De terugkeer van de Alkmaarse sjoel

De joodse gemeenschap in Alkmaar was na de oorlog zo uitgedund dat er geen mogelijkheid was om de gehavende sjoel in de Hofstraat weer te gebruiken.

Het gebouw werd verkocht aan de Baptisten die er hun kerk in vestigden. Pas in de eerste jaren van deze eeuw waren er mensen die dit eigenlijk niet meer konden en wilden verdragen.

Er kwam een actiecomité onder leiding van de naar Alkmaar verhuisde Loes Citroen en van Gerda Ephraim. Zij zochten naar medestanders om de sjoel weer in handen te krijgen en kwamen terecht bij de ervaren actievoerder prof. Arnold Heertje die zeer betrokken was geweest bij de sjoel in Weesp. Heertje wist dat wij, het architectenduo Cootje en Izak Salomons, in Amsterdam de Gerard Dousjoel hadden gerestaureerd.

Bijzondere opdracht

Alkmaar was een moeilijke maar ook bijzondere opdracht. De buitenmuren en het dak van de sjoel waren nog aanwezig, verder was er niets meer.

Er was een enkele vooroorlogse foto van de straatgevel, een halve krantenfoto waar iets van het vroegere interieur in te zien was en er was een kleine tekening uit de negentiende eeuw met de indeling van de sjoel.

Naast de sjoel was er een woning voor de rabbijn geweest en achter de sjoel een schooltje. Alleen de sjoel zou voor zover mogelijk in oude staat worden hersteld. De samenwerking met woningbedrijf Van Alckmaer dat het stadsvernieuwingsproject leidde waarvan de sjoel met zijn vroegere bijgebouwen een onderdeel was liep goed.

Hebreeuwse teks

Bij de voorgevel moest de vroegere Hebreeuwse tekst op de kroonlijst direct onder het dak weer worden aangebracht. Op de foto was een tekst te zien uit Haggai, een van de twaalf Kleine Profeten uit Tenach:

‘Groot zal de glorie van dit huis zijn, van dit latere meer dan van het eerste’.

Dat sloeg op de herbouw van de Tempel na de Babylonische ballingschap. Het was een toepasselijke tekst want synagoges worden in de joodse traditie ‘een kleine tempel’ genoemd. De originele tekst van Haggai ging nog verder: ‘en op deze plaats geef ik vrede is het woord van God.’

We vonden dat een mooi vervolg voor boven het Aron haKodesj, zodat je nu, als je van buiten naar binnen de sjoel in gaat, als het ware binnen een tekst van Haggai loopt.

Oorspronkelijke tekst

Dit was een van de oplossingen voor het probleem dat we niet wisten hoe de sjoel er precies had uitgezien. We wisten dus ook niet welke tekst er vóór de verwoesting van de kleine tempel in Alkmaar boven de Aron had gestaan. (Haggai behoort tot de 12 Kleine Profeten, niet omdat dat zulke kleine mensen zijn geweest, maar omdat er van hun maar bescheiden teksten zijn bewaard, in vergelijking met de gerenommeerde profeten Jesaia, Jeremia en Jechezkel (Ezechiel).

Boven de hoofdingang in het midden van de voorgevel staat nu weer de oorspronkelijke tekst ‘Wij zullen het huis van God met geestdrift ingaan’ (Beweth elohiem nehalech berogesh). Op de vooroorlogse foto kon je zien hoe het grote ronde raam boven in de gevel was geweest.

Dat was een kunstzinnig ingedeelde ster die nog door een vroegere stadsbouwmeester zou zijn getekend. We namen de foto als basis voor een nieuw te maken ster. Maar voor het ronde raam in de oostgevel waren er geen historische gegevens.

Gerda Ephraim ontwierp een figuur voor op basis van een Mageen David, die ook aan een bloem doet denken.

De kleuren werden in vriendschappelijke discussie vastgesteld en de ramen werden gemaakt door De Alkmaarse Glazenier.

De sjoel in de Hofstraat stamt uit 1808. Het was een bestaand gebouw en is daarna een aantal keren verbouwd. Daarbij zijn er in de gevel telkens herdenkingsstenen geplaatst. Dat hebben we ook bij de huidige herbouw gedaan, in dezelfde vormgeving als bij de andere stenen.

Bij de nieuwe steen staat in het Hebreeuws ‘En werd vernieuwd als synagoge in het jaar 5772’. (In 1931 is er een verbouwing geweest waar Abraham Elzas voor had getekend, onder meer voor het toenmalige mikwe. Het is niet bekend wat er toen verder moest gebeuren. De uit Alkmaar afkomstige Elzas won in 1934 de prijsvraag voor de Lekstraatsjoel in Amsterdam.)

Ruimtekubus

Wat de indeling van de sjoel betreft tekenden we de ingangshal op dezelfde plek als vroeger maar met een betere toegang naar de galerij. Op de plaats waar de bijna onbegaanbare trap naar de vroegere vrouwengalerij nog aanwezig was kon een doorgang gemaakt worden vanaf een nieuwe ruimte voor bijeenkomsten naast de sjoel.

Dit is de ingang naar de sjoel die normaal gebruikt wordt. De trap naar de galerij kwam op het laatste stuk aan de andere kant van de hal, voorbij de hoofdingang en het glazen herdenkingsbord dat we maakten met de namen van de joden in Alkmaar die de oorlog niet hebben overleefd.

De hal is drie meter breed en lang en ook drie meter hoog. Een ruimtekubus van 3x3x3 meter paste aldus precies om een goed beloopbare trap van drie kwarten te maken.

Fotogalerij Alkmaarder sjoel

  • oude foto met entree synagoge Alkmaar


Sjoel Alkmaar heet tegenwoordig Beet David Synagoge en is naast synagoge ook museum en evenementlocatie, zie Beet David synagoge.

cover: Interieur na restauratie Sjoel Alkmaar, foto BrandjesvanBaalen

Over Izak Salomons 13 Artikelen
Izak Salomons (1938), architect, was architectuurmedewerker van Het Parool en docent aan de T.U. Delft. Hij restaureerde samen met zijn onlangs overleden vrouw Cootje Salomons onder andere de Gerard Dousjoel in Amsterdam en de sjoel in Alkmaar. Zijn herinneringen als kind publiceerde hij in eigen beheer in het boekje ‘In blauwe trams en groene barakken’ (Engelse editie ‘In blue trams and green barracks’).

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*