Mijn overbuurman
De bel gaat aan de voordeur. Mijn overbuurman staat voor de deur.
Een zestiger die nog nooit bij ons aan de deur was geweest. Veel contact was er nooit met onze overburen, zijn ouders. Ze waren wat alternatief en veel ouder dan wij zijn.
“Ik heb de verontrustende berichten in de krant gelezen die ons nu in Amsterdam bezighouden. Jullie zullen wel bang zijn, niet”?
Tamara had opengedaan. Uw man loopt op zaterdag toch altijd naar de synagoge, nietwaar? Als hij bescherming behoeft, zou ik me graag ter beschikking stellen om uw man naar de synagoge te begeleiden.
Tamara was met stomheid geslagen. Nou zei Tamara, ik denk dat Ephraim niet bang is en zijn mannetje wel kan staan. Maar ik zal uw aanbod zeker met hem bespreken.
Hij belt u snel hierover terug en ik wil u toch vast heel hartelijk danken voor uw medeleven met onze Joodse gemeenschap. Het is erg lief, ontroerend en moedig dat u ons hiermee wilt steunen.
Ik heb naderhand met hem uitvoerig gesproken over onze samenleving en de toekomst van ons Amsterdam en in het bijzonder de Joodse samenleving in onze stad.
Machteld
Van een oude kennis ontving ik het bericht: Ik ontmoette Machteld met haar man in Engeland op een Chatoena, een Joodse bruiloft.
Machteld en haar man, beiden niet Joods, zaten toen naast mij aan de dinertafel. Zij had een hoge functie bij onze strijdkrachten. Hij was importeur van wijnen. We hadden de hele avond gespreksstof. Er werd veel gedanst en goed gegeten en gedronken.
Ik ben nog eens bij hen geweest in hun appartement in Leiden.
In haar bericht las ik dat ze haar grote boerderij, ze was inmiddels verhuisd en gescheiden, ter beschikking stelde voor voetbalsupporters van Maccabi die op de vlucht waren. Ze had ook drie kamers gehuurd bij Hotel Huis ter Duin in Noordwijk om supporters onder te brengen. Ik stond helemaal perplex over de empathie, de liefde naar onze Joodse bevolking toe. Ik heb bericht doorgestuurd naar Maccabi. Ik hoop dat ze er gebruik van hebben kunnen maken.
Heel veel dank Machteld.
Wij staan gelukkig niet alleen!
Ik ontving zeer verontrustende berichten uit de hele wereld, van familie, zakenrelaties en vrienden over de toestand in Amsterdam. Sommigen vroegen of ik nog leefde.
cover: Françoise Nick
Wij staan gelukkig niet alleen, komt ook buiten Amsterdam voor. Hoewel de anti-israel sentimenten deze dagen overheersen, is het goed om te zien dat er in de maatschappij nog best veel mensen zijn die met ons meeleven. Toen na de Jodenjacht in Amsterdam de rookwolken enigszins opgetrokken waren, bleek dat wij in het zuiden van het land ook best veel sympathiebetuigingen kregen. Ik werd direct gebeld door de burgemeester van Roermond die wilde weten hoe het met mij en onze joodse gemeente was. Wij wonen zelf in Maastricht en was een mooi gebaar dat de burgemeester van Roermond over Limburgse grenzen heen keek en onze gemeente een hart onder de riem stak. We krijgen nog regelmatig steunbetuigingen van mensen die we niet kennen, die een kaartje of een brief sturen. In deze onrustige tijd is dat een lichtpuntje dat ik graag koester.
Ernst Jehoeda de Reus
(Voorzitter NIHS-Limburg)