Wat als je op straat loopt en ineens getuige bent van een gewelddadige overval. Je hart begint onmiddellijk sneller te kloppen, je ademhaling versnelt, je spieren spannen samen en je hele lichaam komt in actie.
Het is alsof al je zintuigen ineens ‘aan’ staan. Je voelt de adrenaline door je aderen stromen en binnen een fractie van een seconde voel je dat je klaar bent om te vechten, vluchten of bevriezen. Andere functies, zoals geheugen, spraak en emotieregulatie gaan tijdelijk op een lager pitje. Het kan zijn dat je niet uit je woorden komt en enkel kan gillen. Of je bent sprakeloos. Je systeem is even helemaal van slag.
In een situatie zoals deze is het systeem zeer nuttig bezig—het kan je leven redden. Was dit een trauma? Of is het een heel normale reactie op een abnormale gebeurtenis? Wat bedoelen we eigenlijk met trauma?
Wond
Trauma kent vele definities. De Hongaars-Canadese arts en trauma-specialist Gabor Maté schreef ooit treffend: ‘Trauma betekent een ‘wond’.
Maté licht toe: ‘Het is niet per se wat jou is overkomen wat deze wond veroorzaakt, maar het is een gevolg van wat er bij jou van binnen gebeurt. Op deze manier kan het voor iedereen dus heel sterk verschillen wat de gevolgen zijn van heftige gebeurtenissen’.
Alarmsysteem
Tijdens het ontbreken van veiligheid schakelt ons alarmsysteem razendsnel en stuurt signalen naar je lichaam om te overleven. Je concentreert je vanuit een overlevingsinstinct dusdanig op de traumatische ervaring dat die op een heel geïsoleerde manier in het geheugen wordt opgeslagen, vooral heel zintuiglijk en gefragmenteerd. En geïsoleerd. De geur, het geluid en de klanken blijven heel indringend hangen vanuit het idee dat de hersenen deze informatie nodig hebben om in de toekomst alerter te kunnen zijn om het gevaar te omzeilen.
De omgeving en de context (geheugen, spraak, ratio) vervagen uit het verhaal. Je weet niet meer precies wat je boodschappenlijst was op dat moment. Omgeving en context zijn voor een brein enkel ballast als er direct gehandeld moet worden.
Complete Puzzel
Als er na de schokkende gebeurtenis rust en ruimte is om te verwerken, om erover te praten dan integreert het alarmsysteem de schokkende gebeurtenis uiteindelijk weer met het geheugen en spraak.
Dan worden er woorden gezocht, je spreekt met mensen over de gebeurtenis, er wordt betekenis aan verleend en dan komt een herinnering enigszins tot rust.
Mensen die ook de genoemde gewelddadige overval meemaakten zijn dan ineens erg belangrijk om samen de verhalen mee te delen. Ons systeem zal altijd zoeken naar integratie van de geïsoleerde fragmenten. Als helende functie in ons systeem. Die puzzel moet weer compleet worden gemaakt. Als het zich blijft opdringen door middel van nachtmerries, flashbacks of explosieve emoties, zijn dat eigenlijk tekenen van je systeem dat hij alsnog wil verwerken en nog stukjes zoekt.
Paraatheid of bevriezing
Dat weer wegduwen maakt die beweging sterker. Maar ja, wat als er geen rust of ruimte is om te integreren en verwerken? Als schokkende gebeurtenissen zich herhaaldelijk blijven aandienen, zoals bijvoorbeeld tijdens een oorlog, dan kan het vecht-vlucht-bevries-systeem overbelast raken en gaat de alarmknop soms niet meer uit.
Het lijf blijft in een staat van paraatheid of bevriezing. Geheugen en emotieregulatie blijven dan problematisch. Het alarmsysteem is scherper afgesteld en detecteert sneller gevaar. Dit onderstreept het belang van alsnog ruimte geven aan het verhaal en het zoeken naar woorden, context en betekenis, ook al is de dreiging soms nog niet voorbij.
Lichamelijke pijnen en herinnering
Bij ouder wordende mensen zien we dat verwerking zich soms opdringt doordat lichamelijke gebreken pijnlijke herinneringen naar boven halen. Die kunnen steeds minder worden vermeden. Oude vermijdingsstrategieën die decennialang zijn volgehouden, vallen weg. Lichamelijke pijnen door ouderdom kunnen werken als directe triggers van lichamelijke pijnen die ze bijvoorbeeld hadden gedurende de oorlog. Door die lijfelijke triggers herinnert het lijf zich, gaat er een geheugenluik open en dringen oude verhalen zich op. En als de beschermingsmuur dan broos is, gaan mensen plots emotioneel vertellen, terwijl de familie dit helemaal niet gewend is van ze.
Kinderen en kleinkinderen
In deze dialogen kan er verwerking plaatsvinden en kunnen puzzelstukjes op zijn plek vallen. Dat geldt in eerste instantie bij de oudere generatie maar er wordt ook context gecreëerd voor de jongere generatie. Die zitten vaak met veel vragen. Zo voelen kinderen en kleinkinderen soms dat hun eigen alarmsysteem van slag kan raken, zonder te weten waarom.
Er is onderzocht – door onder andere Rachel Yehuda en Yael Danieli – dat een wond veroorzaakt door een trauma zowel biologisch (nature) als via de omgeving (nurture) kan worden doorgegeven. Zo kunnen er bijvoorbeeld genetisch aanpassingen plaatsvinden bij stresshormonen van kinderen in de buik als reactie op het niveau van stresshormonen bij de moeder. Waardoor de reactie op stress verandert.
Sfeer in het gezin
Ook de sfeer in een gezin waar je in opgroeit, heeft een behoorlijke invloed op hoe je eigen alarmsysteem gaat werken. De spiegels die je nodig hebt om het wereldbeeld en het beeld van jezelf te vormen, zijn toch in eerste instantie je verzorgers. Hoe ouders emoties aan je terugspiegelen, of helemaal niet spiegelen door hun trauma’s, kan invloed hebben op hoe je zelf met deze emoties kunt omgaan.
Bij de volgende generaties is het dus van belang om de gefragmenteerde verhalen van de ouders uiteindelijk te mogen onderzoeken en ruimte te kunnen creëren voor eigen emoties die dat kan oproepen.
Connectie zoeken
In essentie betekent dat verbinding maken met jezelf, anderen, en de gemeenschap. Maar dat is moeilijk als het alarmsysteem dit niet vertrouwt en telkens waarschuwt. Dan is het van belang dat het alarmsysteem nieuwe ervaringen krijgt door toch voorzichtig de verbinding te zoeken, met alle risico’s van dien. Verbinding is namelijk de biologische en psychologische tegenreactie op isolatie en fragmentatie veroorzaakt door het trauma. Niet vechten of vluchten en afsplitsen, wat een alarmsysteem eigenlijk wil doen, maar connectie heft uiteindelijk trauma op.
Het delen van verhalen en perspectieven en het zoeken van sociale steun bij familie en gemeenschap dienen als essentiële puzzelstukjes op weg naar herstel voor deze en toekomstige generaties.
Dit was de derde en laatste lezing in de reeks: ‘Joodse veerkracht en ballast’ welke JMW organiseerde op 9, 16 en 24 september 2024. Alle lezingen draaiden om de belangrijke themata: identiteit, trauma-overdracht en levensfases en werden gegeven voor iedereen met een Joodse achtergrond en/of professionals in zorg en/of welzijn. Met praktische handvatten van gerenommeerde sprekers uit Nederland en Israël: Inez Schelfhout, Ruth Feigenbaum en Yaela Cohen-Kool.
Zie de lezing van Ruth Feigenbaum: Help, ik lijk op mijn oma
en van Yaela Cohen-Kool: Bronnen van Veerkracht
Een uitgebreide versie van deze lezing van Inez Schelfhout inclusief gebruikte bronnen verscheen in Arq-Centrum ‘45: Splijting en integratie, Inspiratielezing over leven met oorlog (2022).
Deze serie van drie artikelen werd gemaakt in samenwerking met Rachelle Meijer van JMW (Joods Maatschappelijk Werk).
cover: beeldmerk Lezingenreeks, met dank aan JMW
Geef als eerste een reactie