Met mijn Duitse vriend Hans-Heinrich reis regelmatig als vrienden-collega’s door Duitsland en Frankrijk.
Op een dag in het jaar 2000 zijn we onderweg naar Keulen. Hij zegt mij dat hij een afspraak heeft in een kroeg in het centrum van Keulen. We komen bij de kroeg.
Ik laat Hans-Heinrich uitstappen en rij door naar de parking. Als ik tien minuten later in de kroeg arriveer zit hij in een kleine kring al aan het bier. Er is een stoel voor mij gereserveerd.
Eerst stel ik me voor en geef de acht mannen een hand. Ephraim, Ephraim en dat acht keer. Ik ga zitten. De jongeman die naast mij zit kijkt me aan. Ephraim? Ephraim? Wat is dat voor naam? Ik vertel hem Ich bin ein Holländer en dat zestig procent van de mannen in Nederland Ephraim en Jansen heten, net zoals Heinrich in Duitsland, grapte ik.
Hij kijkt me ongeloofwaardig aan. Heb je nooit gehoord van Gotthold Ephraim Lessing, de beroemde schrijver, probeer ik.
Ja, ja bekent hij. Ik: en Ephraim is ook een Bijbelse naam. Ik wacht even. Het is ook een Joodse naam. Mag ik u wat vragen, zegt hij. Ik, je mag me alles vragen, maar ik weet niet of ik al je vragen kan beantwoorden.
Sind Sie auch ein Jude? Ja, antwoord ik. Von Kopf bis Fuss.
Hij kijkt me aan en begint keihard te huilen. Helemaal schokkend zit hij naast mij in dikke tranen gehuld. Ik sla mijn arm over zijn schouders om hem tot bedaren te krijgen. Even later houdt hij op met snikken. Ik kijk hem aan.
Wass ist loss? Laat mij maar even zegt hij, ik moet even iets verwerken. Hij is rustig geworden.
Ik kijk hem aan. Ich habe noch niemals eine Jude gesehen. Ik begrijp het, als je een Jood ziet moet je huilen. Ik denk dat je wel vaker Joden hebt gezien, zeg ik, maar je hebt niet ontdekt dat het Joden zijn.
Zie ik er anders uit dan jij of de anderen hier? Nee, nee, maar het heeft met mijn jeugd te maken, was zijn antwoord.
Wil je je verhaal met mij delen? Vraag ik. Ja, antwoordt hij.
Klein boerendorp
Ik groeide op in een klein boerendorp onder de rook van Keulen. In de tweede klas van de middelbare school hadden we geschiedenisles. Het onderwerp was de Tweede Wereldoorlog.
Wij besteedden daar twee lessen aan. Ik wist natuurlijk wel dat die oorlog er was geweest, maar hield mij daar helemaal niet mee bezig. Nu werd ik voor het eerst geconfronteerd met onze geschiedenis. Ik begon me daarin te verdiepen. Las over de verschrikkingen die het Duitse Volk de Joden had aangedaan.
Plotseling realiseerde ik me dat mijn ouders ook de oorlog hadden meegemaakt. Zij hadden me daar nooit iets over verteld.
Ik rijd op mijn fiets naar huis, ga mijn moeder vragen hoe zij de Tweede Wereldoorlog heeft beleefd. Moeder zit op de boerderij op mij te wachten met een mok Thee mit Kuchen.
Mama, luister, we leren bij onze geschiedenisles over de Tweede Wereldoorlog. Vertel me, hoe heb je die ervaren? Wat heb je meegemaakt? Mama antwoordt: Je vader en ik hebben direct na de oorlog afgesproken dat, als we kinderen zouden krijgen, wij nooit over de oorlog zouden praten. Wat is dat voor onzin, brult hij. Hij was enig kind. Als pa straks van het veld komt en zijn mening heeft veranderd dan zullen we je vertellen wat we hebben meegemaakt.
Vol spanning wacht hij af. Het is etenstijd. Vader komt thuis.
Papa, vertel over de oorlog die jullie hebben meegemaakt, we hebben nu op school les over de Tweede Wereldoorlog. Oh nee, daar ga ik niets over vertellen antwoordt hij. Zoonlief wordt ziedend. Waarom niet? Hij krijgt geen antwoord.
De volgende dag fietst hij naar school en deelt de ervaring met zijn ouders met zijn klasgenoten. Iedereen had dezelfde ervaring.
Een klasgenote kreeg haar ouders wel aan de praat. Zij kwamen allen uit hetzelfde dorp. Joodse vluchtelingen werden in een schuur opgevangen door de dorpelingen, opgesloten en levend verbrand. Joden die zich verscholen in hooibergen of op hooiwagens ondergingen hetzelfde lot. Mijn Duitse gesprekspartner werd zo verschrikkelijk kwaad dat hij op zestienjarige leeftijd van huis is weggelopen en nooit meer is teruggegaan.
Dat was de grote emotie om met een Jood zijn levensverhaal te delen. Ik heb hem nooit meer gezien.
cover illustratie Françoise Nick
Wat een vreselijk verhaal om koud van te worden
Ja Anne, ik heb naderhand geïnformeerd welk dorp het geweest zou kunnen zijn. Alle dorpen waren hetzelfde was het antwoord. Iedereen deed mee