De Lekstraat nu: kleine sjoel werd groot 

interieur synagoge Lekstraat

In de jaren tachtig is de sloop van de Lekstraatsjoel mede na een actie van een groot aantal architecten niet doorgegaan. 

De grote ruimte van de sjoel werd het Verzetsmuseum en de kleine sjoel bleef bestaan. De ruimte erboven werd vrouwengalerij.

Voor het museum werd – zonder al te veel aandacht voor de architectuur – grondig verbouwd en gesloopt met weinig gevoel voor de religie die hier ooit zijn huis had. Er werd achteloos gehakt in de bijzondere marmersoorten die architect Elzas met veel zorg had uitgezocht en in het voorportaal van de sjoel kwam een ijzeren trap naar de galerij. 

Daar werd al spoedig een bordje geplaatst met de waarschuwing ’gevaarlijke trap’. Na een paar jaar verhuisde het museum naar Plancius tegenover Artis en werd de sjoel in gebruik genomen door veilinghuis Glerum, nu AAG Auctioneers.

Inmiddels was het beheer van het gebouw namens de gemeente Amsterdam in handen van Stadsdeel Zuid. Dat was het begin van een periode waarin met meer zorg met het gebouw werd omgegaan. 

Wij – mijn vrouw en ik – werden als eerdere actievoerders nu gevraagd om als architect te adviseren bij het in stand houden en eventueel herstel van de monumentale waarde van het gebouw.


De renovatie begon met de ruimte van het veilinghuis, de vroegere grote sjoel. Belangrijk was het herstel van de grote lichtkronen in het midden en het terugplaatsen van de lampen in dezelfde stijl onder de galerijen. 

De Joodse Gemeente gaf hier toestemming voor nadat deze er al eerder mee akkoord was gegaan dat de mooie Hebreeuwse tekst op de voorgevel zou blijven bestaan, en ook de spreuk op de wand boven de plek waar het Aron hakodesj was geweest. 

De koperen lampjes van de noodverlichting waren tijdens de verbouwingswerkzaamheden weggeraakt en werden zorgvuldig opnieuw gemaakt. In plaats van de gevaarlijke trap kwam er een trap in de kamer waarin de gazzen zich vroeger prepareerde voor de sjoeldienst. In het voorportaal kwam een glazen lift voor het transport van de kunstwerken van het veilinghuis.

Na het veilinghuis werd de kleine sjoel onder handen genomen. Wij adviseerden het herstel van de ruimte voor bijeenkomsten boven de kleine sjoel en lieten met tekeningen en een maquette zien dat er in de kleine sjoel best een insteekverdieping kon worden gemaakt voor een vrouwengalerij. Volgens de rabbijn die geraadpleegd werd was dit een goede oplossing, ook al omdat de ingang in de symmetrieas precies tegenover de aron zou komen. De vaste sjoelbezoekers zagen er echter niets in om tussen een vrouwengalerij door de sjoel binnen te komen en wilden graag dat er weer een zij-ingang zou komen zoals ze het immers gewend waren. 

Vanuit het rabbinaat werd bepaald dat de sjoel in oppervlakte niet kleiner mocht worden: wat er op de verdieping afging moest er beneden bijkomen. Aldus kwam er een vierkante uitbreiding en werd het oppervlak van de kleine sjoel juist groter. Gevolg was dat er in de kleine tuinstrook achter de sjoel geen ruimte meer zou zijn voor het houten schuurtje van de soeka. En er werd nog een complicatie in stelling gebracht: het was beheerstechnisch voor de Joodse gemeente te ingewikkeld om behalve de benedenverdieping met de sjoel ook nog een ruimte erboven te moeten bijhouden. 

De oplossing werd het bouwen van een nieuwe bijeenkomstenruimte beneden naast de kleine sjoel. Het dak ervan kon worden geopend zodat die ruimte ook als soeka kon worden gebruikt. De sjoel in de Gerard Doustraat was hier het illustere voorbeeld van. De nieuwe ruimte naast de sjoel werd in gebruik genomen door het Kolel Chacham Zwi en werd aldus het lokaal van een kleine Talmoedschool. 

Doordat de kleine sjoel zelf groter is geworden is er nu meer ruimte voor de banken uit de vroegere grote sjoel, vooral rondom de bima. Helaas was de sympathieke vierkante kast van de aron met bescheiden marmeren rand die ooit het sieraad was van de kleine sjoel te klein voor de parochot uit de grote ruimte. In plaats daarvan is er een houten wand gekomen met kastdeuren van dezelfde vorm en afmeting als aanwezig was in de grote sjoel. De horizontale ramenstrook over de volle breedte van de oostwand is er weer net als vroeger, nu ook aan de zijkant van de nieuwe aanbouw. 

Al met al is de kleine sjoel in 2006 na de restauratie en uitbreiding veranderd in een intieme maar ruime sjoel met veel daglicht en met een galerij waar de dienst goed te volgen is. 

De bijeenkomstenruimte boven de kleine sjoel is gereconstrueerd en is nu onderdeel van het veilinghuis. De glasgevel over de volle breedte maakt deze ruimte aan de achterkant van het gebouw mooi en indrukwekkend. Ook de centrale garderobe op de begane grond is er nog en de strook daglicht boven de toiletruimtes die daar als een soort minihuisjes in de ruimte staan. 

Jammer is dat ons voorstel om de oorspronkelijke tegellambrisering van de garderobewanden weer aan te brengen niet is doorgegaan omdat daar geen budget voor was. Dat geldt ook voor de elegante vrijstaande witte tegelwand bij de ingang. 

De tegels van Elzas zijn een wezenlijk onderdeel van het architectuurmonument. Koninklijke Tichelaar, de vermaarde tegelfabriek uit Makkum, had zich er al over gebogen. Het zou altijd nog kunnen en moeten gebeuren. En misschien ontstaat er ooit de situatie dat de Joodse gemeente de ruimte op de verdieping wel weer wil en kan gebruiken.

Maar er is in de nieuwe situatie veel gelukt. De nieuwe aanbouw is in de plaats gekomen van de armoedige betonnen schutting die er vroeger was aan de achterkant van het sjoelterrein. De gevels van het nieuwe gedeelte en de tuinmuur zijn gemetseld in dezelfde steen en steenverband als de oorspronkelijke bouw, zodat je niet goed kunt zien wat oud en wat nieuw is. 

Het gebouw met zijn nieuwe aanbouw is een samenhangend geheel geworden, en dat is precies wat we wilden bereiken.

Deel 1 Lekstraatsjoel: Witte sjoel in donkere tijd


cover: Overzicht kleine sjoel, foto auteur 2024

Over Izak Salomons 9 Artikelen
Izak Salomons (1938), architect, was architectuurmedewerker van Het Parool en docent aan de T.U. Delft. Hij restaureerde samen met zijn onlangs overleden vrouw Cootje Salomons onder andere de Gerard Dousjoel in Amsterdam en de sjoel in Alkmaar. Zijn herinneringen als kind publiceerde hij in eigen beheer in het boekje ‘In blauwe trams en groene barakken’ (Engelse editie ‘In blue trams and green barracks’).

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*