De sjoel in Alkmaar moest geen replica worden van de vooroorlogse sjoel die altijd vol zat.
Als architecten wilden we bereiken dat het gebouw voor meerdere soorten bijeenkomsten geschikt werd, maar ook meer was dan een cultureel centrum. Het moest als sjoel herkenbaar blijven en een stukje Joodse geschiedenis vertegenwoordigen.
We stelden daarom voor om op de plaats waar volgens de tekening de Bima had gestaan toch weer opnieuw een Bima te maken. De tafel in het midden kan nu echter worden weggeklapt zodat de Bima er niet alleen is voor voorlezingen uit de Tora, maar ook een podium zou worden voor een paar musici of een spreker.
Stalen lichtzuilen op de hoeken, met lampen aan de bovenkant en transparante hekjes aan alle vier de zijden van de Bima hielpen om dit traditionele meubel in het midden van de sjoel op een moderne manier vorm te geven.
Vakmensen
Dankzij ontwerper Piet Cohen vonden we de juiste vakmensen voor het maken van de inrichting en de belettering van de sjoel. Meubelmaker Maartje van Deursen had op haar werkplaats twee eiken boomstammen klaarliggen om ooit een bijzonder meubel als de Bima te maken. De lampen en andere metalen onderdelen in het interieur werden al even deskundig vervaardigd door Timo Goosen.
Op dezelfde manier als aan de Bima werkten we aan de Aron. Er was geen beeld van hoe deze ooit had uitgezien. We kozen voor een bekroning van de kast in een vereenvoudigde klassieke stijl met een driehoekig timpaan waarboven de twee stenen tafels oprijzen, donkerblauw met gouden letters. De belettering, zowel van de eerste woorden van de Tien Geboden (de Tien Uitspraken) als van de spreuk van Haggai boven de kast werd minutieus uitgevoerd door fijnschilder Leonieke Polman, een ware letterkunstenaar.
We besloten om de vaste opstelling van banken met kastjes voor de sidoeriem niet opnieuw te maken, maar in plaats daarvan losse houten banken van twee meter breed voor twee à drie personen die op verschillende manieren kunnen worden opgesteld. Het meest sjoelachtig, intiem en gezellig, zou een Sefardische opstelling van de banken zijn, langs de muren rondom de Bima.
Hebreeuwse spreuken
Er kwamen in mooie geschilderde letters Hebreeuwse spreuken bij de ingang en uitgang van de sjoel. Boven de ingang als je sjoel binnenkomt staat er:
‘Hoe goed zijn uw tenten Jacob, uw woningen Israel’ (ma towoe ohalecha Ja’akow)
en als je de sjoel uitloopt:
‘Gezegend bent u als u binnenkomt, en gezegend als u vertrekt’ (baroech ata bewo’echa, we baroech ata betsetecha)
In plaats van radiatoren langs de muren die de bescheiden ruimte van de sjoel zouden beperken, kozen we voor plintverwarming, direct onder de wanden. Er kwamen moderne energiezuinige ledlampen, en in de bijeenkomstenzaal naast de sjoel werd een deel van het dak opklapbaar gemaakt, zodat daar een Soeka kan worden ingericht. Maar er ontbrak nog wat.
Zo is er in de meeste sjoels wel iets van symboliek of decoratie te zien. In de Lekstraatsjoel is er de imposante witmarmeren wand rondom de deuren van de Aron, in de Jacob Obrecht-RAS sjoel zijn er de gebrandschilderde ramen met hun verwijzingen naar de joodse geschiedenis, in de Gerard Dou hangen er mooie kleden langs de wanden. Maar hoe het in Alkmaar ooit was, wisten we niet.
Namen van de twaalf stammen
Vaak zijn er in een sjoel in elke zijwand zes ramen die verwijzen naar de twaalf stammen van Israël. Hier leidde dat tot het idee om aan de wanden twaalf kastjes aan te brengen met op elk de naam van een van de zonen van Jacob naar wie de twaalf stammen genoemd zijn. Op elk kastje is in Hebreeuws en Nederlands in het kort de zegenspreuk aangegeven die Jacob aan het eind van zijn leven aan zijn zonen gegeven heeft. Voor elk van deze twaalf stamhoofden was er een persoonlijke eigen tekst, die het karakter van de zoon en van zijn stam beschrijft (Beresjiet/Genesis hfst. 49). Elk kastje heeft als symbool een glazen vierkantje, in de kleur die volgens historici bij de betreffende stam zou horen.
De kastjes kunnen worden geopend zodat je de verlichte binnenkant kan bekijken. Alle twaalf kastjes bij elkaar kunnen samen worden ingericht als educatieve, informatieve en/of kunstzinnige tentoonstellingen. Ruud Zwitser, een van de actieve leden van de joodse gemeente in Alkmaar, timmerde de kastjes eigenhandig en bracht de inwendige verlichting aan.
Zo kreeg de sjoel in Alkmaar toch nog een decoratie met verwijzing naar de twaalf stammen. De educatieve kastjes brengen meteen ook extra ritme en kleur aan de sobere wit gestucte wanden.
Van tevoren is er nogal getwijfeld aan de haalbaarheid van de sjoel in Alkmaar. Je hoorde vaak dat er in Alkmaar eigenlijk helemaal geen Joden woonden. Maar het is een heel leuke en actieve sjoel geworden, inmiddels aangesloten bij de LJG, de landelijke vereniging van Liberaal Joodse Gemeenten.
Onderduikers en herdenking
Er zijn sjoeldiensten, er is een echte chazaniet en er zijn vele bijeenkomsten. Zo was er in 2017 een bijeenkomst ter ere van een Alkmaarse familie die onderdak had gegeven aan een groot aantal onderduikers. Een van die onderduikers was historicus Salvador Bloemgarten z”l.
Vorig jaar bij de Sjoa-herdenking was de burgemeester van Alkmaar aanwezig en ik heb toen iets over mijn prille oorlogsverleden verteld. Voor ons was het een eer om te hebben meegewerkt aan de herleving van deze kleine, maar actieve sjoelgemeenschap.
Fotogalerie: de Bima en Aron HaKodesj nu, ontwerpschetsen en Bima in wording, foto’s en tekeningen Izak Salomoms
cover: sjoelinterieur met Aron en muurkastjes met de namen van de twaalf stammen, foto auteur
Geef als eerste een reactie