Met bovenstaande woorden gaf Abraham Carel Wertheim uitdrukking aan zijn positie als ‘de sterk in de Nederlandse samenleving geïntegreerde en verregaand geseculariseerde Jood’.
Wertheim (1832-1897, meestal kortweg aangeduid als A.C.) was bankier, politicus, filantroop, promotor van kunst en cultuur en invloedrijk bestuurder van de Joodse gemeenschap.
Door zijn huwelijk met zijn nicht Rosalie Wertheim, dochter van de oprichter van de investeringsbank Wertheim & Gompertz, werd A.C. partner in deze firma. Al gauw speelde hij een prominente rol in de Amsterdamse financiële wereld.
A.C. was niet alleen actief op het gebied van kunst en cultuur maar was, als lid van de Eerste Kamer namens de liberale partij, ook betrokken bij de Nederlandse politiek.
Leider Amsterdamse kille
Maar in dit artikel richt ik de focus niet op de financiële, culturele en politieke elementen van Wertheims functioneren, maar op de Joodse aspecten van de man, die wel beschreven is als ‘de ongekroonde koning van Joods Amsterdam’. Gedurende elf jaar was hij voorzitter van de Amsterdamse kerkenraad, opmerkelijk voor iemand als A.C. in wiens leven de Joodse godsdienst bijna geen rol speelde. Zijn vrouw schreef zelfs een Sinterklaasgedichtje waarmee zij de draak stak met zijn prominente positie binnen de Joodse gemeenschap:
U, die den Kerkeraad met ’t levend woord bezielt,
De vleeschhal zuivert, en voor Dunners (de Opperrabbijn) grootheid knielt,
U, die naar woorden zoekt om Moozes’ wet te prijzen,
Maar toch op Zaterdag Uw wasch omhoog doet rijzen,
U, die ik als ware jood vereer, bemin en koester,
U zend ik op deez’ dag als huldeblijk een… oester.
Toch was het de seculiere Wertheim die het voorzitterschap van de Amsterdamse kille op zich nam, getroffen als hij was door de grote armoede van de Amsterdamse Joden, die nooit vergeefs bij hem om hulp aanklopten.
Zijn betrokkenheid bij de Joodse gemeenschap sloot aan bij de lang bestaande Nederlandse traditie van – qua mate van godsdienstigheid zeer uiteenlopende – rijke en notabele Joden die leiding gaven aan de Joodse besturen.
Bondgenootschap tussen orthodox en liberaal
De relatie tussen de orthodoxe opperrabbijn Joseph Hirsch Dunner en de liberale A.C. was harmonieus, ondanks hun zeer uiteenlopende opvattingen over de verplichting om te leven volgens de Joodse wetten. In Joods-Nederland was dit fenomeen geen nieuw verschijnsel: handelend in strijd met de sjabbatwetten reed de bekende jurist Jonas Daniel Meijer als representant van de orthodoxe kille in het jaar 1808 op sjabbat op zijn paard naar het Loo om de Joodse zaken bij koning Lodewijk Napoleon te behartigen.
A.C. identificeerde zich wel met de orthodoxe kehilla en drukte dat uit met de woorden: Het Jodendom moet orthodox zijn of het moet niet zijn.
De verhouding tussen de opperrabbijn en A.C. was dermate goed, dat Dunner zijn vriend Wertheim eens beschreven heeft als “een vorst en groot man in Israël” (Samuel II, 3: 38).
Bond tussen vrijzinnige en strikt orthodoxe mannen
Hoe konden twee personen die zo sterk van elkaar verschilden qua persoonlijke achtergrond en levensstijl desondanks een jarenlange vriendschap onderhouden? Wat bond de man die in de Talmoedische scholen van Krakau was opgeleid en strikt orthodox was aan iemand als A.C. die in een vrijzinnige Joodse familie was grootgebracht en vrijwel geen connectie had met de godsdienstige aspecten van het Jodendom?
Het antwoord op deze vraag ligt mogelijk in hun gezamenlijke liberale houding in maatschappelijke zaken en hun streven om de scheidsmuur tussen de Joodse en de niet-Joodse burgers af te breken. Daarom was het niet alleen A.C. die een voorstander was van de participatie van de Joodse leerlingen aan het openbare onderwijs, ook opperrabbijn Dunner steunde dit idee aanvankelijk en kwam er pas na Wertheims overlijden op terug.
Jonas Ingenohl, 1898
Dreigende breuk
In 1891 dreigde er een breuk te ontstaan tussen beide coryfeeën. Achtergrond was Dunners weigering om het huwelijk van een van Wertheims dochters in te zegenen. Het betrof het op handen zijnde huwelijk van Dinah Mariah Wertheim met Maurits Salomonson, afstammeling van Joodse industriëlen die in 1852 de eerste stoomweverij in Twente hadden opgericht.
De weigering van de opperrabbijn kwam voort uit het feit dat de bruidegom geen briet mila (besnijdenis) had ondergaan omdat hij in Nederlands-Indië was geboren waar, in de woorden van A.C., ‘de gelegenheid had ontbroken om de besnijdenis te doen plaatshebben, zonder het kind aan de gevaren ener ongeoefende behandeling bloot te stellen.’
In zijn aan de opperrabbijn gerichte brief d.d. 10 maart 1891 vervolgde Wertheim:
Indien men in deze echter terugkomt op een vroegere uitspraak, dan dient dit te geschieden, omdat men begrijpt niet te mogen weigeren het huwelijk in te zegenen van een meisje uit Israëlitische ouders geboren: dus niet als gunst, maar als recht.
Wertheim beëindigde zijn brief met de volgende woorden:
Daarom mag ik U de juiste toestand niet onthouden, en, welke ook Uw beslissing zij, ik zal ze eerbiedigen als die van een eerlijk man en een overtuigde geestelijke.
Vijf dagen later beantwoordde Rav Dunner bovenstaande brief, waarin hij opnieuw uiting gaf aan zijn eerdere weigering. Desondanks bleef de goede verstandhouding tussen beide prominenten ongewijzigd. Dinah en Maurits traden overigens kort daarna in het burgerlijk huwelijk.
Wertheimpark
Wertheim, overleden in 1897 en begraven op de Joodse begraafplaats in Overveen, werd een jaar later door de Stad Amsterdam geëerd met de aanleg van een park dat naar hem werd vernoemd. In het park staat een monument te zijner ere: leider van de Joodse gemeenschap, liberaal politicus, filantroop en beschermer van kunst en toneel.
Bronnen
Abraham S. Rijxman, A.C. Wertheim, 1832-1897. Een bijdrage aan zijn levensgeschiedenis, Keesing, Amsterdam 1961
Sally de Beer, Dunner als opperrabbijn, Hakehilla, maart/april 1964
Hans Blom en David Wertheim: Joodse Nederlanders, Nederlandse Joden en Joden in Nederland (1870-1940), in: Geschiedenis van de Joden in Nederland, red. Hans Blom en anderen, Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2017
Jaap Colthof, Joseph Hirsch Dunner, De rebelse opperrabbijn, Amsterdam, Uitgeverij van Praag, 2022
cover: deel fontein ter ere van A.C, Wertheim in het Wertheimpark, Amsterdam. Beeld: AmsterdamOpDeKaart
Geef als eerste een reactie