Recentelijk had ik het voorrecht om een sheva brachot (een maaltijd ter gelegenheid van een Joods huwelijk, waarbij na de maaltijd zeven zegenspreuken voor het jonge paar worden uitgesproken) bij te wonen, waar ik de gelegenheid nam om enkele gedachten te delen over de dappim (Talmoedpagina’s) die we op dat moment aan het leren waren.
In de cyclus van leren volgens de Daf Yomi zijn we nu in de pagina’s waar over transacties en eigendomsrecht gesproken wordt: we leren bijvoorbeeld dat als je een braakliggend terrein ziet, wanneer kan je er dan van uitgaan dat je het kan gebruiken, en als je het zelf gaat bebouwen, wanneer mensen ervan uit kunnen gaan dat het jouw eigendom is. En wat er gebeurt als iemand anders het eigendom dan toch opeist.
In de dagelijkse praktijk: als je een auto koopt, koop je ongetwijfeld het stuur en de wielen erbij, maar krijg je er dan de GPS erbij, en als je een GPS koopt voor – laten we zeggen – €20.000, krijg je dan de auto er gratis bij? Dat soort vragen.
In onze traditie leren we dat het huwelijk niet alleen een heilige verbintenis is tussen man en vrouw, en een nieuwe publieke entiteit vormt in de samenleving (het gezin van de heer en mevrouw X), en dat de man en vrouw bepaalde exclusieve rechten en plichten ten opzichte van elkaar hebben, maar ook dat het ook een zakelijke transactie is.
We kopen en hebben eigendomsrechten over elkaar, gesymboliseerd door de ring die onder de chuppa (huwelijksbaldakijn) uitgewisseld wordt, en het huwelijkscontract, de Ketuba.
De talmoed weidt er op verschillende plekken uitgebreid over uit: de aard van het eigendom is immers van een andere orde dan het eigendom dat je kan hebben over een ezel. Maar feit is dat als door de schuld van de man de vrouw beschadigd raakt, hij verplicht is deze te vergoeden.
Bovendien is de man verplicht de vrouw te onderhouden:
- Genoeg brood voor minstens twee maaltijden per dag
- Voldoende olie om te koken en voor verlichting
- Voldoende hout om te koken
- Vruchten en groenten
- Wijn (maar alleen daar waar het gebruikelijk waar vrouwen wijn drinken)
- Drie maaltijden op elke sjabbat bestaande uit vis en vlees (vegan is een optie)
- Een toelage van een zilveren munt (Hebreeuws: ma’ah) per week
In het tractaat Bava Batra leren we dat wanneer een eigenaar van een veld zich niet bezighoudt met zijn veld, iemand anders er een chazaka (vermoeden van eigendom) op kan verkrijgen, waarbij de oorspronkelijke eigenaar dan maar moet bewijzen dat het zijn veld is. Maar dit is niet wat ik tegen het jonge paar wilde zeggen; het zou de sfeer hebben verpest.
De dappim die we nu leren (Bava Batra 80 en volgenden) leren ons dat, naast het verwerven van formeel eigendom (meestal in de vorm van het overdragen van geld), het object fysiek moet worden overgedragen: het moet van plaats veranderen door middel van een activiteit. Dit geldt ook voor het huwelijk.
Waar sommige mensen misschien denken dat de huwelijkse staat het eindpunt is van een proces dat begint met een shidduch (of tegenwoordig met ‘swipen’), en via enkele dates en ontmoetingen eindigt met het staan onder de chuppa, leren we uit deze dappim dat het uiteindelijke verwerven van het object een noodzakelijk onderdeel is van het zakelijke aspect van de relatie.
In de traditionele zin betekent dat dat de vrouw niet meer bij haar ouders woont, maar bij haar man, maar dat houdt geen actie van de verkrijgende partij in. Er is een diepere laag: het verkrijgen van elkaars eigendom is een voortdurende activiteit. Beide partners hebben niet alleen een statisch, potentieel recht op elkaar, maar moeten er voortdurend voor zorgen dat ze in elkaar investeren en elkaar dichter naar elkaar toetrekken.
Een verbintenis tussen twee mensen is niet statisch maar dynamisch; het vraagt voortdurende aandacht en betrokkenheid om het levend, gezond en plezierig te houden.
Meer Talmoed? Volg de Daf Yomi Whatsappgroep of volg de dagelijkse les online.
Geef als eerste een reactie