Ik ben bijna doof geschreeuwd. Niet bij de aanhoudende anti-Netanyahu demonstraties in Tel-Aviv maar bij het kijken naar een groot tv-scherm. Daarop voltrok zich vanuit Argentinië een Israëlisch voetbalwonder.
‘Het is niet te bevatten’ zei de trainer van het Israelische elftal gevormd door spelers tot 20 jaar, ‘dat we Brazilië hebben verslagen.’ ‘Het is een wonder. Wie had dat ooit kunnen denken. Wij verslaan Brazilië?’ Toen de scheidsrechter het einde floot van een beslist boeiende wedstrijd barstte in Israël de emoties los. Ik kon bijna niets meer van het tv-commentaar verstaan. Zoveel nationale trots! Wat hebben de Israëli’s dat nodig om, ook al is het maar even, de crisis te vergeten waarin dit land is beland.
Nu staat dit Israëlische elftal met één been in de halve finale… wie weet of er nog een voetbalverrassing komt. Donderdag 8 juni is de volgende wedstrijd, tegen voetbalgrootmacht Uruguay.
Ook de Israëlische sportverslaggever vergat niet te vermelden dat twee Israëlische Arabieren Israël aan een 3-2 overwinning op Brazilië hebben geholpen. Hamze Shibli en Annan Kualeili maakten twee van de drie doelpunten. Ook zij werden warm omarmd door de trainer. Ze mochten Israël wel aan een overwinning helpen, maar volgens de wet uit de pet van Netanyahu zijn Israëlische Arabieren niet gelijkwaardig aan Israëlische joden. Goed zo commentator in Argentinië dat je dat nog even zei.
Dikke rouwrand
De zege in Argentinië kreeg kort na de gevierde overwinning een dikke rouwrand toen bekend werd dat drie Israëlische soldaten aan de grens met Egypte door een kennelijk op fundamentalistische hol geslagen Egyptische politieagent werden gedood.
Dat is de Israëlische realiteit. Vreugde en rouw liggen in elkaars armen. Het is nooit anders geweest.
De term “israëlische Arabieren” is verwarrend en m.i. onjuist. Men zegt bijv. ook niet ‘nederlandse Vrouwen’ als men vrouwelijke Nederlanders bedoelt.
De “israëlische Arabieren” van de heer Bouman zijn Israëliers, d.i. Israëlische staatsburgers met alle rechten en plichten, die daarbij horen. De dienstplicht valt daar niet onder, wel het recht ertoe, net als voor Torah-studenten.