Tijdens deze tussendagen (wel Soekot, maar geen Jom Tov) vinden er grote bijeenkomsten plaats. Daarbij viert iedere chassidische stroming zijn eigen Simchat Bet HaSho’eva.
Deze bijeenkomsten gaan gepaard met veel muziek en dans. Voor wie in die dagen in Jeruzalem is, raad ik zeker aan om naar Mea Shearim en omstreken te gaan. Het is daar zeer vrolijk en folkloristisch.
Daarnaast zijn er ook veel concerten, vaak als fundraising, die vooral aantrekkelijk zijn omdat je daar wel naast je partner kunt zitten. Wat me opvalt is dat men dit jaar bewust de keuze heeft gemaakt om deze activiteiten door te laten gaan, ondanks de uitdagende situatie. Er zijn minder bezoekers uit het buitenland en er zijn mensen die simpelweg geen zin hebben om een feest bij te wonen.
Het is begrijpelijk dat sommigen liever niet feesten wanneer hun naasten in het leger vechten en hun leven op het spel zetten. In zo’n situatie kun je je moeilijk voorstellen dat je een vrolijk concert bezoekt. Ik heb ook het idee dat de opkomst dit jaar minder is dan normaal. Het loopt nog niet storm.
Wat betreft Simchat Tora heb ik al meerdere keren besproken wat we in de sjoel moeten doen: gaan we dansen of niet? Onlangs besprak ik dit met een sjoelgenoot, een man van tachtig die veel heeft meegemaakt, onder andere als militair in de Jom Kipoeroorlog.
“Ik ga zeker dansen,” zei hij. “Toen ik in 1973 tijdens Simchat Tora in het leger zat en de situatie er somber uitzag, zijn we toch even uit onze tanks gekomen om met de Tora te dansen.”
Hij vervolgde: “We waren geïnspireerd door onze commandant die ons het verhaal vertelde van zijn vader, een overlevende van Auschwitz. Zijn vader danste ieder jaar uitbundig met Simchat Tora, zelfs onder de meest barre omstandigheden. Ze hadden natuurlijk geen Tora, maar dansten wel.”
cover: Simchat Tora, bron: Wikimedia Commons
Geef als eerste een reactie