Bij het aansteken van het eerste chanoeka-lichtje voelden we ons heel wat beter vergeleken met vorig jaar.
Weliswaar schieten de Houthi’s nog raketten en drones in onze richting, maar we zijn over onze bestaansangst heen. Israël is er nog, wij zijn er nog, een aantal vijanden zijn stevig verzwakt en er is zelfs weer enige hoop dat de nog bijna honderd door Hamas gegijzelden thuis zullen komen, dood of – liever – levend maar in ieder geval terug in Israël.
Aan het eind van de middag gaan Mini en ik meestal naar de hondentuin waar we onze vaste kern bekenden treffen. Luisterend naar hun verhalen, onder meer over de opwindende gebeurtenissen in Syrië, realiseerde ik me weer dat bijna al mijn kennissen vluchtelingen zijn of kinderen van vluchtelingen.
Gadi, Dikla en Penina
Ruim dertig jaar geleden kwam Gadi uit Kazachstan, hij trouwde en heeft drie zonen, twee van hen al in militaire dienst. Dikla’s ouders zijn als kinderen met hun families gevlucht uit Chalab (Aleppo, Syrië) onderin de laadruimte van een vrachtauto vol rommel de Turkse grens over. Die van Penina vluchtten onafhankelijk van elkaar weg uit Iran. De uitzondering is Noam, want ‘wij zijn nooit weg geweest’, zegt hij. Hij stamt uit een oud Joods geslacht dat sinds mensenheugenis in Hebron woonde, tot 1929. Een deel van zijn familie is daar toen vermoord tijdens het beruchte bloedbad aangericht door Arabische bewoners van Hebron.
Het was net als 7 oktober vertelt hij, dezelfde gruwelijkheden. Wie het overleefde, vluchtte naar Jeruzalem en daar woont Noam nog steeds. Pas later zegt hij dat zijn moeders familie eigenlijk uit Afghanistan kwam.
Efraim, Yitschak en Natale
Ook veel van mijn andere kennissen kwamen van verre. Amerikanen en voormalige Sovjetburgers tel ik even niet mee. Efraim kwam uit Azerbeidzjan samen met vrouw en kind. Natale werd geboren in de hoge berglanden (Kaukasus) van Dagestan, een Russische republiek. Een paar straten van me vandaan wonen Yitschak en Iris, hun grootouders en ouders zijn vanuit Koerdistan gevlucht en in Tiberias opgevangen.
Zo kan ik nog wel even doorgaan en zelfs de vele Amerikanen die ik eerst oversloeg zijn uiteindelijk tweede of derde generatie landverhuizers vanuit Oost-Europa of Duitsland, gevlucht voor pogroms en armoede.
Ik vraag ze altijd waar ze vandaan kwamen – met de nadruk op de verleden tijd – en dan zeggen ze verbaasd de United States, dat weet je toch wel? Ja, natuurlijk maar daarvóór en daarvoor … dat wil ik weten en dan wordt het Kishinev of Odessa of een onooglijk Pools dorpje met een te lange naam om te onthouden.
Pas als ik weet waar hun families vandaan komen, is alles me duidelijk. Hun grootouders spraken Jiddisch en van hun cultuur is veelal uit heimwee in het eten blijven hangen.
In de hondentuin fantaseerde de kerngroep over een groepsreis naar Syrië, Iran, Kazachstan en Amsterdam. We besloten voorlopig een afwachtende houding aan te nemen en ontsteken aldaar een eerste chanoeka-lichtje.
Al-Alam Al-Arabi
Zijn we in een verkeerd narratief terechtgekomen?
Woorden als apartheid, racisme, genocide en erger (nazi’s) komen vooral uit westerse landen op ons af. De meeste Israëliërs zijn hier geboren of kwamen uit andere landen dan de westerse wereld. We wonen hier met zeven miljoen Joden, omgeven door Al-Alam Al-Arabi: 22 Arabische landen met ruim 550 miljoen inwoners. De islamitische wereld, de oemma, is nog veel groter, bijna twee miljard mensen, pakweg een kwart van de wereldbevolking.
In mijn vorige bijdrage aan De Vrijdagavond maakte ik kennis met Ahmed die de woorden Reality is wrong! Dreams are for real op zijn t-shirt had staan.*
Zijn droom was vrede, net zoals de mijne. Maar volgens hem komt er alleen vrede als de islam over ons allen heerst.
Zou een moderniserende Ahmed ons gelijke burgerrechten willen geven? Een ware revolutie als hij me dat zou vertellen. Hij zwijgt vreedzaam. Onder de islam leven en leefden Joden en christenen als dhimmi’s, beschermde maar zeker geen gelijkwaardige minderheden.
*zie Iedereen zijn eigen narratief
Revolutionaire gebeurtenis
De oprichting van de Joodse staat midden in die wereld was een gevaarlijke en revolutionaire gebeurtenis die mogelijk andere minderheden in de islamitische wereld aan het denken kon zetten. Of we dat destijds goed begrepen? Ik denk van niet, onze toenmalige leiders dachten daarvoor veel te westers, maar we weten waar we het voor deden, net zoals de Makkabeeën het wisten.
We steken onze kaarsjes aan, symbool voor de opstand tegen onze fysieke en culturele vernietiging. Daarom zijn we er nog en daarom is dit ons narratief.
We zijn – met veertien miljoen Joden wereldwijd – een kleine minderheid in de wereld en verdedigen een grondgebied zo klein dat het bijna onvindbaar is op wereldkaarten.
Woorden als genocide doen ertoe, maar kritisch kijken naar de herkomst van het bronmateriaal, eerlijke toetsing aan de oorspronkelijke definitie, hun geschiedenis en de feiten ter plekke, blijft vreemd genoeg juist in westerse democratieën achterwege.
Verandering definitie
Cijfers van een terreurorganisatie worden door serieuze wetenschappers klakkeloos overgenomen. Men verandert nog liever de definitie als iets niet op Israël van toepassing blijkt te zijn, waar men het land wel van wil beschuldigen. Ieder narratief dient een politiek doel en wie dat doel – om wat voor reden dan ook – nastreeft, adopteert simpelweg het narratief en schreeuwt de bijbehorende vocabulaire over de straten. Meer is niet nodig, kennis overbodig en antisemitisme mag je het ook niet meer noemen, dus kan iedereen zijn of haar gang gaan.
Universiteiten, waar een voor eenieder onbedreigd debat zou moeten plaatsvinden, maken zichzelf overbodig. Journalisten lopen hetzelfde gevaar. Dit gaat over elementaire steunpilaren van de democratie. Ik volg vooral de gebeurtenissen in de VS en UK.
Militairen die later in hun leven een academische carrière ontwikkelen, hebben doorgaans een visie die mede voortkomt uit hun militaire ervaring. Mensenrechten zijn voor hen heel belangrijk, maar niet hun enige richtlijn.
Intentie ontbreekt
Ik noem er hier slechts twee rapporten waar u misschien wat aan hebt. De eerste is John Spencer, die onder andere een column heeft in Newsweek. De tweede is Andrew Fox, die onlangs met een rapport kwam over Questionable Counting: Analysing the Death Toll from the Hamas-Run Ministry of Health in Gaza waarmee hij tegenwicht geeft aan de genocidestelling van onder andere Amnesty International.
Zelf vind ik het lot van de Palestijnse burgers in Gaza erg, maar een genocide is het niet, want de intentie daartoe ontbreekt in Israël en Hamas is er ook zeker schuldig aan.
Chag Chanoeka Sameach
Dear Chaya, What a wonderful image you included in your post linking Chanukah with the hostages. I hope you are correct that Israelis no longer feel an existential threat because the IDF has been so “successful” so far. How will we now behave without this threat? Warmly, Shula