Munchausen in Gaza

Wie het nieuws volgt, ziet weinig reden voor optimisme in het Midden-Oosten. De situatie lijkt hopeloos. Het imago van de formele politieke structuren is tanende: Hamas houdt behalve de gijzelaars ook de bevolking van Gaza gevangen en de regering van Netanyahu heeft ook zo zijn eigen agenda.  Overheden zitten vast in een moeras van politieke belangen, onder druk van achterban en eigenbelang; dit alles laat het conflict nog verder etteren. Ondertussen dragen gijzelaars, soldaten en burgers de zwaarste last van dit falen. Wereldwijd tonen overheden een indrukwekkend vermogen om op de meest creatieve manier hun verantwoordelijkheden te minimaliseren.

In deze schijnbaar uitzichtloze context spelen niet-gouvernementele organisaties, NGOs, een cruciale rol. De Israëlische bevolking verliest steeds meer het vertrouwen in hun regering, die volgens velen te weinig doet om de gegijzelden terug te halen. Onder de slogan “Wij worden allemaal gegijzeld door de regering” verwijten demonstranten premier Netanyahu nalatigheid ten aanzien van de belangen van de gijzelaars en hun families en eisen zij een staakt-het-vuren met Hamas. Ouders van de gegijzelden zijn zelfs zélf begonnen met informele gesprekken met diplomaten en politici, vastberaden om zelf oplossingen te zoeken.

Deze en andere organisaties voeren informele onderhandelingen met Hamas, in de hoop een voorstel te ontwikkelen dat zowel Israëlische als Hamas-leiders kunnen steunen. Gershon Baskin, een ervaren onderhandelaar, speelt een belangrijke rol in deze contacten, waarin hij voortdurend zoekt naar het menselijke element. Er is veel te doen: de Hamasregering bestaat de facto niet meer, en er is veel wantrouwen. De humanitaire toestand in Gaza is schrikbarend, en velen hebben het gevoel dat ze in de steek zijn gelaten.

NGO’s zoals de Britse organisatie No Ordinary Day spelen een belangrijke rol in humanitaire steun, vooral om vertrouwen op te bouwen voor toekomstige samenwerking. Deze organisatie, die al jaren ervaring heeft met de evacuatie van gewonden, gijzelaars en gevangenen uit conflictgebieden, biedt praktische hulp aan onschuldige burgers die gewond zijn geraakt bij Israëlische aanvallen op Hamas-stellingen. No Ordinary Day helpt deze mensen niet alleen concreet, maar gebruikt deze hulp ook als een middel om internationale samenwerking met NGO’s te bevorderen. Dit opgebouwde vertrouwen kan NGO’s bovendien helpen om een positie te krijgen in onderhandelingen over een staakt-het-vuren.

De familie Al-Dalou bestond tot voor kort uit vader, moeder, twee dochters en drie zonen. Beelden waarop te zien is hoe de oudste zoon, Sha’aban, levend verbrandde terwijl zijn broer Mohamed hem probeerde te redden, gingen de wereld rond. Moeder Ala’a kwam om het leven, en broer AbdulRahman en zussen Farah en Rafah raakten ernstig verbrand, net als vader Ahmed. Inmiddels zijn AbdulRahman en Farah overleden; Ahmed en Rafah krijgen minimale verzorging en Mohamed is diep getraumatiseerd. Sha’aban werd een nieuw symbool van de gevolgen van de oorlog in Gaza’s: beelden van hem, kronkelend van de pijn terwijl hij levend verbrandde in de tent van zijn familie, werden wereldwijd gedeeld op sociale media.

No Ordinary Day probeert de drie overlevenden voor behandeling naar de EU te krijgen, maar de meeste landen aarzelen vanwege juridische en diplomatieke obstakels. Velen kiezen voor “hulp in de regio” of raken verstrikt in formaliteiten, waardoor nog geen enkel land zich bereid heeft getoond hen op te nemen. Dit vergroot het vertrouwen van de lokale organisaties in NGO’s en hun rol bij onderhandelingen niet: mensen hebben het gevoel dat ze in de steek gelaten worden.

De werkelijkheid is anders: neutrale NGOs hebben wél de mogelijkheid om te communiceren en de belangen van Hamas en de Israëlische regering te overbruggen. Zie bijvoorbeeld de cruciale rol die World Central Kitchens speelt. NGO’s kunnen vanwege hun onafhankelijkheid, mits ze goed georganiseerd, beheerd en bestuurd zijn een vitaal middelpunt vormen tussen nationale actoren in hyper-gepolitiseerde domeinen, kunnen daar effectiever en met grotere flexibiliteit opereren. Maar dan moeten ze daarin wel gefaciliteerd worden.

Bovendien: Hulp door derde landen is wel degelijk mogelijk. Op basis van Artikel 12 van Protocol I van de Geneefse Conventie verzoekt No Ordinary Day Nederland om medische hulp te bieden aan kinderen die lokaal geen adequate behandeling kunnen krijgen, en hen naar het buitenland te laten reizen, zoals de overlevenden van de familie Al-Dalou. Bij goedkeuring is het essentieel dat zowel de kinderen als een verzorger reisvergunningen krijgen. De lokale omstandigheden daarvoor zijn aanwezig: de Israëlische autoriteit COGAT kan uitreisvergunningen verlenen en de evacuatie coördineren.

Ook hier vervullen NGOs een waardevolle bemiddelingsrol. Hun neutrale positie biedt een platform om samen te werken en gemeenschappelijke doelen te formuleren zoals veiligheid, stabiliteit en burgerwelzijn op micro-niveau. Hiermee houden zij de hoop op constructieve stappen richting vrede en veiligheid levend, midden in het ogenschijnlijk ondoordringbare moeras van dit conflict. Vooral nu, met de onduidelijke machtsstructuren binnen Hamas, moeten lokale organisaties bewijzen dat eventuele akkoorden in Gaza nageleefd kunnen worden. Een bijdrage van landen zoals Nederland door gewonden uit de regio op te vangen, betekent meer dan alleen directe steun aan enkele getroffenen: het versterkt het werk van NGO’s die een onmisbare rol spelen en helpt zo de regio zichzelf, figuurlijk, aan zijn eigen haren uit het moeras te trekken.

Over Robbert Baruch 27 Artikelen
Robbert Baruch (1967) studeerde Politieke Filosofie, Bestuurskunde en aan een yeshiva, maar maakte alleen de eerste studie af. Hij woont in Den Haag en werkt als lobbyist in de muzieksector.

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*