In het kader van de ongerustheid en angst in onze Joodse samenleving wil ik twee verhalen schetsen van enige jaren geleden waarbij ik direct betrokken was.
Wij hadden een vriendenclub Salaam Shalom, daar had ik een soort van bestuursfunctie. Wij waren geen officiële organisatie, noch stichting of vereniging. Het was spontaan ontstaan na het wegvallen van het Joods-Marokkaans overleg.
Er waren denk ik ongeveer veertig mensen bij betrokken, voornamelijk Joden en Marokkanen plus enkele gelijkgestemden.
Wij organiseerden allerlei activiteiten, lezingen, diners, haalden een keer met een bus asielzoekers op uit Zuidoost die voor ons kookten en musiceerden. We bezochten uitgeprocedeerde vluchtelingen en Marokkaanse jongeren werkten samen met Joodse jongeren op de Joodse Begraafplaats Zeeburg. Maandenlang maakten ze gezamenlijk iedere zondag een deel van de begraafplaats schoon. We hadden een fantastische samenwerking met stadsdeel Oost in verband met Zeeburg, waardoor er een warme vriendschap ontstond met Fatima Elatik, toen Stadsdeelvoorzitter van Oost.
Op een goed moment kregen we van het OM (openbaar ministerie) het verzoek of zij jongens konden sturen die een taakstraf hadden te vervullen.
Dat was een samenwerkingsproject met Frans Stuy, de bekende kermisexploitant, waar ik eerder over schreef.* Stuy stelde ook zijn ijsbaan op het Leidseplein ter beschikking om met Salaam Shalom voor de Chanoekaviering. Zo werd dat jaar op het Leidseplein de Menorah aangestoken. Er kwamen enkele honderden belangstellenden op af.
Rachamiem
Dit korte verhaal speelt zich af in, als ik me niet vergis, januari 2017.
Het nieuwe jaar is zojuist ingeluid. Ik kom net terug van onze welverdiende vakantie in de sneeuw en krijg een telefoontje van een van onze Marokkaanse vrienden. Heb je het al gelezen of gehoord?
Waar heb je het over?
Marokkaanse jonge kinderen hebben de kinderen van een orthodox Joods familie in de Rivierenbuurt op oudejaarsnacht met vuurwerk bestookt en achternagezeten. Ze hebben de deur ingetrapt van hun woonhuis. Weet jij wie dat zijn? Naam van de familie? Salaam Shalom wil ze ondersteunen, bloemen brengen, spijt betuigen namens de Marokkaanse gemeenschap.
Ik weet nog van niets, was mijn antwoord. Ik kom net thuis van vakantie. Ik zal even rondbellen welke familie het betrof.
Heel snel wist ik wie het betrof. Ik belde Rachamiem. Beste vriend, vertel me wat er is gebeurd op oudejaarsnacht?
Hij vertelde me zijn verhaal. Dat kwam overeen met mijn informatie. Rachamiem, wij als vriendengroep Salaam Shalom willen jullie bezoeken samen met onze burgemeester om onze steun te betuigen.
Vind je dat goed? Ja natuurlijk, Dan maken we nu een afspraak. Woensdagmiddag een week later zouden we ons om 16.00u melden.
Onze Marokkaanse vrienden waren erg zenuwachtig toen we elkaar ontmoetten in de Vechtstraat. Karima had bloemen gehaald bij een stal op de Van Baerlestraat. Zij vertelde voor wie de bloemen bedoeld waren. De bloemist was erg geraakt door het verhaal en maakte zo’n groot boeket dat Karima het haast niet kon tillen.
De Marokkaanse vrienden waren doodzenuwachtig voor de reactie van de slachtoffers. Eenmaal aangekomen bij het adres zagen we in de voordeur een groot gat zitten, als stil bewijs van wat er was gebeurd. We belden aan.
Rachamiem en Lea
Rachamiem deed open en ontving ons allerhartelijkst. We kwamen de woonkamer binnen waar vol gedekte tafels stonden met heerlijke lekkernijen en drank.
De echtgenote van Rachamiem stelde zich voor, Lea is mijn naam. Fijn dat jullie hier zijn. In gebrekkig Nederlands werden we verwelkomd.
Lea: “Wij vinden het zo erg dat een paar jonge jongens vastzitten op het politiebureau dat willen wij niet op ons geweten hebben.”
“Het zijn nog maar kinderen”, vervolgt Lea, “ze zaten onze kinderen achterna en gooiden vuurwerk, maar er is verder niets gebeurd. Ze gooiden vuurwerk in de brievenbus dat hebben we weer naar buiten gegooid.”
Het gat in de deur? Ach, onze huisbaas repareert het wel. Waar maakt men zich druk om? Aangifte doen? Welnee, natuurlijk niet. Veel te zielig voor die jochies. Wij zijn al blij als ze hun excuses kunnen aanbieden, dan krijgen ze wat te eten en te drinken.
Arabisch
De Marokkanen keken verbijsterd. Zoiets hadden ze totaal niet verwacht. Overigens zag Lea er precies uit als hun Marokkaanse moeders of oma’s.
Ik vroeg Lea hoelang ze al in Nederland woont. Veertig jaar. Maar waarom spreek je zo slecht Nederlands? Haar kinderen spraken Algemeen Beschaafd Nederlands, zonder accent. Wat is jouw moedertaal? Arabisch.
Vanaf dat moment kon ik net zo goed naar huis gaan. Er werd daarna nog uitsluitend Arabisch gesproken. Nadat we allen verzadigd waren, werd er kussend afscheid genomen als ware we één familie.
Onbekend maakt onbemind. Laat dit een les zijn voor velen van ons.
*zie: Met Marokkaanse hulp werd Zeeburg schoongemaakt.
cover illustratie Françoise Nick
Geef als eerste een reactie