Als ik de parsje van deze week in een woord zou moeten samen vatten, dan hoef ik niet lang na te denken. Leiderschap.
De parsje Pinchas vangt aan met het belonen van het door Pinchas getoonde leiderschap. Pinchas de kleinzoon van Aharon (de broer van Mosje) nam een speer en doorstak de overspelige Zimrie, zoon van Salie en zijn Midjanitische concubine. Door zijn daadkrachtig optreden werd de woede van God en de plaag die het Joodse volk trof met 24.000 doden, afgewend. Het Joodse volk werd gestraft nadat zij door Moabitische en Midjanitische vrouwen werden verleid tot overspel en afgoderij.
Pinchas wordt beloond met een vredesverbond en het priesterschap wat voortaan automistisch van geslacht tot geslacht zal worden overgegeven.
Niet erfelijk
Het leiderschap zelf is echter niet erfelijk. Mosje was volgens de Joodse traditie de grootste leider en profeet ooit. Zijn twee zonen Gersjom en Eliezer volgen hem niet op en waren geen geboren leiders. Charisma, autoriteit, de juiste vaardigheden en competentie zijn leiderschapskwaliteiten die zij kennelijk ontberen. Mosje weet dit en daarom wil hij dat God nog voor zijn overlijden een nieuwe leider aanstelt. Hij kan pas met gerust hart de wereld verlaten als hij weet dat er een geschikte opvolger voor hem is. Een die ingewerkt kan worden, maar ook die door het volk alom zal worden geaccepteerd. Daarvoor heb je de buy-in van de stakeholders nodig. Wie zal het Joodse volk naar Israël leiden en leidinggeven?
Ieder individu is uniek
In hoofdstuk 27:16 gebruikt de Tora een bijzondere uitdrukking om naar God te verwijzen als Mosje vraagt om een leider aan te stellen:
“Laat de Eeuwige de God die de geest van alle levende wezens kent, een persoon aanstellen over de gemeente, die hen voorgaat bij het uitgaan en binnenkomen, die hen leidt bij het weggaan en thuiskomen, zodat de gemeenschap van de Eeuwige niet zal zijn als schapen zonder herder.”
Met ‘God die de geest van alle levende wezens kent’ verwijst de Tora volgens Rashi naar de ‘Meester van het universum’ die het karakter van iedere persoon kent, waarbij ieder individu uniek is. Stel over hen een leider aan die iedereen zal accepteren overeenkomstig zijn of haar karakter. Geen sinecure.
Een herder die zijn schapen bij elkaar houdt en leidt.
Als we nauwgezet de pasoek van hierboven volgen, lijkt er sprake van een dubbelzegging. Mosje vraagt om een leider die voor het volk uit zal gaan en zal binnentreden: letterlijk een leider die vooruit gaat en het juiste voorbeeld geeft. Maar dit is niet genoeg, de leider zal zich er ook van moeten vergewissen dat hij gevolgd wordt, dat hij het juiste tempo aangeeft en iedereen met zich meekrijgt. Vandaar de nadruk een tweede keer op het thuiskomen en naar buiten leiden, een herder die zijn schapen bij elkaar houdt en leidt.
Niet te snel of te ver vooruit. Een onnavolgbare leider of leider die ver van zijn gemeenschap afstaat kan geen kandidaat zijn. Hoe toepasselijk voor alle leiders vandaag de dag. De Tora geeft ons rijke levenslessen van onschatbare en eeuwige waarde.
Sjabbat sjalom!
Geef als eerste een reactie