Diversiteit in het jodendom
Dacht u dat de Sefardische joden die naar Amsterdam kwamen ladino spraken?
Ladino is de Judeo-Spaanse taal van het Iberisch schiereiland, een mix van Spaans, Portugees en Hebreeuws.
Welnee, de Spaanse en Portugese joden die rond 1600 naar Amsterdam migreerden, spraken louter hun landstaal, meestal Portugees. Zij kwamen ruim honderd jaar na de Inquisitie naar het Noorden, een eeuw nadat de joden in 1492 verboden werd om te wonen in het katholieke koninkrijk van Ferdinand en Isabella van Castilië.
De migranten naar het Noorden waren drie tot vier generaties ondergedoken als joden en hadden een katholieke schijnidentiteit aangenomen om te overleven. Pas in de vrije Republiek konden zij het voorouderlijke geloof en identiteit weer oppakken.
Dit feit vertelt hoogleraar Bart Wallet aan Natascha van Weezel op de binnenkomen vraag “hoe zit dat nou met die verschillende etnische identiteiten in het jodendom”.
Romaniotten
Nieuw voor mij was het bestaan van de Romaniotten, Griekse joden die hun eigen Grieks-joodse taal spreken het Romaniyot. Het is de oudst traceerbare diaspora teruggaand tot het Byzantijnse Rijk met eigen tradities en noesachim en pyutim (psalmen en gedichten in de synagoge).
Naast etnische variaties zijn er talloze religieiuze stromingen in het jodendom. Van stromingen die ‘de tijd hebben bevroren rond 1800,’ zoals Wallet aangeeft. De leden van deze ‘bevroren tradities’ zijn herkenbaar aan hun zwarte jassen en hoeden, zoals hun gastheren in het koude Noord-Oost Europa droegen.
“Daarom liep mijn familie in Antwerpen nog met bontmutsen”, herinnert Natascha zich. “Ik mocht ben hen thuis zelfs mijn WC-papier niet scheuren op sjabbat.” “Dat is een gewoonte die je breed ziet in de orthodoxie”, voegt Wallet toe “want scheuren is ‘creëren’ en dat wordt gezien als werk”.
In Nederland hebben we – net als in de rest van Europa – een kleine chassidische stroming, maar vooral de neo- of moderne orthodoxie naast stromingen waarvan de tradities in meerdere of mindere mate zijn ingepast in het moderne leven zoals liberalen en de Conservative.
Crash course
In deze aflevering van de podcast geven Wallet en Van Weezel een crash course joodse etniciteiten en stromingen.
Luister hier naar de podcast:
De vorige afleveringen van Wallet & Van Weezel vindt u op de pagina van de EO
Cover: Talma Joachimthal, variatie op de cover van de hele serie
Zelfs bij veel modern-orthodoxe Joden wordt het wc papier op sjabbat niet gescheurd, Natascha; in Israel vervangen ze de wc-rolvoor de sjabbat ingaat, met een of twee pakjes losse vellen, c’est tout. Een ander GROOT verschil tussen Asjkenazim en Sefardim (in Israel meestal Mizrachim genoemd) komt tot uiting met Pesach: Asjkenazische Joden eten met Pesach niet alleen geen producten die tot gisting kunnen overgaan (chameetz), maar ook geen bonen, erwten, linzen, pinda’s (geen peulvruchten dus) en geen sesamzaad, dus ook geen tahini of choemoes, geen rijst, dat valt allemaal onder ‘kitniyot’. Dan is je menu gedurende acht dagen wel heel schraal, voor de vulling van de maag eet men vnl. aardappels of daarvan afgeleide producten. En Sefardim/Mizrachim ETEN WEL kitniyot! In Israel is zelfs de Kitniyot Bevrijdingsbeweging ontstaan, van Asjkenazim die wel bonen, erwten, sesamzaad etc. eten met Pesach. Ik heb al jaren geleden besloten dat ik met Pesach verander in een ere-Sefardi en eet wel rijst, techina en choemoes. (Uit pieteit voor de Asjkenazi traditie heb ik er voor gezorgd dat de pindakaas dan op is.) Sommige Asjkenazi rabbijnen hebben trouwens besloten dat quinoa wel toegestaan is met Pesach. Pesach Sameach!