Troost vinden in de woorden ’Baroech Hasjeem’

mitswe

Deze week vroeg een van mijn dochters: “Waarom staat er ‘Baroech Hasjeem’ op een bensjboekje?” 

Zij bedoelde uiteraard het welbekende gele boekje, samengesteld door mijn grootvader, rabbijn Ies Vorst. Eerlijk gezegd had ik als kind dezelfde vraag. Het is vrij opmerkelijk om op een bensjboekje in grote letters ‘Baroech Hasjeem’ te drukken.

Pas na het overlijden van mijn grootvader ontdekte ik de diepere betekenis ervan. In een In Memoriam schreef rabbijn Raphael Evers dat het boekje was opgedragen aan twee jongens die op jonge leeftijd zijn overleden: Baroech Vorst, het driejarige zoontje van rabbijn Vorst en Sem Evers, de zoon van Bloeme en Hans Evers. Baroech Hasjeem – Geprezen is G-d.

Hoe ga je verder wanneer je je kind verliest? Hoe leef je met zo’n onvoorstelbaar verdriet? 

Mijn grootvader vond troost in deze woorden. Ondanks het pijnlijke verlies bleef hij vasthouden aan het geloof dat alles in de handen van Hasjeem ligt, zelfs wanneer wij Zijn bedoelingen niet begrijpen.

Hij hield deze boodschap niet voor zichzelf. Hij wilde het met anderen delen. Daarom staat op de kaft van het boekje in grote letters: Baroech Hasjeem – Geprezen is G-d, wanneer we het begrijpen, maar ook – en misschien juist – wanneer we het niet begrijpen.

Joods verzet tegen Romeinen

In het bensjen (dankzegging na de maaltijd) zijn er vier berachot. De vierde, Hatov VeHameitiv, werd door de geleerden uit Yavne ingesteld na het begraven van de doden in Beitar (Brachot 48:2). 

Beitar was het laatste bolwerk van Joods verzet tegen de Romeinen. Na de verovering verboden de Romeinen het begraven van de omgekomen strijders. Pas jaren later werd er toestemming gegeven. Uit dankbaarheid dat hun lichamen intact waren gebleven en alsnog begraven konden worden, werd deze beracha toegevoegd: Hatov – Hij die goed doet (want de lichamen vergingen niet), en Hameitiv – Hij die goed doet aan anderen (want ze kregen uiteindelijk een begrafenis).

De afgelopen week hebben we ons veel afgevraagd: Waarom? Waarom doet Hasjeem dit? Hoe gaan we om met zoveel terreur, zoveel pijn, zoveel verdriet? En toch zeggen wij ook nu: Baroech Hasjeem – Geprezen is G-d. 

Adar, de Poeriemmaand begint

Aanstaande vrijdag begint de maand Adar. De maand waarin het Poeriemverhaal centraal staat. Een verhaal dat ons leert dat zelfs in de diepste duisternis een onverwachte ommekeer kan plaatsvinden – ונהפוך הוא – V’nahafoch Hoe. 

Wij dawwenen naar Hasjeem dat Hij spoedig deze tijd van pijn zal omslaan in vreugde. 

Laten we de ommekeer alvast in gang zetten. Laten we duisternis en negativiteit beantwoorden met licht en positiviteit. Doe nog een mitswe ter herinnering aan Ariel, Kfir, Shiri, Oded en alle andere slachtoffers van de verschrikkingen van de afgelopen maanden.
Kies hier een mitswe


cover: rabbijn Ies Vorst met onder meer het bensjeboekje Baroech HaSjeem

Over Mendel Katzman 7 Artikelen
Rabbijn Mendel Katzman is opgegroeid in Den Haag. Volgde zijn rabbinale opleiding op Jeshivot in de VS en Europa. Nadat hij enkele jaren op het Chabad hoofdkantoor in New York heeft gewerkt, keerde hij samen met gezin terug naar Den Haag. Hier heeft hij, samen met zijn vrouw, twee jongeren community's opgericht, 'CTeen The Hague' voor tieners, en 'Young Jewish The Hague' voor joodse studenten.

3 Comments

  1. Dank, R.Mendel, voor deze o zo belangrijke woorden.

    Wat mooi en bijzonder dat uw dochter die vraag stelde. Er is (net als binnenkort aan de sedertafel) een kind voor nodig om ons te attenderen op iets wat absoluut niet voor de hand ligt en waar we al te gemakkelijk overheen kijken of lezen.

    Ja, het is op het eerste gezicht paradoxaal om HaKadosh Baroech Hoe te prijzen in het kader van iets uiterst verdrietigs en pijnlijks als het verlies van een kind, laat staan van meerdere kinderen tegelijk.
    Toch is het in de Joodse optiek, ethiek en halacha diep verweven.
    Baroech Dayan Ha’Emet, is dat niet wat we bij het vernemen van een overlijden als eerste zeggen of schrijven?’Geprezen zij de Ware Rechter’ of ‘de Rechter in Waarheid’: wij drukken als eerste onze bereidheid uit tot aanvaarding, beklemtonen dat wij ons schikken naar wat is beschikt.
    Op het moment dat we fundamenteel op de proef worden gesteld, uiten we onze intentie en keuze.

    Een sterkere Bejahung van het leven en van de fysieke dood, die daaraan inherent is, is nauwelijks voorstelbaar.
    En dat – hoe zou het ook anders kunnen – geschiedt door het Bejahen, het beklemtonen van de rechtvaardigheid van HaKadosh Baroech Hoe, in wie we ondanks onze pijn, ondanks ons onbegrip en onze vraag, waarom het heeft moeten gebeuren, toch ons vertrouwen willen en kunnen blijven stellen.

  2. Nu ik uw artikel, R. Mendel, en mijn reactie erop nog eens overlees, valt mij iets op: beiden hebben wij het woord ‘Baroech’vertaald met ‘Geprezen’.
    De betekenis van ‘Baroech’is echter niet ‘Geprezen’, maar ‘Gezegend’.
    En ‘zegenen’is iets wezenlijk anders dan ‘prijzen’.
    Dat het ons als mensen gegeven is HaKadosh Baroech Hoe te kunnen zegenen bij iedere beracha (zegening) die we uitspreken, dat ons zelfs is opgedragen dit te doen, vertelt veel over de relatie van wederzijdse afhankelijkheid tussen HaKadosh Baroech Hoe en onszelf, of beter gezegd, met een ieder van ons als individu en met ons allen in gezamenlijkheid.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*