het nu aan ons om te zorgen dat wij die mogelijkheden tot een hogere geestelijk ontwikkeling die al vanaf het begin van de schepping zijn ingebouwd optimaal benutten.
Geef als eerste een reactie