In de namiddag van donderdag 9 mei 1940 loopt Han Hollander op zijn gemak van het station in Hilversum naar het AVRO-gebouw, een wandelingetje van een minuut of twintig.
Onder begeleiding van een schuchter lentezonnetje is hij op weg naar de studio voor de presentatie van zijn wekelijkse sportprogramma. Wat hij op dit moment in de verste verte niet kan vermoeden is dat hij die avond voor de laatste keer live op de radio te horen zal zijn.
Hartog (Han) Hollander (Deventer, 1886 – Sobibor, 1943) was de eerste en lange tijd de enige sportverslaggever op de radio. Hij debuteerde in maart 1928 bij de nog jonge AVRO met een rechtstreeks en integraal verslag van de voetbalinterland Holland – België, het sporthoogtepunt van het jaar.
Mobiel hokje op stadiondak
Eind september van dit jaar verscheen de biografie die ik over hem schreef.*
De titel grijpt terug naar zijn debuut: Han Hollander, de eerste radiostem van het Nederlandse voetbal. Maar het boek gaat over veel meer dan voetbal alleen. Het is ook de geschiedenis van een tijdsgewricht, met daarin de begindagen van het voetbal, de geboorte van de radio, de vrolijke jaren twintig, de gure jaren dertig en de oorlog.
Al in de eerste weken van de oorlog zet AVRO-directeur Willem Vogt zijn Joodse sterreporter buiten de deur. Niemand heeft Vogt daartoe opdracht gegeven.
Als reden voert Vogt aan dat er geen werk meer is voor Hollander. De sport komt tot stilstand. Een merkwaardig argument, want als er iets is wat ondanks de barre omstandigheden wel doorging, dan was het juist de sport.
*zie de voorpublicatie in De Vrijdagavond: Han Hollander, een intens populaire Nederlander
De Bonte Dinsdagavondtrein
In een tot de laatste plaats bezette zaal van Herinneringscentrum Kamp Westerbork mocht ik, ondersteund door beeld en geluid, op de eerste zondag van december een lezing geven over het leven en het werk van Han Hollander. Tussen 1928 en 1940 ging hij dansend door het (radio) leven.
Van de ene sport rolde hij in de andere, voor het net opgerichte actualiteitenprogramma AVRO-Radiojournaal maakte hij reportages. En met de populaire revueartiesten Snip en Snap zong hij in het amusementsprogramma De Bonte Dinsdagavondtrein voor een zaal vol enthousiaste luistervinken: ‘Hup Hup Holland hup, wij laten ons niet slaan’.
Overal in het land, van het Kurhaus op Scheveningen, tot aan Hotel Hoogstraal in Groningen en de kantine van voetbalclub AFC gaf hij lezingen.
Hij schreef boekjes over sport: Voetbalglorie, Het Bruine Monster, Defilé der sporten en maakte reclame voor rookgerei: Chief Whip op ieders lip.
Maar het was een dans op de vulkaan. Sterren stralen aan een wolkeloze hemel in de nacht van 9 op 10 mei 1940 als de hel losbreekt en een vreemde krijgsmacht de landsgrenzen overschrijdt.
Van de ene op de andere dag zit Han Hollander werkloos thuis.
Aan zijn oude moeder in Deventer schrijft hij in een fraai, goed leesbaar handschrift in sierlijke krulletters op 7 september 1942:
‘We moeten maar moed houden. Eens zal er toch wel een einde aan de narigheid komen(…) We weten wel dat we zelf ook iedere dag opgeroepen of afgehaald kunnen worden, maar daar hebben Leen en ik ons al bij voorbaat mee verzoend. Laat komen wat komt.’
Bevoorrechte positie
Hollander wordt in september 1942 naar Westerbork gedeporteerd waar hij vrij snel, op voorspraak van kampcommandant Gemmeker, een bevoorrechte positie krijgt. Als hoofd van de binnendienst wordt hij in het Heidelager buiten het kamp belast met de verzorging van de daar gelegerde Nederlandse marechaussees en Duitse SS’ers. Hij en echtgenote Leentje voelen zich bevoorrecht. Ze hebben een privéleven teruggekregen, schrijft hij aan zijn jongste zus Roos.
Een klein houten huisje, maar toch: ‘Met een heel aardige hoekkamer, circa drie bij drie en een halve meter, keurig in de verf, met een ingebouwde en een staande kast, ramen aan twee zijden, met licht en lucht, stromend water, tweepersoons opklapbed, tafel, vier stoelen en een lekker kacheltje. En niet te vergeten: royaal voldoende en prima eten (vier keer per week vlees bijvoorbeeld).’
Aan die situatie komt in juli 1943 een einde. Hollander en Leen worden op 6 juli 1943 naar Sobibor gedeporteerd. Op 9 juli worden ze door de nazi’s vermoord.
Opnieuw in de schijnwerper
In 2024 staat Hollander opnieuw in de schijnwerper. En ik ben er eerlijk gezegd wel trots op dat mijn boek over zijn leven hem weer het podium geeft waar hij zo graag op stond. Hij zal erop blijven.
Bij Go Ahead, de club die hij met zijn oudste broer Karel en vriendjes uit Deventer in 1902 heeft opgericht, krijgt hij een standbeeld waarvan de onthulling is voorzien op 4 mei 2025.
Voor de NSP, de stichting Nederlandse Sport Pers, is mijn boek aanleiding om de Han Hollander Oeuvreprijs in het leven te roepen. Die is bestemd voor schrijvende en/of omroepjournalisten met een uitzonderlijke staat van dienst. Zeg maar voor levende legendes in de sportjournalistiek.
Mij valt de eer te beurt de prijs op 14 januari 2025 te mogen uitreiken aan….
Govert van Brakel spreekt in Herinneringscentrum Kamp Westerbork
1 december 2024
cover: Govert van Brakel spreekt in Herinneringscentrum Kamp Westerbork, december 2024
BRAVO ! En wat een tragiek dat in ons kleine landje 102.000 mannen vrouwen en kinderen zomaar vermoord zijn. En dat met hulp van 10.000 landgenoten die zich bij de SS aansloten en nog veel meer NSB’ers. En met hulp van Nederlandse(!!) politieagenten en treinbestuurders.