Mijn vijf jaar jongere zusje werd kort na de oorlog geboren. Toen ze opgroeide werd duidelijk dat ze heel muzikaal was. Mijn ouders waren in het bezit van een piano die de oorlog had overleefd, in tegenstelling tot de eigenaresse tante Annie. Wij kregen pianoles en terwijl ik met veel moeite Für Elise oefende uit het muziekboek, speelde mijn zusje het uit het hoofd.
Ik bewonderde haar pianospel en later haar talent voor de accordeon. Absoluut gehoor had ze en twee van mijn zonen waren ook de gelukkige bezitters van dit wonderlijke fenomeen. Voor hen kocht ik een accordeon.
De jongens gingen uit huis en het instrument, een loodzwaar ding, bleef achter. Ik ging na mijn zestigste les nemen en werd verliefd op de accordeon.
Hij geeft me vreugde, ondanks mijn gebrek aan techniek speel ik af en toe mooie melodieën. Hij bedondert me niet en laat me niet in de steek. Bovenal geeft hij mij ultieme troost.
Ik noem hem mijn minnaar.
Geef als eerste een reactie