Van geloof naar vertrouwen 

Besjalach 5785

beeldmerk Parasja

Het Joodse volk kon geen kant meer op: hoe moesten ze verder? Ze werden achtervolgd door het Egyptische leger en voor hen was de Rietzee. Hoe ging het volk om met dit dilemma? 

De Midrasj (Mechilta D’Rabbi Jisjmaël) vertelt dat het Joodse volk in vier groepen was verdeeld. De eerste groep gaf de hoop op en wilde zich overgeven aan de farao om als slaven terug te keren naar Egypte. De tweede groep wilde de strijd aangaan met de Egyptenaren. De derde groep wilde de zee in springen, en de vierde groep wilde zich naar Hashem in gebed richten. Geen van deze groepen had gelijk; Hashem gaf de instructie: “וְיִסָּעוּ – reis verder!”. Het Joodse volk begreep de opdracht pas toen Nachshon ben Aminadav het water in sprong, waarna Hashem Mosje de instructies gaf om de zee te splijten.

Na afloop van het wonder van de zee, tegen het einde van de parasja komen we een ander incident tegen. In de Sinaï-woestijn begon het Joodse volk te klagen: er was geen eten. Hashem geeft het Joodse volk een dagelijkse portie manna. Manna was een bijzonder Hemels voedsel dat elke ochtend voor de ingang van ieders tent werd bezorgd. De instructies waren a) dat men het direct verzamelt en diezelfde dag opeet, b) maximaal één “omer” (een maatstaf van ongeveer 2.5 liter) per persoon verzamelen. Op vrijdag krijgt iedereen een dubbele portie zodat er op sjabbat geen manna hoeft te worden verzameld.

Tussen Egypte en de Sinaï

Beide gebeurtenissen vonden plaats tussen de uittocht uit Egypte en het ontvangen van de Tora op de berg Sinaï. In beide gevallen werd het Joodse volk op de proef gesteld, hoe zouden zij reageren in moeilijke omstandigheden? Ze moesten nog leren om op Hashem te vertrouwen. Na alle wonderen van de aanloop tot de uittocht uit Egypte hadden zij geloof in Hashem, maar geloof alleen is niet genoeg, dit moest zich nog ontwikkelen tot vertrouwen.

Geloof (אמונה) is belangrijk, geloof vormt de eerste stap richting vertrouwen. Maar geloof alleen kan soms tot tegenstrijdige handelingen leiden.

De gemara (Ein Jaakov, Brachot, 63a) vertelt over de inbreker die naar Hashem bidt terwijl hij zijn misdaad pleegt. Hij gelooft in Hashem, hij gelooft ook dat Hashem hem kan helpen, maar heeft niet het vertrouwen dat zijn inkomsten via de eerlijke route die Hashem heeft uitgestippeld komt. Daarom vraagt hij Hashem om succes in zijn overtreding.

Vertrouwen (בטחון) is de zekerheid dat Hashem onze benodigdheden op een goede manier zal voorzien. Net als wij van onze beveiligingsinstanties (de moderne Hebreeuwse vertaling van בטחון) verwachten dat zij hun taak op de best mogelijke manier uitvoeren en dat we op hen kunnen vertrouwen. Zo ook moeten we het vertrouwen hebben dat Hashem zal voorzien in onze benodigdheden.

Oefeningen 

Het Joodse volk was daar echter nog niet aan toe, ze zagen een zee voor zich en begrepen de boodschap “ויסעו – reis verder” niet direct. Ze kregen manna aangeboden, maar om iets te bewaren voor de volgende dag, was voor hen nog een grote uitdaging. Dit waren oefeningen om het Joodse volk te trainen in בטחון – vertrouwen in Hashem.

Wanneer we niet alleen in Hashem geloven, maar ook op Hem vertrouwen, verandert onze benadering van het leven. 

Enerzijds beseffen wij dat Hashem ons de opdracht gaf om ons in te spannen: werken om inkomsten te verdienen, goed voor ons lichaam zorgen en verstandige keuzes te maken. Anderzijds hebben we het vertrouwen dat het uiteindelijke resultaat in Hashems handen ligt en dat Hij zal voorzien in wat we nodig hebben. 


cover: beeld Bloom

Over Mendel Katzman 7 Artikelen
Rabbijn Mendel Katzman is opgegroeid in Den Haag. Volgde zijn rabbinale opleiding op Jeshivot in de VS en Europa. Nadat hij enkele jaren op het Chabad hoofdkantoor in New York heeft gewerkt, keerde hij samen met gezin terug naar Den Haag. Hier heeft hij, samen met zijn vrouw, twee jongeren community's opgericht, 'CTeen The Hague' voor tieners, en 'Young Jewish The Hague' voor joodse studenten.

3 Comments

  1. Dank R.Mendel voor deze belangrijke inzichten. U citeert een gemore (TB Berachot 63a) die de aandacht volledig verdient. Mishlee (Spreuken) 3:6 voorziet ons daarin van een even essentiële als gezegende instructie: ‘Heb weet van Hem bij alle stappen die je zet, en Hij zal de weg voor je effenen.’

    Terzijde: zou HaKadosh Baroech Hoe het gebed van de inbreker daadwerkelijk hebben verhoord, is de vraag die zich vervolgens bij mij aandient. Of we dat kunnen weten of niet: hoe kijkt u daar zelf tegenaan?

    Met talmoedische groet, Etienne

    דָּרַשׁ בַּר קַפָּרָא: אֵיזוֹהִי פָּרָשָׁה קְטַנָּה שֶׁכָּל גּוּפֵי תוֹרָה תְּלוּיִין בָּהּ — ״בְּכָל דְּרָכֶיךָ דָעֵהוּ וְהוּא יְיַשֵּׁר אֹרְחֹתֶיךָ״. אָמַר רָבָא: אֲפִילּוּ לִדְבַר עֲבֵירָה.

    Bar Kappara taught: Which is a brief passage upon which all fundamental principles of Torah are dependent? “In all your ways acknowledge Him, and He will direct your paths” (Proverbs 3:6). Rava said: One must apply this principle even to acts of transgression, as even then one must adhere to God and refrain from sinning excessively.

    Bron Sefaria.org

    • Beste Etienne Denneboom,

      Dank voor uw opmerking. Hoe ik daar zelf tegenaan kijk? Ik zou de benadering van Rabbi Levi Yitzchak van Berdichev hanteren. Wanneer je naar de inbreker kijkt, kun je onder de indruk zijn dat hij, zelfs terwijl hij de wet overtreedt, toch in Hashem gelooft. Zijn geloof moet dan erg sterk zijn, maar hij bevindt zich in een benarde situatie, waardoor hij daden verricht die in strijd zijn met de wet. Uiteraard kan deze benadering geen goedkeuring van zijn gedrag betekenen, maar het is wel opmerkelijk. Of Hashem de gannef ook zou helpen en zijn gebed zou verhoren? Daar durf ik geen eenduidig antwoord op te geven.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*