Elk verhaal heeft meerdere perspectieven

Wajeera 5785

beeldmerk Parasja

Terwijl ik dit schrijf, hebben we een heftig aantal dagen achter de rug in ‘ons’ Mokum. Woede,  bezorgdheid en gelatenheid wisselen elkaar in mijn hoofd elkaar af. 

Met veel bewondering zag ik hoe een aantal leden van onze gemeenschap kordaat actie ondernamen om vastzittende Maccabi Tel Aviv supporters te ontzetten. En met woede en ontzetting kijk ik niet alleen naar de afgelopen gebeurtenissen, maar ook naar de beschamende reacties van sommige politici en opiniemakers die zelfs in deze situatie de Joden de schuld weten te geven. 

Vele associaties komen bij mij op als ik de parasja van de week lees. Over beproevingen, meningsverschillen, over handelen uit angst en over de vermoorde onschuld spelende daders. Maar ook dat elk verhaal meerdere perspectieven heeft, zelfs als een perspectief op z’n zachtst gezegd ongemakkelijk is.

Awraham’s beproevingen

In de parasja van vorige en deze week lezen we over twee parallelle curieuze geschiedenissen. Aartsvader Awraham reist eerst naar Egypte vanwege een hongersnood en komt later in Gerar terecht. Beide keren is Awraham bang dat de lokale koningen hun oog zullen zaten vallen op Sarah en hij verzwijgt daarom dat Sarah zijn vrouw is.

De misjna (Pirkei Avot 5:3) vertelt dat Awraham tien beproevingen moest ondergaan. Welke beproevingen dat waren, blijft echter onvermeld. Er zijn daar verschillende verklaringen voor, waarbij Maimonides in zijn commentaar op deze misjna het dichtst bij de tekst zelf blijft. 

Volgens Maimonides zijn de tien beproevingen:

  1. De opdracht om weg te gaan uit zijn vaderland
  2. De hongersnood in Kana’an
  3. De behandeling van Sarah door Pharaoh
  4. De oorlog met de vier koningen
  5. Hagar
  6. Besnijdenis
  7. De behandeling van Sarah door Avimelech, de koning van Gerar
  8. Het wegsturen van Hagar
  9. De breuk met Jisjmael
  10. Het offeren van Jitschak

Maimonides beschrijft heel beperkt wat aan elk van deze gebeurtenissen de beproeving is. 

Is het schaken van Sarah door Pharaoh en daarna door de koning van Gerar een beproeving voor Awraham? Het lijkt me meer een beproeving voor Sarah, die de aandacht van deze hoge heren moest ondergaan. 

Wat was dan de beproeving die Awraham hier kreeg? Awraham was bang dat Pharaoh en Avimelech er met zijn vrouw vandoor wilden gaan en hem daarom om het leven zouden brengen. Dat wilde hij voorkomen. Dus Awraham verzon een list. Hij beweerde dat Sarah zijn zus was.

Zus of dochter of …

Is dat niet een leugen? Al is het maar een leugentje om bestwil? Een antwoord geeft Awraham zelf in de parasja van deze week. 

Hij legt aan Avimelech uit dat Sarah de dochter van zijn vader is, maar dat ze niet dezelfde moeder hebben (Beresjiet 20:12). Met misjpologie verduidelijken de rabbijnen dat Sarah zijn nichtje was, de dochter van zijn oudere broer Haran en dus de zus van Lot (Beresjiet 11:29 en Talmoed Bavli Sanhedrin 69b). Awraham noemt Lot in de parasja van vorige week ook al zijn broer (Beresjiet 13:8), dus daarin is Awraham consequent. 

Blijft natuurlijk de vraag waarom Awraham deze halve waarheid vertelt en het meest cruciale deel weglaat, namelijk dat ze zijn getrouwd.

David en Batsheva

We kunnen hier een parallel ontwaren met de geschiedenis van koning David en Batsheva. 

De Tenach vertelt in het boek Samuel II, hoofdstuk 11 dat David op een dag vanaf het dak van zijn paleis een vrouw zag baden. Deze mooie vrouw was Batsheva. Ze was de echtgenote van Uriah de Chitiet. David verleidde haar, sliep met haar en maakte haar zwanger. Een getrouwde vrouw. Daarna zorgde hij ervoor dat Uriah in de frontlinie van het leger kwam en zo een zekere dood tegemoet ging. David werd hiervoor gestraft: het kind kwam na zeven dagen te overlijden. Daarna werd Batsheva opnieuw zwanger, deze keer van de latere koning Salomon.

De Tora vertelt aan Aviwelech dat Awraham een profeet is (Beresjiet 20:7).  Had Awraham een visioen gehad? Als zelfs een van zijn voorbeeldigste nakomelingen, de illustere koning David, niet bestand is tegen de charmes van een getrouwde vrouw, dan zouden Pharaoh en Avimelech dat helemaal niet kunnen.

Awraham handelde dus uit angst. Maar angst is vaak een slechte raadgever. De twee koningen ontkenden in alle toonaarden en vroegen Awraham waarom hij niet eerlijk is geweest. Speelden ze de vermoorde onschuld? Of was het Awraham die hier uit angst een vergissing was begaan? 

Sodom en Amora

Hoe anders gedroeg Awraham zich toen het om Sodom en Amora ging. Hier toonde hij juist het vertrouwen in de mens. In steden waar zelfs G’d geen goedheid meer zag, zocht Awraham naar een sprankje hoop. Misschien zelfs tegen beter weten in. Uiteindelijk moest hij toegeven dat het een verloren zaak was.

Wat is het verschil tussen de eerste twee verhalen en de verwoesting van Sodom en Amora? Het zal u misschien zijn opgevallen dat de verwoesting van de steden en de discussie van Awraham met G’d niet in de lijst met beproevingen staan. 

Hoe vreselijk Awraham het misschien ook vond, het ging hem niet persoonlijk aan. Zijn neef Lot zou worden gered. Hoe anders was het met de situatie met Pharaoh en Avimelech. Awraham dacht dat zijn leven ervan afhing. Terecht of onterecht. En dan maak je keuzes om jezelf te beschermen. 

Hetzelfde gold bijvoorbeeld voor het wegsturen van Hagar. Dit ging Awraham zelf aan. Het ging in tegen zijn persoonlijkheid om het goede in de mens te zien, maar toch stuurde hij Hagar weg omdat G’d hem opdroeg om naar Sarah te luisteren.

Awraham stond bekend om de eigenschap van Chesed, liefde. Hij was in staat om het goede in andere mensen te zien. 

En zolang mensen op afstand van je staan is dat niet zo moeilijk. Zodra ze dichterbij komen, zoals met Hagar, wordt het ingewikkelder. Maar zodra je je bedreigd voelt, wordt het moeilijk om nog het goede in andere mensen te zien. Zelfs onze voorvader had geen grenzeloos vertrouwen in andere mensen. Zodra zijn leven in gevaar kwam, nam Awraham het zekere voor het onzekere. 

Leren we hiervan dat we ons moeten opsluiten in een bunker, een zelfverkozen getto? En geen enkel vertrouwen meer kunnen hebben in de mensen om ons heen? Als ik het afgelopen jaar de gemeenschap om mij heen hoor, is dat soms het beeld dat ik krijg.

Optreden waar nodig 

Nee, de les van deze parasja – en die van vorige week – is dat we moeten handelen als het nodig is, snel en kordaat. Optreden waar nodig, onszelf verdedigen en de daders moeten worden aangepakt en bestraft. 

Daarnaast: dat we altijd ons best moeten blijven doen het goede in anderen te zien. Juist nu.

Sjabbat sjalom!

Over Michael Hochheimer 7 Artikelen
Michaël Hochheimer groeide op in Amstelveen. Hij studeerde aan Jeshivat haKibuts haDati in Ein Tsurim en theoretische natuurkunde aan de UvA. Michaël zet zich met veel energie in voor de CIZ-Sjoel, onder andere als ba’al koree (voorlezen uit de Tora) en chazan (voorgaan in de dienst). Michaël heeft vele Bar Mitswa-jongens opgeleid en is bestuurslid geweest in veel organisaties, variërend van Bne Akiwa en Ijar tot het CJO en de CIZ Vereniging. In het dagelijks leven is hij beleidsadviseur bij de Nederlands Zorgautoriteit waar hij waakt over de kosten van de gezondheidszorg.

1 Comment

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*