Van de hark en de hoop
‘Maar het ging per óngeluk’. Ik hoor het mezelf nog zeggen. Vol verontwaardiging omdat mijn ouders me terechtwezen over iets wat in niet met opzet had gedaan (de hark stukgemaakt). Mogelijk nog groter was mijn verbolgenheid als ze me vroegen iets op te ruimen wat niet door mij was achtergelaten maar door een van mijn zussen. ‘Maar dat ís helemaal niet van mij!’ jammerde ik dan. Saai Parasjat Wajikra, het leest niet echt lekker weg. … [Lees verder]