Een mechietse van vissersnetten voor de Scheveningse sjoel 

sjoel renovaties #1

Architect Izak Salomons renoveerde een keur van synagogen in naoorlogs Nederland, waaronder de Gerard Dousjoel, de Lekstraat en de grote renovatie in Alkmaar. Hij vertelt daarover in deze serie beginnend in Scheveningen. 

Samen met Bonnie Zwarts

Op de Harstenhoekweg in Scheveningen was een kleine synagoge onder het toenmalige koosjere restaurant van de heer Berger. Het was de eerste verbouwing die ik als beginnend architect mocht doen. 

Ik deed de renovatie samen met mijn vriend en klasgenoot op Rosj Pina en de Joodse HBS, Moshé ofwel Bonnie Zwarts. Dat was in het jaar 1960, het jaar dat Congo onafhankelijk werd zoals ik las in de tram naar Scheveningen in de New York Times en de International Herald Tribune die je toen nog kon kopen.

Oostjoodse sjoel

We kregen van meneer Stemmer, die het project voor de kleine joodse gemeenschap in Scheveningen leidde, de vrije hand mits alles halachisch in orde was. Dat gaf ons de kans om voor een traditionele Oostjoodse sjoel een oplossing te ontwerpen met een optimistische, moderne vormgeving.

Als voorbeeld had ik de sfeer van de Lekstraatsjoel in Amsterdam-Zuid van architect Abraham Elzas uit 1937 als inspiratiebron. Ik was daar als orthodox jongetje opgegroeid en Bonnie kende de sjoel ook goed. Bonnie had zijn vader, meneer Karel Zwarts van de O.R.T. (Organization Reconstruction Travail), geholpen bij het herstel van de in de oorlog gehavende inrichting van de sjoel. 

Eenvoudige Aron HaKodesj 

Modern betekende voor ons: een heldere opstelling van de meubels, een eenvoudige Aron HaKodesj die vrijzwevend uit de muur naar voren kwam, en een grote tafel waaraan een groepje mensen met elkaar konden praten en leren. Ook dat moest een belangrijke functie van een sjoel zijn, en zeker in een levendige Oostjoodse sjoel. De Aron was voorzien van een klein afdakje waarop in koperen letters de traditionele tekst דע לפני מי אתה עומד (‘Weet voor wie u staat’) werd geplaatst.

Een apart probleem was de mechietse, de afscheiding tussen het mannen- en vrouwengedeelte. We besloten in goed overleg tot het plaatsen van doorzichtige zwarte Scheveningse vissersnetten, maar dan wel in twee lagen, want het moest natuurlijk ook niet té doorzichtig zijn.

Voor mij ging het vooral om een helder ingerichte ruimte, mijn collega Bonnie vooral technisch geïnteresseerd. Later zou hij uitmunten door het maken van originele en speelse metalen apparaten die hij in zijn gigantische werkplaats thuis aan het Gein vervaardigde.

  • grote houten kast zwevend aan de muur

Lichtblauwe en gouden draden

Interessant was ook het parochet dat we op een werkplaats aan de Lijnbaansgracht in Amsterdam lieten maken, het kleed of ‘voorhang’ dat voor de Aron hangt. Dat was zoals het bij moderne architectuur hoort volledig abstract en voorstellingloos, geweven in een mengsel van lichtblauwe en gouden draden. Nadat er overleg geweest was met Chacham Pereira (hij werd ‘de Haham’ genoemd met stiekem de nadruk op ham… ) werden er midden op het kleed van koper de letters כ”ת geplaatst (afkorting van כתר תורה, ofwel Keter Tora, de Kroon van de Leer).

De belangstelling van Bonnie voor de techniek waarmee dingen worden gemaakt zag je in de meubels, de tafel en de bank die in Scheveningen samen de bima vormden. De eikenhouten bank op stalen frame had inhammen aan twee kanten om de Torarollen tijdens de dienst neer te zetten. Op de hoeken van de tafel waren puntige gebogen koperen flapjes bevestigd waaroverheen de Torabelletjes konden worden geplaatst.

Atelier

Het sjoeltje en het restaurant erboven bestaan helaas niet meer, het gebouw aan de Harstenhoekweg nog wel. De laatste keer dat we het hebben gezien was de voormalige sjoelruimte in gebruik als atelier van een beeldend kunstenaar.

Maar de Aron, de Bimatafel en de bank bestaan nog wel. Wij, mijn lieve vrouw Cootje z”l en ik, werden daar een paar jaar geleden op gewezen door Paul Meijer die samen met Edward van Voolen de tekst schreef van het standaardboek ‘Synagogen van Nederland’ (Uitgeverij Walburg Pers, 2006) en medeauteur was van het boekje over Harry Elte, de architect van de Obrechtstraatsjoel in Amsterdam-Zuid. 

Van Aron naar Hechal

Paul Meijer vertelde ons dat de meubels een plek hebben gekregen in het Portugese Snogetje in Amstelveen. Ook de Aron uit Scheveningen is daar nu als ‘Hechal’ aanwezig. Nu niet meer zwevend uit een muur, maar neergezet op een verhoging, waarschijnlijk omdat de muur in Amstelveen niet stevig genoeg was om er een zware kast aan op te hangen. 


cover: de ontwerpschets van de Scheveningse sjoel door Izak Salomons

Over Izak Salomons 13 Artikelen
Izak Salomons (1938), architect, was architectuurmedewerker van Het Parool en docent aan de T.U. Delft. Hij restaureerde samen met zijn onlangs overleden vrouw Cootje Salomons onder andere de Gerard Dousjoel in Amsterdam en de sjoel in Alkmaar. Zijn herinneringen als kind publiceerde hij in eigen beheer in het boekje ‘In blauwe trams en groene barakken’ (Engelse editie ‘In blue trams and green barracks’).

3 Comments

  1. Wat een interessant verhaal. Karel Zwarts en zijn zoon Bonnie heb ik goed gekend. Karel was vanuit de ORT handenarbeidleraar op de Rosj Pina en op de Joodse H.B.S (voorloper van Maimonides). Mijn oom en pleegvader David Kropveld , concierge op de Joodse H.B.S, was goed bevriend met Karel Zwarts. Zelf heb ik nog -als vakantiebaan- voor Karel Zwarts gewerk aan de restauratie van het Joods Culrureel Centrum in de Laressestraat. Ook in 1960. Mooie herinneringen.
    Eliezer Nachman (Peter) Kropveld

  2. Toch nog een anecdote uit mijn tijd als leerling van de Rosj Pina in de Van Ostadestraat tijdens de les van Karel Zwarts. Op een middag in 1952 hadden mijn vriendjes Johny Davidson, Frank Epstein, Juda Slap en ik met ouderwetse handboren gaten geboord vanuit de handenarbeidzolder naar onze klas. De vierde klas van meneer Bolle. Zowel meneer Bolle als Karel Zwarts zijn de hele middag bezig geweest om de daders te zoeken. Ik heb Karel Zwarts nog nooit zo kwaad gezien. Maar iedereen hield zijn mond dicht! Nu, 72 jaar later geef ik toe, dat wij het waren. Een beetje laat misschien?

  3. beste Peter, wat grappig deze ontknoping na zo veel jaren! Ik ben de kleindochter Karel Zwarts, dochter van Bonnie/Moshè.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*