De omroepen censureerden zichzelf voordat de bezetting een feit was met richtlijnen zoals ‘Je mag wel zeggen dat joden naar Nederland vluchten, niet dat ze worden vervolgd. Duitsland was immers een bevriende natie’.*
Erger: de omroepen, met name de AVRO en KRO, ontsloegen hun joodse medewerkers voordat de Duitsers ons land hadden bezet en voordat de bezetter er op aandrong. Dit ‘enthousiasme’ om van joden af te komen zo kort voor en tijdens het eerste bezettingsjaar noemt documentairemaker Alfred Edelstein Het Verraad van Hilversum.
Belang radio
De film van ruim een uur over de Nederlandse publieke omroep in 1940-1945 begint met het belang van het medium radio als informatiemonopolist vanaf het eerste radiosignaal tot aan het massamedium dat de radio was in 1940.
Er waren een miljoen toestellen in Nederland op een bevolking van ruim negen miljoen mensen. Gezinnen zaten rond het toestel te luisteren. Veelal luisterden ze naar vermaak zoals de vrolijke deuntjes van The Ramblers en lichte kost als een naaicursus voor dames. Radio was ook het enige medium voor de overheid om het grote publiek te bereiken. De omroepbazen waren zich daar goed van bewust en gaven zonder enig commentaar het veelal gecensureerde nieuws door. Voor en tijdens de oorlog.
Direct na de capitulatie
Dat dit medium (samen met de omroepgidsen) zo belangrijk was in de informatievoorziening realiseerde ik me pas toen ik deze documentaire zag. En ik werd stil van het gemak waarmee de omroepbazen met name Willem Vogt van de AVRO en Paul Speet en pater Dito van de KRO hun joodse medewerkers ontslaan en de Duitse bezetter met alle egards verwelkomen om het gezag van hun omroep over te nemen direct na de capitulatie 15 mei.
Niet lang daarna, in maart 1941, werden de omroepen genazificeerd in de gezamenlijk ‘Nederlandse omroep’. Technici, presentatoren en musici gingen gewoon door met hun werk. Allemaal, behalve hun joodse collega’s.
“Het leek geen breuk met het verleden” aldus recensent Henk van Gelder, “met in meer dan de helft van de tijd vrolijke vlotte liedjes.”
Die liedjes hoor je de hele film door en dat geeft de film, net als de Duitse voice-over die het geschiedverhaal vertelt, iets unheimisch, iets akeligs dat knaagt. Zeker voor hen die zich bewust zijn van het drama dat zich in deze jaren achter de schermen van de radio afspeelt.
Na een ‘lichte zuivering’ ging het na de oorlog weer ‘gewoon’ door. Willem Vogt wordt zelfs in 1953 benoemd tot ereburger van de gemeente Hilversum en geridderd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Dick Verkijk
Veel feiten waren al bekend van het boek van Dick Verkijk uit 1974 Radio Hilversum, 1940-1945: De omroep in de oorlog. Een vuistdik boek dat vijftig jaar geleden zeker werd opgemerkt, maar tot geen enkel zelfreflectie leidde bij de toenmalige omroepdirecties. Ook het recente (2022) boek van Piet Hagen leidde niet tot noemenswaardige reflectie, laat staan tot excuses voor het gewillige ontslaan van joodse medewerkers.
Je hoort het hele drama vertellen in een Duitse voice-over. De stem blijft nuchter en neutraal, maar als verteld wordt dat de Duitse bezetter met een vriendelijk knikje de plaats kon innemen van de omroepbestuurders hoor je toch enige verbazing doorklinken.
Gemeenschappelijke geschiedenis
Waarom regisseur Alfred Edelstein gekozen heeft voor deze stem wordt niet toegelicht. Het is vervreemdend, maar het werkt. Onvermoed maakt Edelstein hier een gemeenschappelijke geschiedenis van: de Duitsers die Nederland bezetten hadden het immers in 1940-1945 voor het zeggen.
Edelstein heeft met zijn team van researchers het onderzoek van Verkijk en Hagen met nieuwe feiten en krachtig beeldmateriaal aangevuld en voelbaar gemaakt. Daarmee luidt hij zijn even majestueuze als prikkelende afscheid in van de omroep (Edelstein leidt vanaf 2009 de Joodse Omroep en gaat later dit jaar met pensioen).
De film heeft een grotere reikwijdte dan de geschiedenis van de Nederlandse omroep. Het laat beeld voor beeld, tekst voor tekst de glijdende schaal zien van accommodatie aan nieuwe machthebbers, zelfs als je land met geweld wordt bezet. Joden werden ontslagen, teksten gecensureerd, en omroepen binnen een jaar ‘genazificeerd’ ofwel “dienstbaar gemaakt aan ons gedachtegoed”, zo luidde het Duitse devies en massaal bogen de radiomensen mee.
Het enige kritische geluid uit Hilversum kwam van de joodse verslaggever Gustav Czopp in zijn in 1939 uitgegeven het boek: De wereld kreeg radio, uit het dagboek van een radio-reporter. Daarin uit de (uit Wenen afkomstige) Czopp scherpe kritiek op de zelfcensuur van de AVRO. Hij hekelde de zogenaamd neutrale wijze waarop het wereldnieuws werd verslagen. Dit schoot zijn directeur Willem Vogt in het verkeerde keelgat en Czopp werd ontslagen.
Woede van de naoorlogse generatie
Deze documentaire verdient internationaal aandacht, immers de glijdende schaal van meebuigen en aanpassing aan nieuwe gezagsdragers of machthebbers blijft actueel.
Na deze film begrijp ik ook beter de woede van de eerste naoorlogse generatie dat dezelfde mensen die het nazibewind zo behulpzaam waren weer de dienst gingen uitmaken. Dezelfde omroepen, dezelfde zoetsappige verstrooiing, dezelfde namen, het moet gekmakend zijn voor mensen met hoop op echte zuivering en vernieuwing van het bestel.
Dick Verkijk was een van deze mensen. Hij doorbrak een halve eeuw geleden het stilzwijgen over de omroepen in de oorlog. Verkijk nu: “De omroepen hadden opgeheven moeten worden na de oorlog: ze hadden hun recht verspeeld.” Op de première van Het Verraad van Hilversum (8 augustus jl in het gebouw van de EO) was de 95-jarige Verkijk als eregast aanwezig.
Anti-joods enthousiasme
Laat deze documentaire eindelijk tot zelfreflectie leiden over de rol van de omroep in de oorlog en met name van de KRO bazen Pater Dito en Paul Speet en de AVRO-voorman Willem Vogt die hun joodse medewerkers ontslaan voordat er ook maar enige drang achter zat.
Die drang kwam later, zeker, maar om de bezetter ter wille te zijn zogenaamd “met de beste bedoelingen voor de medewerkers zelf” is een vorm van meebuigen met de nazi’s om niet te zeggen ‘anti-joods enthousiasme’ om Bram de Swaan te parafraseren.**
Dit enthousiasme om van joodse medewerkers af te komen kunnen we gerust collaboratie noemen met de nationaalsocialistische rassenleer.
Vijftien joodse orkestleden
Fons de Poel, presentator en eindredacteur van KRO’s Brandpunt, kijkt terug op de naoorlogse decennia: “Dit onderwerp (red.: de KRO in de oorlog) is in al die jaren dat ik er voor werkte nooit ter sprake gekomen. Helemaal nooit zover ik weet. Wij keken naar de toekomst, dat staat ook in onze banieren.” De Poel vraagt zich af: “Maar eerlijk kijken naar het verleden, waarom niet?”
De Poel: “Wat me door het hoofd blijft spelen zijn die vijftien joodse orkestleden …”.
In de documentaire Het verraad van Hilversum worden zij geëerd en zien we dat ze een paar jaar na hun ontslag worden vermoord. Bekende radiomensen als:
Han Hollander, Sobibor 1943
Gustav Czopp, Dachau 1944
Hans Mossel, Auschwitz 1944
Johnny & Jones:
Nol van Wesel en Max Kannewasser, Bergen-Belsen 1945
Dolf Karelsen, 1944
Van componist Dolf Karelsen werd kort na de bevrijding in 1945 door het Metropoolorkerst de Victorie-march gespeeld ‘opgedragen aan diegenen die in Hilversum monddood zijn gemaakt.’ Ongetwijfeld een eerbetoon aan de verzetsdeelnemers, maar niet aan de doodgemaakte joodse collega’s. Die werden verzwegen en daar bleef het bij wat betreft reflectie op de oorlogsjaren in Hilversum.
Onnodige welwillendheid
Goed beargumenteerde excuses voor het meebuiggedrag en de onnodige welwillendheid in deze donkere jaren zou de huidige directies van de KRO en AVRO sieren. Erkenning van aangedaan leed, zo weten we inmiddels, verzacht de wonden.
Ook na tachtig jaar zo blijkt uit de reacties op de recent uitgesproken excuses van de overheid voor het slavernijverleden en de Nederlandse rol bij Holocaust.
*Aldus Piet Hagen, kenner van Nederlandse journalistiek en auteur van Dubbel zondebok, Joodse journalisten in tijden van antisemitisme en vervolging 1920-1945. Zie ook Dubbel Zondebok, Joodse journalisten in tijden van antisemitisme en vervolging 1920-1945. Zie de vierdelige samenvatting van dit boek in De Vrijdagavond door Jeroen Sprenger.
**Dick Verkijk, Radio Hilversum 1940-1945, De omroep in de oorlog, De Arbeiderspers 1974
***Abram de Swaan Anti-Israëlische enthousiasmes en de tragedie van het blind proces, De Gods, 2005
Het leven gaat gewoon door in Hilversum: ’Ik heb een keukentje’ van The Ramblers, 1941
cover: Han Hollander voor de AVRO-microsfoon, screenshot uit besproken film
Goed stuk van Wanda. Uitstekend ook dat zij dit verleden aan de kaak stelt. Nooit echt geweten maar wel ergens afgevraagd. Volkomen eens en dank je wel voor deze openbaring. Deze anti-Joodse en anti-Israel houding is m.i. nu wederom bij de NPO aan de ore. Dank je wel voor de uiteenzetting.
Vreselijke geschiedenis!
Helaas is het nu niet anders met de eenzijdige
en gekleurde berichtgeving over Israël ,
Studenten protesten en de verschillende anti-
Joodse cq anti Israël commentatoren die vanuit het
Midden Oosten commentaar geven en veelal onjuiste
berichten verspreiden.
Wat een openbaring zeker voor mij. Bijzonder artikel moet zeker in de grote pers terechtkomen
De Telegraaf kwam 24 augustus met een paginagroot artikel over dit verraad aan de joodse omroep medewerkers. En vandaag, op de dag van de uitzending, komt NPO-voorzitter Leeflang met een stevige persverklaring waarin ze ‘diepe zelfreflectie’ aankondigt. En Alfred Edelsteins wens inwilligt voor een monument op het mediapark voor de omgebrachte radiomensen.
Ongeveer 5% vd Nederlanders zaten op een of andere manier in verzet. Ong.5% lid van NSB/SS/WA of anderzins in dienst vd vijand en 90% vd Nederlanders keek weg of waren toch loyaal aan de Duitsers zoals de zwarte politie. Nederland had in 1940 9 miljoen inwoners. Erik nooit na de oorlog echt een zuivering tot stand gekomen en na 1950 al helemaal niet meer. Niet voor niets nu al reeds grote angst en onrust bij personen en bedrijven als dossiers openbaar worden in 2025.
Ik kan mij van heel lang geleden een documentaire herinneren die uitgebreid inging op deze materie en de zuiveringen na de oorlog. Zoeken op internet levert een 11delige documentaireserie van de VPRO op, getiteld Het Spoor Terug. Uit 1988…Het wegkijken; waar een klein land nog steeds groot in kan zijn.