Vindersloon

Ephraïm vertelt

sjieke winkelstraat in Wenen

En het is een mitswe, een gebod, een goede daad, om iets wat verloren is gegaan en wordt gevonden terug te geven aan de eigenaar zonder vindersloon. Maar als het de gewoonte is om vindersloon te geven, dan zal men dat niet nalaten te doen. Rambam, Nedarim 7

Wenen rond 1980

Am Graben, hartje prachtig Wenen. Het is een schitterende dag. Zielsgelukkig loop ik door Graben, de mooie winkelstraat, met mijn tas met mijn collectie antieke juwelen. 

Bij de verschillende landsgrenzen die ik met de auto passeerde, moest ik langs de douane. Mijn sieraden staan beschreven op lijsten, gehecht aan een ATA-carnet (’tijdelijke invoer’). Een document dat uitgegeven wordt door de Kamer van Koophandel en je de mogelijkheid verschaft grenzen te passeren zonder BTW of invoerrechten te moeten voldoen. Het wordt in Nederland ‘geboren,’ ofwel geldig gemaakt door de plaatselijke douane die controleert of de lijsten kloppen met de daarop vermeldde goederen. Dat kunnen camera’s zijn van journalisten of camerateams, in mijn geval zijn het juwelen, alles genummerd kloppend met de lijsten. De collectie moet bij het verlaten van ons land compleet zijn. 

Ik loop naar een kleine juwelierswinkel met een bijzondere gevel en kijk in de etalage. De eigenaresse is een jonge Joodse dame met een prachtige collectie eigentijdse sieraden. Ik kan met haar geen zaken doen want ik werk met oude juwelen. Tot mijn verbazing zie ik een collectie antieke juwelen in de etalage. Ik stap naar binnen. 

Grüß Gott, kommen Sie weiter bitte. Mijn naam is Schmidt, verwelkomt een man mij.

Wij hebben zojuist deze zaak overgenomen, de vorige eigenaresse is helaas op jonge leeftijd overleden. Kijkt u niet naar de rommel. Wat kan ik voor u betekenen?’ 

Mijn naam is Ephraïm Goldstoff, ik kom uit Amsterdam en ben handelaar in oude en antieke juwelen.

‘Ik wil uw collectie graag zien, maar koop op dit moment niet in, eerst moet de zaak op poten zijn. Gaat u zitten en laat maar wat zien.’

Mijn sieraden zijn verpakt in juwelen rollen met donkergroene stof aan de buitenkant, exact de kleur van het interieur van de winkel. Ik laat rol voor rol de revue passeren, vervolgens leg ik die naast mij neer op de vloer, dan gaan ze de collectietas weer in. 

Armband, Constantinopel, 4de eeuw, goud, emerald, amethist collectie Walters Art Museum, Baltimore, USA. Beeld: WikimediaCommons 

Herr Schmidt is onder de indruk van mijn collectie en de goede prijzen. Wij komen zeker tot zaken als ik de zaak op orde heb, zegt hij als we afscheid nemen. Ik laat mijn visitekaartje achter, Schmidt doet dat met een stempel op een stukje papier, zijn kaartjes liggen nog bij de drukker.

Enkele maanden later heb ik een show in Parijs. Ik ontmoet mijn zakenvriend Hans, samen vullen we de vitrines met onze juwelen.

De armbandsteuntjes blijven echter leeg. Waar zijn de armbanden, vraag ik me af. Hans heb jij nog armbanden in jouw collectie? Nee. Dan mis ik een rol met armbanden. Waar ben ik in de laatste maanden geweest? Bij een nieuwe klant? Ik controleer de douanestempels op mijn carnet. Oostenrijk, Wenen, daar was ik bij Schmidt schiet me te binnen. Stel dat ik daar een rol was vergeten, dan belt die man mij toch?

Het is zondag, ik kan geen actie ondernemen, de winkels zijn dicht.

Maandagmorgen belt mijn vrouw, er heeft een meneer Schmidt gebeld uit Wenen, je moet hem met spoed terugbellen, ik geef je zijn nummer. Ik bel meteen naar Wenen, krijg een medewerkster aan de lijn. Meneer Goldstoff, wist u niet dat u hier een rol sieraden heeft laten liggen? Mijn antwoord was ‘waarom heeft u me niet eerder gebeld?’ We konden uw kaartje niet meer vinden, en we hebben melding gemaakt bij de politie, daarna hebben we uw juwelenrol aan handelaren laten zien die hier over de vloer komen. 

Uw rol werd herkend door een van hen en hij gaf ons zojuist uw telefoonnummer. Maar als u straks terugbelt, kunt u met Herr Schmidt zelf spreken. Even later krijg ik Schmidt aan de lijn. Ik krijg hetzelfde verhaal te horen met de mededeling ‘als u naar Wenen komt, dan moet u maar uitrekenen wat het totaalbedrag is van uw juwelen in de rol, want volgens de Oostenrijks wet heb ik recht op vindersloon.’ 

Vindersloon denk ik, waar heeft die man het over. Geheel ontdaan bel ik onze voorzitter van de Diamantbeurs. Ik vertel hem mijn verhaal en vraag zijn mening. Zijn antwoord luidt: Vele jaren geleden zat mijn broer Ben op de handelszaal in de Diamantbeurs. Hij was bezig met zijn goederen, hij moest even naar toilet en liet zijn doos met diamanten op de tafel liggen. Hij had zijn rug nog niet gekeerd of een collega Mauritz nam de doos mee naar toilet. Een andere collega zag wat er gebeurde en liep achter Mauritz aan. Ben werd opgewacht door de tweede collega met de woorden: jouw goederen zijn bij Mauritz en die zit achter deze deur op toilet. 

Ben begint te schreeuwen tegen Mauritz “kom met mijn handel van toilet af” Mauritz opent de deur en geeft Ben zijn doos met inhoud terug. Die wordt gecontroleerd. Er ontbreekt niets. “Ik heb recht op vindersloon,” schreeuwt Mauritz. De voorzitter van de Beurs wordt erbij gehaald. Mauritz wordt voor geschorst van de Diamantbeurs. Ik heb verschillende relaties in Wenen gebeld om inlichtingen te vergaren over Herr Schmidt. Ik krijg eersteklas informatie over Schmidt. Hij heeft een triple A track record. Voordat ik een dag later naar Wenen vlieg, bel ik nog even met Schmidt. Ik krijg zijn assistente aan de lijn. Kunt u me svp de nummers doorgeven die op de hangetiketten geschreven staan en aan de juwelen hangen, ik moet langs de douane, verzin ik, die hebben de nummers nodig voor mijn carnet.

Ik krijg 12 nummers door. Zo had ik tenminste een idee om hoeveel stuks het ging. Een paar uur later ben ik in Wenen en meld me in de juwelierszaak. Ik had inmiddels op Schiphol een fles champagne en een fles parfum gekocht.

Herr Schmidt is niet aanwezig en kan ieder moment verschijnen, zegt zijn medewerkster. Ik spreek haar aan en vraag wat er nou precies gebeurd is met die rol. Ik was aan het stofzuigen toen stootte ik op iets onder de toonbank. Het bleek een rol met juwelen te zijn die had dezelfde kleur als het tapijt. Die lag daar al enige tijd. Zij gaf de rol aan haar baas die geen idee had van wie die rol was. 

Hij meldde bij de politie dat hij een rol met juwelen had gevonden en gaf aan dat hij die rol in zijn safe zou bewaren totdat de eigenaar zich zou melden. Herr Schmidt komt even later de winkel binnenlopen. Grüss Gott Herr Goldstoff, schön dass Sie da sind. Zo, hier is uw rol met juwelen, wilt u controleren of alles nog aanwezig is. Ik pak mijn kladje met de nummertjes en controleer de inhoud van de rol. Alles klopt. Zo, Herr Goldstoff hier heeft u een rekenmachine dan kunt u waarde van de juwelen uitrekenen, want ik heb recht op vindersloon. Heel demonstratief schuif ik de calculator opzij en klap mijn rol dicht. Schmidt kijkt me aan. Herr Schmidt, nu moeten we even met elkaar praten. U kent mij niet, we hebben elkaar kort ontmoet bij de eerste kennismaking. Maar Herr Schmidt, ik ken u wel. Ik ken uw hele geschiedenis in de juwelenhandel en die is indrukwekkend.

U heeft een fantastische reputatie. Alleen nu slaat u de plank mis. Hoe durft u vindersloon te verlangen over iets wat in uw zaak is gevonden? Schmidt was lid van de Diamantbeurs in Wenen.

Ik vertel hem het verhaal dat mijn voorzitter mij vertelde. Schmidt verschoot van kleur. Ik liet hem even bijkomen. Trouwens Herr Schmidt, heeft u eigenlijk wel iets gevonden? Hij kijkt me aan. Nee zegt hij, mijn assistente heeft de rol gevonden. Waar haalt ú de chotspe vandaan om dan vindersloon te claimen? De enige die recht zou hebben op vindersloon is uw medewerkster. Als zij van kwade trouw zou zijn geweest dan hadden u noch ik ooit iets van deze verloren gegane rol teruggezien. Uw assistente heeft recht op vindersloon. Met uw goedvinden leg ik hier drie verschillende juwelen op de toonbank en zij kan een van de drie sieraden uitzoeken. De jonge vrouw begint te huilen van emotie, Schmidt knikt geëmotioneerd, ja! Een van de juwelen wordt uitgekozen. De champagnefles gaat open, glazen op tafel, de jonge dame krijgt ook nog een fles parfum. 

Eind goed al goed. Met Herr Schmidt raakte ik bevriend. We hebben jarenlang zaken gedaan totdat hij plotseling overleed aan een hartstilstand.


cover: Graben, Wenen. Foto: SchiDD, WikimediaCommons

Over Ephraïm Goldstoff 77 Artikelen
Ephraïm Goldstoff (1949) groeide op in de oude Joodse Plantagebuurt tegenover Artis. Na het Maimonides volgde hij verschillende opleidingen in de diamantwereld. Goldstoff vervult vele bestuurlijke functies onder meer voor Bnei Akiwa, Oost-Joods Verbond, OSE (Organisation Secours aux Enfants), Young Leadership CIA, The Feuerstein Institute (Jerusalem). Hij is bestuurslid van Maccabi tennis en van de RAS (Rav Aron Schuster Synagoge) en de Stichting Eerherstel Joodse Begraafplaats Zeeburg. Goldstoff is voorzitter Stichting Naleving Washington Principles, raadslid NIHS, lid ledenraad Joods Maatschappelijk Werk, voorzitter Stichting Dutch Friends of The Feuerstein Institute. Ephraïm Goldstoff is zelfstandig ondernemer in oude en antieke juwelen en edelstenen. Nog steeds werkzaam en kantoorhoudend in de Diamantbeurs.

1 Comment

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*