Een pleidooi voor bevrijding
MbII-essays ‘Scheuren in de Naoorlogse Ethiek‘ in samenwerking met
De Vrijdagavond
Thema: Israël: garantie of risico?
Essay van Hella Rottenberg
Een groep Nederlandse joden richtte onlangs een oproep aan Nederlandse en Europese politici die begint met de aanhef: “Wij, Nederlandse joden, overlevenden van de Shoah, hun kinderen en kleinkinderen, die zich door het bestaan van de staat Israël weer veilig konden voelen in hun joodse identiteit”.
De aanhef geeft weer wat Israël voor joden na de Tweede Wereldoorlog betekende of zou moeten betekenen. Of Israël die functie nog vervult, is sterk de vraag.
Israël claimt de rol van ultieme garantie voor het joodse volk. Het land ontleent er zijn bestaansrecht aan. Israël zegt niet alleen bescherming te bieden aan de joden die er wonen, maar ook aan de joden in de diaspora.
Israël, land met westerse waarden
Vanaf de oprichting in 1948 ziet Israël, welke regering er ook aan de macht is, het als de taak van de diaspora-joden te emigreren naar de joodse staat danwel Israël financieel, politiek en moreel te steunen. In ruil daarvoor hebben ze ‘het recht op terugkeer’, de zekerheid dat ze zich elk moment in Israël mogen vestigen en volwaardig staatsburger kunnen zijn.
Je zou kunnen zeggen dat deze deal werkte zolang Israël sympathie wekte als bedreigd democratisch eiland in een zee van dictaturen, een land met westerse waarden, dat in principe naar vrede streefde. Voor dat Israël heerste in Europa breed gedeeld begrip en een gevoel van verbondenheid. Joden konden comfortabel Nederlander of Fransman zijn en openlijk achter Israël staan. Maar die tijd is voorbij.
De moordpartijen onder toeziend oog van Israël op Palestijnse vluchtelingen in Sabra en Shatila tijdens de invasie van Libanon in 1982 shockeerden de wereld. Sindsdien is het beeld van Israël verder gekanteld. Oslo mislukte en de uitbreiding van nederzettingen ging in hoog tempo door. Israël is niet meer de underdog en het excuus van de Sjoa om de aanval als beste verdediging te kiezen, verliest meer en meer zijn werking.
De samenstelling van de Europese bevolking heeft bovendien een verandering ondergaan: in Europa wonen intussen moslims die zich met Palestijnen identificeren en met Israël geen band hebben, hooguit een negatieve.
Nietsontziende oorlog
Even zag je een opleving van sympathie voor Israël na de aanval van Hamas op 7 oktober 2023. Maar dat gevoel heeft de regering-Netanyahu snel verspeeld door een nietsontziende oorlog tegen Gaza te ontketenen en te weigeren de Palestijnen een toekomst te gunnen. Naarmate de Israëlische regering zich radicaler gedraagt, wakkert zij de toch al sterke polarisatie in Europa aan. In de ogen van de een is Israël de baarlijke duivel, want een bezettende, koloniale en racistische mogendheid met kernwapens, in de ogen van de ander juist een bondgenoot van de ‘joods-christelijke beschaving’ in de strijd tegen moslims.
Daartussen komen joden in Europa klem te zitten. Zij raken gevangen tussen de haat van pro-Palestijnse sympathisanten en de omarming van extreemrechts.
Voor Israël telt alleen het eigenbelang
Alsof dat nog niet genoeg is, maakt de Israëlische regering joden in de diaspora tot onderdeel van haar politiek en brengt hen daarmee in gevaar. Joden kunnen wel beweren niet verantwoordelijk te zijn voor wat Israël doet, maar als de Israëlische regering systematisch kritiek vanuit Europa afdoet als antisemitisch dan neemt zij de diaspora in een wurggreep.
Antisemitische incidenten worden gretig aangegrepen om te bewijzen hoezeer de wereld anti-joods is en dat Israël de enige veilige plek voor joden op aarde is. Dat premier Netanyahu de Maccabi-rellen in Amsterdam onmiddellijk als pogrom bestempelde en een minister stuurde om verhaal te halen is daar een goed voorbeeld van.
Joden in de diaspora voelen zich onveiliger – een pogrom in Amsterdam! – en joden zijn ook minder veilig. Zij worden immers geassocieerd met een Israël dat oorlogsmisdaden pleegt en zich niets aantrekt van internationale normen of de publieke opinie. Als Europese politici, mede uit angst te worden beticht van antisemitisme, Israël niet durven aan te pakken, dan meten zij met twee maten en geven voedsel aan aloude complottheorieën die beweren dat joden achter de schermen aan de touwtjes trekken.
Israël houdt helemaal geen rekening met de diaspora-joden namens wie het zegt te mogen spreken. Aan repercussies als gevolg van het eigen optreden wordt geen gedachte gewijd. Alleen het eigenbelang telt. Een sterk staaltje gaf de Knesset onlangs ten beste met een conferentie over antisemitisme, waarvoor het, zonder overleg met Europese joodse organisaties, extreemrechtse Europese politici uitnodigde.
Grenzen aan loyaliteit
Het is hoog tijd dat joden in de diaspora gaan beseffen dat hun loyaliteit aan Israël grenzen kent en dat ze voor hun veiligheid beter op zichzelf kunnen vertrouwen. Ze hebben niets in te brengen in het Israëlische beleid, maar worden daar medeverantwoordelijk voor gehouden.
Onterecht? Jazeker, maar ze hoeven niet alleen maar speelbal te zijn. Ze kunnen de buitenwereld laten zien dat Europese joden niet automatisch Israël volgen. Ze moeten zich bewust worden dat sommigen de beschuldiging van antisemitisme misbruiken voor een andere agenda en zich daartegen verzetten. Daar liggen onbenutte mogelijkheden.
Suggesties voor Nederlands-joodse organisaties
Laat ik wat suggesties voor Nederland doen:
Het CIDI doet twee dingen: het protesteert tegen antisemitisme en lobbyt voor Israël. Net als Israël zelf vermengt het antisemitisme zo met kritiek op Israël. In plaats daarvan zou het zich moeten beperken tot lobbyen voor Israël en antisemitisme-kwesties aan anderen overlaten. Dan is het tenminste helder wie wat doet en waarom.
Nederlandse joodse organisaties beoordelen politieke partijen veelal door het prisma: zijn ze goed voor Israël, dat wil zeggen is hun beleid in lijn met wat de Israëlische regering graag ziet?
Een paar jaar geleden omhelsden het CIDI en het NIW om die reden Forum voor Democratie, een misgreep, die bleek toen de antisemitische uitspraken van Thierry Baudet naar buiten kwamen. Dat weerhoudt hen en joden uit hun achterban er niet van een andere extreemrechtse partij, de PVV, om haar pro-Israël houding als een bondgenoot te beschouwen. Intussen laten ze zich gebruiken voor de antimoslim agenda van de PVV en geestverwanten. Als Nederlandse joodse organisaties al aanbevelingen willen doen, dan moeten ze uitgaan van wat goed is voor Nederlandse joden, in plaats van wat goed is voor Israël, want het is niet vol te houden dat die belangen hetzelfde zijn.
Onevenredige maatregelen tegen moslims ‘om joden te beschermen’– denk bijvoorbeeld aan het voorstel meteen na de Maccabi-rellen om antisemitisme op te waarderen tot een terreurdaad met als straf denaturalisatie – hebben een averechts effect en wekken wrok tegen joden op. Joodse organisaties en prominenten kunnen beter protest aantekenen tegen discriminatie en repressie van moslims en naar handvatten voor solidariteit met hen zoeken. Dat zou veel meer betekenen voor de veiligheid van de joodse gemeenschap, dan de terugkerende roep om harder optreden.
Hameren op antisemitisme, zonder ooit de Israëlische regering te bekritiseren, maakt de officiële joodse organisaties kwetsbaar. Ze laten zich voor het karretje van Israël spannen in de veronderstelling de belangen van joden daarmee het beste te dienen. Dat is des te problematischer omdat het overgrote deel van de Nederlandse joden nergens bij is aangesloten en deze besturen hen dus niet vertegenwoordigen.
Volstrekt terecht wees Margalith Kleijwegt daar onlangs op in de hartenkreet ‘Niet namens mij’ in de Groene Amsterdammer.
Pleidooi voor actie
Terug naar waarmee dit stuk begint. Toen een paar mensen het initiatief nam om onder het motto ‘joden zeggen nee’ in een petitie aan de Nederlandse regering en parlement het beleid van Israël te veroordelen en te pleiten voor actie, slaakten talloze joden een zucht van verlichting. De oorverdovende stilte van Nederlandse joden over wat Israël aanricht in Gaza werd doorbroken. Honderden sloten zich onmiddellijk bij de oproep aan. Eindelijk konden ze iets doen, gezamenlijk hun mening uiten en zichtbaar worden.
Israël zal altijd een land blijven waarmee joden zich verbonden voelen, maar voor onze veiligheid kunnen we beter zelf zorgen. Laten we dat dan doen.
Op 22 mei vindt een paneldebat plaats over het thema: Israel: Garantie of risico?
Locatie: het Auditorium Nationaal Holocaustmuseum
Tijd: 15:00-16:30 uur
Toegang gratis (met entreeticket museum), reserveren verplicht via mbii@jck.nlIn deze serie van vier essays Israel: Garantie of risico? verscheen ook:
Salomon Bouman: De paradox van het zionisme
Frits Barend: De glimlach verdween van hun gezichten
Gideon Levy: “Ik voel mij niet bedreigd door mensen die vreedzaam protesteren tegen genocide”
cover: vlag Israël op soldatenuniform, bron Wikimedia Commons
Een volstrekt eenzijdig, ongenuanceerd en linksliberaal mening. De mening van ongetwijfeld uiterst seculiere en geassimileerde Joden. Uiteindelijk zullen deze meebuigingen nooit voldoen. Als Jodenhaat rationaal was geweest dan allang opgelost. De kwadepit zit in mensen, zelfs in Joden zelf.
Hear, hear… On all counts!
dank Hella
Goed verwoord. Dank.
Hella, natuurlijk ben ik het 100% met je eens.
Annelien
Goed verwoord, Hella; ik ben het helemaal met je eens. Maar ik heb nog twee aanvullingen: (1) in Israël geboren en wonende leden van mijn (Duits-Joodse) familie in Israël hebben al jaren geleden Duitse paspoorten aangevraagd voor álle kinderen. Voor het geval “dát”. En zij zijn niet de enigen. Is dat niet wrang? Voor deze Israelische Joden is kennelijk Europa het laatste toevluchtsoord. (2) Het Israëlische beleid inzake Oekraïne: op één lijn met Moskou, Trump, Belarus en Noord-Korea. Ik schaam me voor Israël.
Klopt, John. Ik ben het helemaal met jou eens. Ik kon niet alles aanroeren in een stuk van beperkte lengte, maar je aanvullingen laten zien hoever het met Israel is gekomen. Helaas.
Goed stuk van Hella.
Bravo Hella.