De vrouw die tegenover mij zit, ziet er goed verzorgd uit. Ze is 49 en meldt zich omdat ze gehoord heeft dat ze met mij kan praten over tweede generatie problematiek.
Ze lacht terwijl ze dat zegt en verduidelijkt meteen dat ze moet lachen omdat er eigenlijk geen sprake van problematiek is. Ze heeft twee leuke kinderen, woont in een mooi huis, dus waar klaagt ze over.
Haar grootouders hebben haar leeftijd niet eens gehaald, dus nogmaals, zij zou een gelukkig mens moeten zijn.
Maar dat is nou juist het probleem, dat is ze niet. En hoewel ze eerder in psychotherapie is geweest, heeft ze nooit over de oorlog van haar ouders gesproken of over haar wel of niet Joodse identiteit. Ze heeft begrepen dat dat bij mij wel aan de orde kan komen en dat lijkt haar zinvol.
Natuurlijk vraag ik in een eerste gesprek wat mensen bij mij brengt en bij deze vrouw ben ik direct nieuwsgierig of ze iets meer kan vertellen over het probleem dat ze gelukkig zou moeten zijn, maar het niet is.
En dan vertelt ze over haar ouders die allebei in het kamp hebben gezeten. Ze heeft een Joodse achternaam, deze dame en ze ziet er bovendien behoorlijk Joods uit, maar ze vertelt dat haar moeder ontkent Joods te zijn. Haar vader is in elk geval Joods.
‘Dat valt met deze achternaam en zijn gezicht totaal niet te ontkennen,’ zegt ze grinnikend.
‘Als ik zo naar u kijk, lijkt het alsof u daar plezier in heeft,’ zeg ik.
‘Ja, dat ziet u goed, vroeger vond ik het zielig voor hem. Doordat mijn moeder er zo schichtig over deed, begreep ik dat Joods zijn gevaarlijk was. Maar inmiddels denk ik: wie heeft hij voor de gek willen houden.
Mijn ouders en grootouders zaten in Frankrijk in het verzet en zijn verraden. Mijn ouders hebben elkaar in het verzet leren kennen en zijn onafscheidelijk. Mijn moeder heeft mijn broer en mij altijd verteld dat mijn vader een kind wilde en omdat het zo zielig voor mijn broer was om alleen te blijven, ben ik geboren.
‘Ik ben er dus voor mijn broer,’ zegt ze met alweer een lach, ‘en wij kunnen het ook heel goed vinden samen, ook al is hij zo gek als een deur, maar als het aan mijn moeder had gelegen, waren wij er niet geweest. Zij moet niks van kinderen hebben, dat zie ik ook nu weer met mijn kinderen,’ zegt ze en dan zucht ze diep voordat ze verder vertelt.
‘Mijn ouders hebben met ons nooit over de oorlog gesproken. Alleen als mijn moeder mijn profiel per ongeluk ziet dan ontstaat er een probleem.’
En dan stopt ze abrupt met haar verhaal. Ze haalt haar schouders op, kijkt naar haar handen die in haar schoot liggen, vouwt ze samen en legt ze dan weer neer en kijkt me aan. De tranen staan haar nader dan het lachen.
‘Ik zie dat dit u heel verdrietig maakt, kunt u vertellen wat er dan gebeurt,’ vraag ik.
‘Ik schijn erg veel op mijn oma, de moeder van mijn moeder, te lijken die ik dus nooit heb gekend. Met name mijn profiel als mijn moeder mij van opzij zag, ziet er net zo uit als mijn oma vroeger. Ik zorg er dus al van jongs af aan voor dat ik mijn moeder recht aankijk, maar soms gebeurde het toch en dan was ze ontroostbaar.’
‘Meestal rende ze dan weg, sloot ze zich op in hun slaapkamer. Mijn broer en ik hebben eindeloos op de grond voor die deur gezeten in de hoop dat ze naar buiten zou komen, maar meestal zagen we mijn moeder dan pas de volgende dag en dan leek het alsof er niks was gebeurd.’
‘Ik heb wel eens gehoopt dat ze dan wat los zou laten, maar ze vertelde niets, nooit, nog altijd niet. Mijn vader heeft ons ooit verteld dat al onze grootouders zijn vermoord, daardoor weet ik het en dat ze zijn verraden en in het verzet zaten, maar meer heeft hij ook nooit verteld.’ En dan valt ze stil, haalt nog een keer haar schouders op en zegt opeens: ‘Ik vergeet nog te vertellen dat we hebben geleerd dat we niemand moesten vertrouwen, alleen elkaar, daarom denk ik ook dat mijn moeder wel Joods is, hoewel ze het dus altijd ontkent. Ik denk dat ze het altijd te angstig hebben gevonden, tot op de dag van vandaag. Mijn moeder heeft wel eens zoiets gezegd. Grappig genoeg vonden mijn ouders het dan wel weer prima dat ik met een Joodse man trouwde, hoewel ze niets moeten hebben van de Joodse feestdagen, daar willen ze nooit bij zijn en we hebben alleen samen met onze beste vrienden een choepa (Joods huwelijk) gehad.’
‘Daar konden we ook niet over praten, maar ik heb wel eens gedacht dat ze het stiekem wel fijn vinden, mijn vader in elk geval.’
Met bovenstaand verhaal, dat in verband met de privacy uiteraard niet herleidbaar is tot een persoon, geef ik een kleine inkijk op mijn aankomende lezing van 16 september 2024 voor JMW.
Thema’s
Zoals u ziet komen hierboven een aantal thema’s naar voren. Identiteit, hoe Joods ben ik? Is Joods zijn angstig? Is mijn moeder Joods? Mag ik er zijn, zoals ik ben, of moet ik zorgen voor mijn moeder, opdat zij niet van mij schrikt? Wat hebben mijn ouders voor verschrikkelijks meegemaakt? Familiegeheimen. Angst. Hoe gewenst was ik als kind? Hoe ga ík om met familie en hoe doe ik het met mijn eigen kinderen? Kan ik een goede moeder/vader zijn ondanks het voorbeeld dat ik had? Ik heb geleerd niemand te vertrouwen, maar ik wil wel dat mijn kinderen in vertrouwen opgroeien.’
De situatie in Israël komt hierboven niet rechtstreeks aan de orde, maar de angst om Joods te zijn wel en zou nu zeker worden verbonden aan de situatie in Israël en het oplaaiend antisemitisme.
Deze thema’s en meer zullen in mijn verhaal op 16 september aan de orde komen en natuurlijk gaan we over deze zaken en met wat uzelf misschien wilt inbrengen met elkaar in gesprek.
Drie lezingen
Op 9, 16 en 24 september 2024 organiseert JMW drie lezingen over identiteit, trauma-overdracht en levensfases, voor iedereen met een Joodse achtergrond, of professionals in de zorg en/of welzijn. Met praktische handvatten van gerenommeerde sprekers uit Nederland en Israël: Inez Schelfhout, Ruth Feigenbaum en Yaela Cohen-Kool.
De lezingen vinden live plaats in Amsterdam
en zijn ook thuis digitaal via een livestream te volgen. Het stellen van vragen aan de sprekers is mogelijk. De toegang is gratis en de voertaal is Nederlands. Buiten Amsterdam worden de lezingen ook digitaal uitgezonden op locaties in Dieren en Den Haag. De lezingen vinden plaats van 19.30 tot 21.00 uur, met een borrel na afloop.
Meer informatie en aanmelden via deze link.
Herdenking Mauthausen, het verhaal (in het Engels) van Ruth Feigenbaum: ‘By April the grass was gone.’
Geef als eerste een reactie